erfgoedobject

Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën en Sint-Jozef

bouwkundig element
ID
48908
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48908

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek

De parochiekerk, ingeplant haaks op de straat, is niet georiënteerd en heeft de voorgevel naar het noorden gericht. Aan de westzijde strekt zich een plein uit met parkeerplaatsen, met achteraan de toegang tot het kerkhof. Ten oosten, toegang tot de achterin gelegen pastorie. In het begin van de 15de eeuw stond er in Schoonaarde al een kapel die was toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën. Deze kapel werd bediend door een kapelaan, die meestal ook onderpastoor van Wichelen was. Omstreeks het midden van de 18de eeuw verzochten de wethouders van de heerlijkheid Eegene aan de abdij van Affligem en de aartsbisschop van Mechelen om te Schoonaarde een priester te bekomen die nabij de kapel zou verblijven. De aartsbisschop verleende hierop een tweede onderpastoor aan Wichelen en deze moest zijn woonst kiezen nabij de kapel van Schoonaarde. In de tweede helft van de 18de eeuw werden verschillende herstellingswerken uitgevoerd aan de kapel. Door de toenemende belangrijkheid van de wijk Schoonaarde werd de kapel in 1826 te klein bevonden. Omdat slechts de helft van de parochianen binnen konden plaatsnemen vond de Kerkfabriek het een dringende noodzaak om de kerk te vergroten. Daarop kreeg architect Jan Baptist (Johan) Beeckman uit Dendermonde in 1827 de opdracht een nieuwe en grotere kerk te ontwerpen. Aanvankelijk vond de districtscommissaris van Dendermonde echter dat de werken niet mochten uitgevoerd worden, maar in 1829 vond toch een aanbesteding plaats en het daaropvolgende jaar werden de bouwwerken aan de nieuwe parochiekerk in neoclassicistische stijl aangevat, zie gevelsteen met opschrift aan de rechterzijde van de ingang van de kerk. Opmerkelijk is dat in het lastenboek voorzien was om het interieur en de voorgevel van de kerk wit te bepleisteren en dat de vloer van de kerk bekleed diende te worden met stenen in zwarte Basècles en zwarte en witte marmeren stenen, terwijl de oude vloertegels uit de kapel zouden hergebruikt worden in de doopplaats en het voorportaal. Opmerkenswaardig is ook dat de voorgevel van de kerk veel monumentaler en rijker werd uitgevoerd dan voorzien was in het voorontwerp.

In 1857 werd het oorspronkelijke bouwvolume aan de oostzijde uitgebreid met een koor, sacristieën en een toren, zoals wordt vermeld op een gedenksteen in de buitenmuur van de sacristie. Het ontwerp en de kostprijsraming voor deze transformatie bestonden reeds in 1855, maar werden aan kritiek onderworpen door een raadgevend ingenieur die de volgende opmerkingen formuleerde: het koor was volgens hem veel te groot, de zuilen in het koor dienden vervangen te worden door pilasters, de voorgestelde fundering op houten palen voor de klokkentoren was niet stevig genoeg en moest vervangen worden door een volledig gemetselde fundering en behalve zijn bemerkingen bij het ontwerp schreef hij dat het eigenlijk niet nodig was om de kerk te vergroten gezien het aantal inwoners van de parochie in feite niet zo groot was.

Uit de kerkrekeningen kan verder nog afgeleid worden dat in 1850 een beeld van Sint-Jozef werd aangekocht (mogelijk voor het zijaltaar) en dat er in datzelfde jaar grote herstellingen en een uitbreiding van het orgel plaatsvonden. In 1852 werd het kerkhof en het voorplein aan de zuidzijde hersteld. In 1871 werden er uitgaven gedaan voor de doopkapel en de doopvont en tevens werd een bergplaats gebouwd. In 1873 werden vier glas-in-loodramen vernieuwd.

In 1961-1962 werd, wegens instortingsgevaar, de torenspits afgenomen en vervangen door de huidige.

Beschrijving

Het oorspronkelijk ontwerp van architect Beeckman voorzag een kerk met een zuiver rechthoekig grondplan en een monumentale voorgevel in neoclassicistische stijl. Qua aanleg was het gebouw geïnspireerd op een Romeinse basiliek, hoewel de kerk geen basilicale opstand kreeg, maar de zijbeuken en het schip afgedekt werden door een groot zadeldak met leien. De toevoeging van een klein koor, geflankeerd door lage sacristieën en eindigend op een vierkante klokkentoren bezorgt de kerk een aparte stijl.

Het gebouw werd opgetrokken uit baksteen op kalkzandstenen plint en hoekblokken in de voorgevel. Indrukwekkende voorgevel bekroond door een zware houten kroonlijst met S-vormige consoles en een groot driehoekig fronton; kroonlijst en fronton zijn groen geschilderd. De volledige voorgevel is bepleisterd en bevat nog sporen van een rode beschildering met witte voegen. Symmetrisch opgebouwde gevel geleed door pilasters met Dorisch kapiteel. Centrale rondboogvormige toegangspoort, geflankeerd door twee rondboogvormige muurnissen waartegen een grafmonument in arduin is opgesteld. Bovenaan in de traveeën zijn er rechthoekige muurnissen ter verlevendiging van de gevel. Fronton met twee ingeschreven halfronde cirkels en bekronend klein gesmeed ijzeren kruis.

Zijbeuken van vijf traveeën met grote rondboogvormige vensteropeningen. Het gevelvlak wordt doorbroken door drie horizontale banden, namelijk een afgeschuinde plint en een druiplijst onder de ramen in natuursteen en een wit geschilderde vlakke kroonlijst. Tegen de noordelijke zijbeuk bevindt zich een restant van een Calvarieberg op een imitatie rotsstructuur in een spitsboogvormige omlijsting met ranke zuiltjes in aardewerk als onderdeel van een luifel. Naar verluidt werd de fel beschadigde Calvarie in 1998 door de kerkfabriek verwijderd om gerestaureerd te worden.

Koor met twee rondboogvormige vensters geheel ingesloten door de sacristieën en de toren. Kleine bergruimte in de noordoostelijke oksel. Tegen de buitengevel van de noordelijke sacristie zijn drie neogotische grafmonumenten in arduin geplaatst.

Vrijstaande toren met vierkant grondplan dat op verschillende niveaus versmalt naargelang hij hoger wordt. Zijgevels met ronde oculus in kalkstenen omlijsting, grote rondboogvormige blindnis in de achtergevel. Hoogste torengeleding met aan de vier zijden rechthoekige muurnissen met gekoppelde rondboogvormige galmgaten en bekronend leien tentdak met gesmeed ijzeren torenkruis.

Interieur

Zijbeuken van het schip gescheiden door middel van vijf zuilen met Dorisch kapiteel op achthoekige sokkel. Het schip wordt bekroond door een tongewelf, de zijbeuken hebben een vlakke zoldering. De wanden van de zijbeuken worden geritmeerd door pilasters. Tochtportaal met halfronde vorm met aan weerszijden van de rondboogvormige doorgang drie zuilen met Ionische kapitelen. Het portaal, tevens doksaal, wordt bekroond door een sobere geprofileerde kroonlijst met een tandlijst en er bovenop een balustrade en het orgel. Koor geritmeerd door gecanneleerde pilasters met Korinthische kapitelen die een rijker gedecoreerde kroonlijst dragen. Het gehele kerkinterieur is bepleisterd en in verschillende tinten wit geschilderd. Vloer met vierkante tegels in zwarte steen van Basècles. Achteraan in de noordelijke zijbeuk, naast het portaal, is er een kleine doopplaats, afgeschermd met een gesmeed ijzeren traliewerk. Eiken balustrade uit de 19de eeuw op het doksaal.

De kerk telt twaalf rondboogvensters voorzien van glas-in-loodramen, acht vensters met figuratieve voorstellingen met een christelijke iconografie en vier vensters met geometrische motieven en een rondlopende fries met siervazen. Figuratieve ramen met gelijkaardige fries en het centrale tafereel gevat in een neorenaissance omlijsting. Sommige glasramen bevatten een opschrift van de schenker of een datumopschrift. Ze werden alle ontworpen en vervaardigd door glazenier Achille Vandooren (Gent) tussen 1921 en 1927.

Mobilair

Schilderkunst: altaarstuk uit 1856 door Jozef Meganck (Aalst) met de voorstelling van de Opdracht van Jezus in de Tempel. Kruisweg waarvan twee van de 14 staties van de hand van Frans Anseele (Gent).

Beeldhouwwerk: gepolychromeerde Calvarie, wellicht 19de-eeuws.

Meubilair: hoofdaltaar: houten portiekaltaar, gemarmerd en gedeeltelijk verguld uit het tweede kwart van de 19de eeuw, bekroond met een gesculpteerde voorstelling van de Heilige Drievuldigheid en de gedaante van twee personen en de duif; het houten tabernakel is deels verguld en deels verzilverd. Zijaltaar in de zuidelijke zijbeuk: houten portiekaltaar, gemarmerd en verguld, uit het tweede kwart van de 19de eeuw, toegewijd aan het Sint-Jozef met in de attiek de Heilige Geest in de gedaante van een duif; in een nis van de portiek staat een beeld van Sint-Jozef met het Kind met onderaan een Jezusmonogram, vervaardigd door Mathias Zens. Zijaltaar in de noordelijke zijbeuk: houten portiekaltaar, gemarmerd en verguld, uit het tweede kwart van de 19de eeuw; toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw met in de attiek de Heilige Geest in de gedaante van een duif; in een nis van de portiek staat een beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën met onderaan een Mariamonogram, vervaardigd door Van der Beken (Geraardsbergen).

Eiken preekstoel uit 1835 met panelen in grauwschildering met de voorstelling van de Vier Evangelisten en Christus Zaligmaker. Eiken biechtstoel uit de 19de eeuw, gedeeltelijk beschilderd met de voorstellingen van de Heilige Geest als een duif in een stralenkrans tussen twee engelenkopjes, en de bustes van Johannes de Doper en Maria Egyptica. Eiken biechtstoel uit de 19de eeuw, gedeeltelijk beschilderd met de voorstellingen van de Heilige Geest als een duif in een stralenkrans tussen twee engelenkopjes, en de bustes van de Heilige Petrus en Maria Magdalena. Twee eiken biechtstoelen uit de eerste helft van de 19de eeuw met de voorstelling van een wolk in een stralenkrans.

Orgel van omstreeks 1880 dat vermoedelijk gebouwd werd door P.J. Vereecken (Gijzegem).

Wit marmeren doopvont uit de 19de eeuw met een deksel in koper.

Rechts van de kerk geeft de parking achteraan toegang tot het kerkhof met L-vormig grondplan, ingeplant ten oosten van de pastorietuin en in het zuiden grenzend aan de spoorweg. Het kerkhof ontstond in 1843-1844 rondom de kerk en werd in 1926, na een tweede uitbreiding, opnieuw gewijd. Oudste gedeelte ten oosten van de pastorie met als één van de belangrijkste monumenten het grafteken van de familie Vereeken-Mertens in art-decostijl daterend van 1933 (burgemeester Louis Vereeken (1873-1933) en rechts daarvan vier graven met gekruisigde Christusfiguur.

  • Algemeen Rijksarchief Brussel, Oud gemeentearchief Schoonaarde, nummer 92-95, nummer 282.
  • Algemeen Rijksarchief Brussel, Modern archief Wichelen, nummer 1186, nummer 1140-1164, nummer 1185.
  • Stadsarchief Dendermonde, Modern gemeentearchief Schoonaarde.
  • Vlaamse Overheid, Ruimte & Erfgoed, Afdeling Oost-Vlaanderen, Onroerend erfgoed, archief.
  • Cronycke. Mededelingenblad van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, mei 1998.
  • DE POTTER F. & BROECKAERT J. 1889: Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, Vierde reeks, Arrondissement Dendermonde, Gent.
  • STROOBANTS A. & BAKELANTS I. 1996: Kleurig glas. Glasramen in openbare gebouwen te Dendermonde, Dendermonde, 22.
  • STROOBANTS A. 2005: De Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeënkerk van Schoonaarde, Open Monumentendag Dendermonde, Dendermonde.
  • VERSCHRAEGEN H. 1982: Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Oost-Vlaanderen. Kanton Dendermonde, Brussel, 83-85.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën en Sint-Jozef [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48908 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.