Bestelkantoor voor goederen met depot en stationschefwoning, gebouwd in opdracht van het Ministerie van Spoorwegen, Posterijen en Telegrafen ten behoeve van de Staatsspoorwegen (huidige NMBS). Voor het ontwerp gedateerd op 29 juli 1899 tekende ‘chef de section principal’ Jacques Théodore Josephe Wisselez, een architect in overheidsdienst die in 1895 het station van Veurne tot stand had gebracht. Na het verkrijgen van de bouwvergunning begin 1900, voerde de Antwerpse aannemer J.H. Bolsée & Emile Hargot de werken uit. Het complex was bedoeld voor de opslag en distributie van via het spoor verzonden goederen en pakjes in Antwerpen. Tijdens de naoorlogse periode gebruikt als stadsmagazijn, werd het complex in 2006-2009 samen met het aanpalende Nationalestraat 36 geïncorporeerd in het vastgoedproject “Gulden Poort”. Auteur van dit project dat winkels en appartementen omvat is het architectenbureau DMT architecten (uitvoerende architecten Jan Meersman, Werner Herbosch, Virginie Van Eupen en Jao Smet), laureaat van een architectuurwedstrijd georganiseerd door het stedelijk vastgoedbedrijf AG VESPA. Het omvat de renovatie van de oorspronkelijke gebouwen aan de straat, en twee nieuwbouwvolumes rond een waterpartij op het uitgekernde binnenterrein, waarvoor later opgetrokken hangars met sheddaken werden gesloopt.
Imposant gebouw in neo-Vlaamserenaissance-stijl representatief voor de architectuur van spoorwegstations en postgebouwen uit de periode omstreeks 1900. Het hoofdvolume vormt een langgerekte constructie, die zeven traveeën en drie bouwlagen onder mansardedak (leien) omvat, en een aanpalende. Brede lijstgevel met een polychroom parement uit rode baksteen en witte natuursteen op een bossagesokkel uit blauwe hardsteen. De uiterste traveeën zijn uitgewerkt als risalieten, eindigend op een schoudergevel met topstuk en verdiept rondbogig topvenster. Rond- en brede korfboogvormige muuropeningen doorbreken de begane grond, gevat in een versierde booglijst met diamantkoppen en bewerkte sleutel, onderling verbonden door waterlijsten. Het betrof oorspronkelijk een regelmatig register met de inkomdeur van de stationschefwoning in de linker travee en vensters; de huidige winkelpui in de vijfde en zesde, en de inkomdeur in de laatste travee dateren van kort vóór of na de Tweede Wereldoorlog. Kolossale pilasters op gegroefde consoles ritmeren de bovenbouw, met registers van pseudo-kruisvensters overspannen door blinde boogvelden op de tweede bouwlaag, en gekoppelde rondboogvensters met versierde booglijst op de derde. Een klassiek hoofdgestel met gelede architraaf, fries en kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging; vijf oeils-de-boeuf met gebogen waterlijst en sleutel. Bewaarde houten inkomdeur en vernieuwd houten vensterschrijnwerk.
De rechts aanpalende inrijpoort vormde oorspronkelijk een arcade van twee omlijste korfbogen met smeedijzeren hek, geflankeerd door het nog bewaarde poortje met gebogen fronton. Deze werd eveneens kort vóór of na de Tweede Wereldoorlog opengebroken. De door obelisken en siervazen geaccentueerde attiekbekroning met postamenten en overhoeks topstuk, draagt de opschriften "STAATSSPOORWEGEN” en “CHEMINS de FER de L’ETAT”. Achter de poort bevindt zich een volledig beglaasd gevorderd Polonceau-spant (steunstukken door middel van dubbel U-ijzer).
Volgens de bouwplannen besloeg de stationschefwoning de linker helft van het hoofdvolume, ontsloten door de inkom- en traphal in de linker travee, met op de begane grond een suite van salon en eetkamer, een keuken en wasplaats. Het bestelkantoor nam de rechter helft in, ontsloten door een tweede traphal in de laatste travee, met op de begane grond de kantoren van de ‘besturende klerk’, de ‘facteurs’ of ‘goederenbeamten’ en de portiersloge.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Bestelkantoor van de Staatsspoorwegen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/202756 (geraadpleegd op ).
Circa 1895 gebouwd voor de spoorwegmaatschappij zie opschrift in gevelplaat poorttravee. Neorenaissancistisch complex van zeven traveeën en aansluitende poorttravee van één bouwlaag; drie bouwlagen onder mansardedak (leien) waarin vijf oeil-de-boeufs met gebogen waterlijst en sleutel. Brede lijstgevel van bak- en zandsteen op bossagesokkel van arduin. Uiterste travee uitgewerkt als risalieten eindigend op schoudergevel met topstuk en verdiept rondbogig topvenster. Begane grond met zes rond- en korfboogvormige muuropeningen in versierde booglijst met diamantkoppen en bewerkte sleutel, onderling verbonden door waterlijsten. Kolossale pilasters op gegroefde consoles ritmeren de bovenbouw; pseudo-kruisvensters, overspannen door blinde boogvelden op de tweede bouwlaag, gekoppelde rondboogvensters met versierde booglijst op de derde. Aflijnend entablement. Achter de poort bevindt zich een volledig beglaasd gevorderd Polonceau-spant (steunstukken door middel van dubbel U-ijzer). De rest van de achterliggende hangars is uitgevoerd onder raekemdaken met verticaal geplaatste beglazing (20ste eeuw); metalen spanten, op aanleuningslijn rustend op metalen ligger; laatstgenoemde op metalen rollen op later aangebrachte betonnen binnenpilasters.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Bestelkantoor van de Staatsspoorwegen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4891 (geraadpleegd op ).