Voormalige handelsbank, nu taverne in art-decostijl.

In 1926 tekende architect Jan-Albert De Bondt de plannen voor een filiaal van de Gentse Naamloze Vennootschap Handelsbank te Dendermonde. Het gebouw werd schuin ingeplant op een hoekperceel aan de scheiding van de Dijkstraat en de toen nog aan te leggen Koningin Astridlaan. Het is een volledig in baksteen opgetrokken hoekhuis van twee bouwlagen met twee traveeën aan de zijde van de Koningin Astridlaan, vier traveeën aan de Dijkstraat en één hoektravee. Het heeft een plat dak en een aflijnende overstekende houten kroonlijst.

Het symmetrisch uitgewerkte gebouw maakt een driedimensionale indruk met duidelijk afgelijnde verspringende verticaliserende volumes die echter verzacht worden door de zeer expressieve manier waarop de baksteen verwerkt is. Er werd gebruik gemaakt van een levendige combinatie van een staand en horizontaal metselverband evenals van verschillende getinte bakstenen. Voor de plint en deuromlijsting werd een donkerbruine baksteen gebruikt, voor het opgaande metselwerk een gelige baksteen. Ander decoratief metselwerk bestaat uit het gebruik van overhoeks geplaatste uitspringende bakstenen op de hoeken en panelen en de plaatsing van baksteenfriezen met kepermotief.

De hoektravee, van één bouwlaag, wordt gemarkeerd door een opvallende deurportiek met een rondboogvormige verdiepte vleugeldeur, met behouden ijzerwerk met meandermotief, gevat in een dito bakstenen deuromlijsting. Het motief van het ijzerwerk werd hernomen in de zwikken boven de voordeur. Voorts sieren uitkragende torens bekroond met een lantaarn de twee hoeken. Het geheel wordt afgedekt met een plat dak dat als terras fungeert en via de bovenverdieping toegankelijk is. De schuin geplaatste gevelwanden van de bovenverdieping hebben centraal een hoger oplopende schouw en zijn voorzien van twee grote rechthoekige vensteropeningen waarvan het houtwerk recent werd vernieuwd. Volgens de plannen bij de bouwaanvraag betrof het oorspronkelijk vensters met een kleinere roedeverdeling.

In de zijgevel langs de Dijkstraat werden vierkante getraliede keldervensters in de plint aangebracht. De rondbogige zijdeur is bijna identiek aan de voordeur, maar niet verdiept. De opmerkelijke deurtravee wordt verder gemarkeerd door een door de kroonlijst afgedekte driezijdige erker op een piramidale uitgelengde basis die tot de boogkruin van de deuromlijsting reikt. De rondboogvensters in de beide zijmuren van de voorbouw zijn toevoegingen van 1936 in opdracht van De heer Vergeylen, toen de zaak van de modiste Vergeylen er gevestigd was. In de hoektravee bevond zich de toegang tot deze winkel, in de Dijkstraat de privé-ingang.

Interieur

Conform de bouwplannen bestond de oorspronkelijke plattegrond, eertijds bestemd voor de Handelsbank, uit een ruime inkom gesitueerd in de voorbouw met een aansluitende hal in de linkervleugel. Deze gaf uit op een trappenhuis met de trap naar de kelder en naar de verdieping. Achter dit trappenhuis was een koer gelegen. In de rechtervleugel aan de Dijkstraat waren de loketten ("kas") ondergebracht. Het daar achterliggende "bureel" en "lokaal van de bestuurder" was toegankelijk via de tweede deur aan de Dijkstraat.

De bovenverdieping werd ingenomen door woonruimte: tegenover de traphal was de keuken met erker gelegen met belendend de eetplaats en langs de andere kant een ruimte aangeduid als "schotelh.". Twee slaapkamers uitgevend op het terras aan de voorzijde, waarvan één met badkamer, vervolledigden de indeling.

Bij de huidige indeling wordt het gelijkvloers volledig ingenomen door de gelagzaal van de taverne met centraal de toog. Het interieur werd heraangekleed in art-decostijl met muurschilderingen, een gesjabloneerde fries en in opdracht vervaardigde art-decoluchters. De gestileerde trap naar de verdieping, de fraaie deuren en omlijstingen bleven behouden. Op de verdieping is een zaaltje met een plankenvloer en vlakke wanden waar vroeger de eetplaats, keuken en achterliggende ruimte gelegen waren. De badkamer werd vernieuwd.