Neobarok ingangsrisaliet van de voormalige hoofdzetel van de Algemeene Bankvereeniging, naar een ontwerp door de architect Max Winders uit 1921, uitgevoerd in 1922. Bij de sloop van dit gebouw voor de uitbreiding van het Instituut van de Dames van het Christelijk Onderwijs, werd het risaliet ontmanteld en verderop in de Eikenstraat opnieuw opgericht, geïntegreerd in de nieuwbouwvleugel van de bank Paribas. Deze uitbreiding van het Osterriethhuis op de Meir, naar een ontwerp door de architecten Eddy Posson en Yves Donck uit 1980, kwam tot stand vanaf 1981.
De Algemeene Bankvereeniging, opgericht in 1921 vanuit de Volksbank van Leuven en een van de voorlopers van de in 1935 uit een fusie ontstane Kredietbank (huidige KBC), kocht datzelfde jaar het voormalige hotel de Harven aan, een neoclassicistisch herenhuis met aanhorigheden uit 1869, op de hoek van Lange Nieuwstraat en Eikenstraat. De bank gaf in 1921 Max Winders opdracht het gebouw uit te breiden tot de volledige oppervlakte van het perceel, door verhoging van de bijgebouwen tot het niveau van het hoofdvolume, en het overbouwen van de binnenplaats. Wegens overschrijding van de toegestane bouwhoogte, en het eentonige karakter van het langgerekte gevelfront zijde Eikenstraat, een bepleisterde en beschilderde, neoclassicistische lijstgevel van een twintigtal traveeën, werd de bouwvergunning geweigerd. Daarop liet de bank het ontwerp eind 1921 aanpassen met een monumentale, vier traveeën brede neobarokke ingangspartij met afgeschuind hoekrisaliet uit natuur- en hardsteen. Deze vormde het sluitstuk van de nieuwe vleugel, en omvatte de tweede toegang tot de lokettenzaal, aansluitend op de nieuwe, tweede traphal. De Algemeene Bankvereeniging verruilde al minder dan tien jaar na voltooiing haar verbouwde hoofdzetel voor de Boerentoren, de woontoren met bankzetel die zij op de Schoenmarkt had laten optrekken, en in 1931 in gebruik werd genomen. Van Winders’ ingangspartij werd bij de sloop van het vroegere bankgebouw enkel het hoger opgetrokken hoekrisaliet gerecupereerd.
Het ontwerp behoort tot het rijpere werk van Max Winders, die tot 1907 voor zijn vader architect Jean-Jacques Winders had gewerkt en actief bleef tot 1960. Aan zijn schoonvader, de bankier Jean Baptiste Ferdinand Carlier, mede-eigenaar van de Banque d’Anvers en directeur bij de Nationale Bank, dankte de architect zijn introductie in het milieu van de haute finance. Zo ontwierp Winders vóór en na de Eerste Wereldoorlog talrijke bankgebouwen in Antwerpen, naast de filialen van de Nationale Bank in Sint-Niklaas en Leuven, het gereconstrueerde laatgotische “Tafelrond”. Op dit historische monument na bleef hij doorgaans trouw aan een monumentale beaux-artsstijl naar Frans model, in overeenstemming met het aura van traditie en solvabiliteit eigen aan de banksector. De belangrijkste realisaties uit zijn vroege periode vóór de Eerste Wereldoorlog zijn de diamantbeurs "Fortunia" op de hoek van de Pelikaanstraat en de Vestingstraat, de Banque de l'Union Anversoise op de Graanmarkt en de Banque Centrale Anversoise in de Lange Gasthuisstraat. Opmerkelijke realisaties uit het interbellum, geïnspireerd op eigentijdse Parijse architectuurmodellen, zijn de Banque Hypothécaire et Immobilière d'Anvers uit 1924 aan de Maria-Theresialei, en de Caisse Hypothécaire Anversoise uit 1929 op de Meir.
Risaliet van twee traveeën en drie bouwlagen, opgetrokken uit witte natuursteen met een poortomlijsting uit blauwe hardsteen. Rondboogpoort in schouderboogvormige, geblokte omlijsting met imposten, sluitsteen en voluten in de zwikken, bekroond door een gestrekte waterlijst. Getoogde bovenvensters, op de eerste verdieping geaccentueerd door een geblokte omlijsting met gebogen waterlijst en een balustrade, op de tweede verdieping in vlakke omlijsting met sluitsteen en lekdrempel. Een klassiek hoofdgestel met gelede architraaf op rankwerkconsoles, en een halsgevel met voluten en gebogen waterlijst op gestrekte uiteinden en consoles vormen de bekroning. Markante oeil-de-boeuf met sluitsteen, omlijst door guirlandes.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Ingangsrisaliet van de vroegere hoofdzetel van de Algemeene Bankvereeniging [online], https://id.erfgoed.net/teksten/202794 (geraadpleegd op ).
Rijhuis met afgeschuinde ingangstravee van vier traveeën en drie bouwlagen met natuurstenen lijstgevel, verlevendigd met hardsteen, in neobarokstijl, daterend uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Fraai rondboogpoortje met houten, bewerkte vleugeldeur in een schouderboogvormige, geblokte omlijsting met imposten en sleutel, bekroond door een gestrekte waterlijst. Overigens getoogde vensters in hardstenen omlijsting. Ingangstravee bekroond door een halsgevel op voluten, geopend door een oeil-de-boeuf, waarrond guirlandes en bekronende gebogen waterlijst met gestrekte uiteinden.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Ingangsrisaliet van de vroegere hoofdzetel van de Algemeene Bankvereeniging [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4892 (geraadpleegd op ).