erfgoedobject

Turn- en feestzaal van de Staats Middelbare Scholen

bouwkundig element
ID
48939
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48939

Juridische gevolgen

Beschrijving

De voormalige turn- en feestzaal, een vrijstaand bakstenen volume met rechthoekig grondplan aan de Leopoldlaan werd in 1932 ten behoeve van de toenmalige Staats Middelbare Scholen door stadsarchitect Fernand de Ruddere ontworpen in de stijl van de nieuwe zakelijkheid.

De bouw van de turn- en feestzaal van de Staats Middelbare Scholen valt midden in de heropbouwperiode van de stad. De bouwaanvraag dateert het ontwerp in 1932, maar volgens de literatuur werd het gebouw pas in 1935 gerealiseerd. Typologisch staat dit ontwerp echter los van de heropbouw aangezien het niet in de kenmerkende historiserende stijl gerealiseerd werd noch in de historische stadskern gelegen is maar aan de rand ervan. De turn- en feestzaal is in de nabijheid van de oude vestingwallen, het voormalige Bolwerk Leopold II, langs de "rue du Rempart" gelegen. De herbestemming van deze vestinggronden na de declassering in 1906 van Dendermonde als vestingwerk maakte een belangrijk onderwerp uit van de wederopbouwproblematiek, maar resulteerde nooit in een welomlijnd plan voor stadsuitbreiding. Pas na de officiële verwerving van de voormalige militaire gronden in 1936 werd onder meer de Leopoldlaan aangelegd tot een brede boulevard, hernieuwd in de jaren 1980.

De turn- en feestzaal werd opgetrokken op de onbebouwde gronden van de Rijksscholen. Deze waren na 1926 ingericht in de gebouwen van het voormalige Militair Hospitaal en het vroegere 'hospice des aliénés', en paalden aan de textielfabriek van Gorus - De Block later n.v. La Termondoise. In 1949 werd de school omgedoopt tot Koninklijk Lyceum. Het is net aan de achterzijde van deze schoollokalen, uitgevend op de Leopoldlaan, dat volgens de bouwaanvraag een "turn- en feestzaal" werd opgetrokken onder leiding van aannemer J. Van Damme. Voor het gebouw lag eertijds een gracht, wat mogelijk de achteruitgeschoven inplanting van het gebouw ten opzichte van de straat verklaart.

Volledig in gele baksteen, op een plint van donkerrode baksteen opgetrokken en vlak afgedekt rechthoekig volume rondom geleed door getrapte lisenen, in grote mate beantwoordend aan de kenmerken van de nieuwe zakelijkheid. Al gaat er toch enige invloed uit van het romantisch kubisme door bijvoorbeeld het aanwenden van decoratief metselwerk, de hoekoplossingen en het toepassen van zwart geglazuurde baksteen onder meer in kroonlijsten, vensterbanken en pijlers. Het metselwerk werd afwisselend in een strak horizontaal en verticaal verband geplaatst dat, in combinatie met de verspringende volumes, aflijnende kroonlijsten, ritmerende getrapte lisenen en rechthoekige muuropeningen, bijdraagt tot een uitgebalanceerd gevelontwerp. De perfecte symmetrie in het vooraanzicht van het gebouw wordt doorbroken door de markerende vierkante toren in de noordoostelijke hoek waarvan één rib als een opgestoken wijsvinger uitstijgt en waarop een slechts gedeeltelijk behouden uurwerk prijkte. Voor het gebouw bevindt zich een portiek ook 'ingangsperistyle' genoemd.

Functioneel en constructief bestaat het gebouw uit drie delen. De centrale hoger opgetrokken turn- en feestzaal met ‘toneel’ op een rechthoekig grondplan bevindt zich aan de straatzijde. Deze wordt aan de achterzijde geflankeerd door de lagere kleedkamers voor meisjes en jongens, die via aparte toegangen in de buitengevels rechtstreeks toegankelijk waren, en door het aangebouwde uitspringende doucheblok dat voorheen de meisjes- en jongenskoer van elkaar scheidde.

De voorgevel bestaat uit twee hoektraveeën en acht traveeën geritmeerd door getrapte lisenen waarop overstekende betonnen balken rusten of die verlengd werden met een betonnen topstuk. Tussen de lisenen wordt het volledige muurvak ingenomen door grote verdiepte vierkante vensters, verticaal geleed door twee betonnen stijlen die op hun beurt door drie roeden horizontaal verdeeld zijn. De vier middelste traveeën worden bekroond door een verspringende bakstenen kroonlijst afgelijnd met zwarte smalle geglazuurde baksteen en voorafgegaan door een portiek aan een bordes van drie treden. De per twee gekoppelde portiekpijlers zijn met dezelfde baksteen bekleed en dragen het met twee nieuwe vlaggenmasten verfraaide rechthoekige balkon. De twee voormalige toegangspoorten doen nu dienst als nooduitgang en worden afgesloten met een gedeelte van het behouden geometrisch uitgewerkte hekwerk dat deel uitmaakte van het oorspronkelijke ontwerp.

Aan de linker- en rechterzijde vormen de afgeschuinde en verspringende hoekpartijen de overgang met de lagere gedeelten. In het oorspronkelijke ontwerp was elke hoekpartij voorzien van een ingang; enkel deze aan de rechterzijde werd uitgevoerd.

Het meest kenmerkende element is de naast de schuine hoektravee van de rechterzijgevel oprijzende toren afgedekt met een betonnen koepel, waarvan de vier zijden van de hoger oplopende rib oorspronkelijk van een uurwerk voorzien waren. De uuraanduiding bleef behouden, de wijzers zijn echter verdwenen. De verticaliteit van de toren wordt nog bewerkstelligd door het gebruik van rechthoekige vensters en verspringende volumes verfraaid met overhoeks geplaatst metselwerk. De toren is nu niet meer toegankelijk. De trapconstructie wordt onderbroken door een betonnen plaat die men om veiligheidsredenen heeft geplaatst.

Interieur. De oorspronkelijke functie van dit gebouw bleef behouden. Daar het bestemd was als turnzaal werden weinig interieurelementen voorzien. De grote ruimte werd verlicht met grote vensterpartijen en voorzien van een hoger geplaatst 'toneel' voor de eigenlijke ‘turnzaal’, die nog steeds aanwezig zijn.

  • Stadsarchief Dendermonde, Modern gemeentearchief Dendermonde, 571.1/5.
  • Stadsarchief Dendermonde, Modern gemeentearchief Dendermonde, doos 510.
  • STROOBANTS A., De Rijksscholen in het hart van Sint-Gillis-Binnen, in Stadskrant Dendermonde, VIII, 11, 1994.
  • STROOBANTS A., Door het vuur gespaard. Bouwkundige resten van het vooroorlogse Dendermonde, Dendermonde, 1999, p. 22.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Turn- en feestzaal van de Staats Middelbare Scholen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48939 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.