In 1921 diende notaris Walrave een bouwaanvraag in tot het herbouwen van zijn woonhuis in een eclectische stijl met art-deco-elementen. De architect van dit herenhuis is op het bouwplan niet vermeld. Volgens kadastergegevens kwam deze herenwoning op de plaats van de vroegere notariswoning van Judocus Lutens. Volgens prentbriefkaarten was dat een bepleisterde lijstgevel van twee bouwlagen in neoclassicistische stijl met ten oosten een lager poorthuis.

Enkelhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder een mansardedak met vier dakkapellen. Opgetrokken in baksteen met verwerking van blauwe hardsteen in omlijstingen en hoekkettingen, op een plint in breuksteenverband met vierkante, omlijste keldervensters met smeedwerk. De lijstgevel heeft een brede houten kroonlijst en de dakkapellen zijn afgedekt met een segmentboogvormige kroonlijst.

De horizontaliserende straatgevel wordt gemarkeerd door links een bredere licht uitspringende erkertravee met gebogen erker op uitgelengde natuurstenen consoles op de bel-etage, en rechts een poorttravee met deurvenster aan een balkon met gesmeed hekwerk. De rechthoekige vensters onder een pseudo-ontlastingsboogje in de straatgevel zijn gevat in een geprofileerde blauw hardstenen omlijsting met negblokken op een afgeschuinde lekdrempel met gestileerd dropmotief. Het houtwerk met gedeeld bovenlicht bleef behouden en werd op de gelijkvloerse verdieping voorzien van voorzetraampjes met glas in lood. De grote rechthoekige toegangspoort is eveneens gevat in een blauw hardstenen omlijsting die net zoals de vensteromlijstingen verfraaid werd met een gestileerd cirkelmotief dat verwijst naar de Art deco. Het gesmeed ijzerwerk van de beglaasde poort draagt de initialen “W M”, mogelijk verwijzend naar de naam van de bouwheer notaris Walrave.

Interieur

Het bewaarde bouwplan ontvouwt de oorspronkelijke plattegrond waarbij de poort enerzijds via een 'dienstkoer' toegang tot de tuin verschafte en anderzijds uitkwam op de ‘vestibule’. Deze ‘vestibule’ stond in verbinding met een centrale traphal waarrond de vertrekken op de verhoogde begane grond gegroepeerd zijn. Aan de straatzijde bevonden zich de eetkamer en het kantoor annex studieruimte van de notaris. Achter de eetkamer, aan de tuinzijde, was de living met aanpalend terras gelegen, door een vestiaire gescheiden van de belendende keuken.