is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Directeurswoning
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Katoenfabriek L. Gorus-De Block: directeurswoning met tuin
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Directeurswoning
Deze vaststelling was geldig van tot
Voormalig herenhuis Leopold Gorus-De Block. In de volksmond gekend als ’t Klein Kasteeltje of Le Chalet du Boulevard (Torenhof) naar de zaak die er vroeger gevestigd was.
Het herenhuis met kasteelallures werd gebouwd in opdracht van Leopold Gorus-De Block (1848-1909), schoonzoon en opvolger van de katoenfabriek van Petrus De Block, op het fabrieksterrein op de plaats van een oudere constructie gebouwd en kadastraal genoteerd in 1881 (zie voormalige conciërgewoning katoenfabriek L. Gorus-De Block).
Het herenhuis in neotraditionele stijl werd gebouwd naar ontwerp van architect Pieter van Kerkhove. Het ontwerp van 1880 werd gepubliceerd in 1886 in het tijdschrift L’Emulation met gevelopstanden en plattegronden en beantwoordt grotendeels aan de huidige situatie.
Volgens kadastergegevens werden er circa 1894 bijgebouwen (koetshuis met stallingen) opgericht ten noorden van de herenwoning, die door notaris Van Dorpe circa 1897 werden vergroot. Het domein veranderde nog enkele malen van eigenaar, die allen het notarisambt bekleedden, tot het in 1958 eigendom werd van de heer De Wolf-De Proft die de woning in twee verdeelde, het interieur aanpaste en het gebouw ten noorden vergrootte met een trapkoker. In 1987 opnieuw tot één huis verenigd.
De van de straat verwijderde vrijstaande herenwoning is ingeplant op een ommuurd en met hekwerk afgesloten terrein met heraangelegde voorhof met grote boom en achteraan het voormalige koetshuis met stallen.
De herenwoning met kasteelallures werd opgetrokken in een neotraditionele stijl. Baksteenbouw met witstenen plint verlevendigd door banden, dorpels, kruisvensters en kloosterkozijnen in witsteen en fraaie sierankers. Het complex telt twee en drie bouwlagen onder een ingewikkelde dakconstructie van snijdende zadeldaken. Architect Van Kerkhove opteerde voor een vierkante plattegrond en strakke opbouw die hij echter verlevendigde door het gebruik van vier verschillende verspringende gevels met erkers en uitbouwen en lijst- en trapgevels. Het verticaliserende effect bewerkstelligde hij door de plaatsing van een naar boven toe verbredende hoektoren. De toren in de westhoek telt vier geledingen en een bekronende spits. De oorspronkelijke opengewerkte piramidale torenspits, conform het oorspronkelijke ontwerp, werd tijdens de Eerste Wereldoorlog beschadigd en vervangen door een platform met een opengewerkte gesmeed ijzeren bekroning met windwijzer. De opengewerkte inkompartij werd voorzien in de toren. In de oksel van de toren op de eerste geleding bevindt zich een klein houten balkonnetje op schoorwerk onder een luifel. Aan de niet van de straat zichtbare noordgevel werd de voormalige 'lavarie' in de jaren 1950 tot een trapkoker vergroot. Aan de noordzijde werd de woning vergroot met een overdekt terras/veranda waarbij de muuropeningen werden gewijzigd en van nieuw schrijnwerk werden voorzien. Buiten deze kleine ingreep bleef het oorspronkelijk ontwerp behouden.
De verschillende ruimtes zijn gegroepeerd rond de centrale traphal die via de inkom met mozaïekvloer in de westtoren bereikt wordt. De twee belangrijkste salons, die hun aankleding grotendeels behouden hebben, bevinden zich op de verhoogde begane grond aan de straatzijde. De voormalige eetkamer, thans bureel, herbergt een fraaie schouw met zuiltjes in zwarte en rode marmer met de spreuk "Eigen heerd is goud weerd" in de schouwbalk. De schouwboezem werd afgewerkt in neorenaissancestijl met een geschilderd stilleven op doek naar verluidt van Willems. De vleugeldeur naar de traphal werd in de jaren 1950 verplaatst en vervangen door een glas-in-loodraam van Cyriel Los. Deze kunstenaar realiseerde ook een tweede glasraam met de Dendermondse symbolen in de traphal. Het aanpalende salon, volledig uitgewerkt in neorenaissancestijl, is voorzien van een gestucte zoldering, maar wordt gedomineerd door de omlopende uitgewerkte wandhoge lambrisering met paneelwerk, bijhorende fraaie schouw met onder meer een spiegelboogvormige spiegel en kariatiden in de mantel evenals fraaie vleugeldeuren. De ijzeren kachel stond eertijds in de aanpalende eetkamer.
Het achterliggende koetshuis en de stallen werden in dezelfde stijl gebouwd. De structuur bleef grotendeels behouden, enkel het schrijnwerk werd vernieuwd. Het koetshuis wordt gemarkeerd door de hoger opklimmende deurtravee eindigend in trapgeveltje. De steekboogvormige koetsdoorgang werd thans gedicht met een glasconstructie.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Dendermonde
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Directeurswoning [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48973 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.