Voormalige conciërgewoning van katoenfabriek L. Gorus-De Block, thans gebruikt als opbergruimte door het gemeenschapsonderwijs KTA.

De katoenfabriek De Block werd in 1864 opgericht door Petrus De Block en was gespecialiseerd in de productie van katoenen dekens. Het bedrijf, gekend als Leopold Gorus-De Block die ook de directeurswoning op zijn terrein optrok, bleef tot 1893 in werking. Na het failliet kochten de aandeelhouders van de nieuwe NV La Termondoise alles op. Men spon er katoen en produceerde verder dekens, dweilen, schoteldoeken en dergelijke. Na de Eerste Wereldoorlog werkte men nog een tijdlang verder tot de NV in 1937 in vereffening werd gesteld en werd overgenomen door Philips-Glazer. Philips-Glazer was één van de oudste textielfabrieken te Dendermonde, gelegen in de onmiddellijke omgeving aan de Brusselsestraat en de Bijvang. Het bedrijf werd opgericht in 1819 door Josse Philips, breidde gestaag uit en bleef in werking tot 1967.

Volgens kadastergegevens werd het textielbedrijf De Block opgericht in 1864 en vervolgens vergroot in 1873. Schoonzoon en opvolger Leopold Gorus liet circa 1880-1881 de directeurswoning (nummer 15) oprichten en circa 1882 het poortgebouw aan de straatzijde dat enkele jaren later tot tegen het aanpalende bedrijfsgebouw werd vergroot. Wellicht door de faling van het bedrijf in 1893 werd het daaropvolgende jaar een perceelswijziging doorgevoerd en het kasteeltje van de fabrieksgebouwen inclusief de voormalige conciërgerie gescheiden. Het bedrijf kwam bij de NV La Termondoise terwijl de woning eigendom werd van notaris Van Dorpe, die ook de woning aan de straat als bureel (nummer 13) liet oprichten. Circa 1937 werd nog een inrijpoort in baksteenbouw geplaatst naar ontwerp van Blancquaert, die nummer 11 en nummer 13 met elkaar verbindt en de visuele eenheid met de achterliggende directeurswoning onderstreept.

De voormalige conciërgewoning, al kadastraal genoteerd in 1882, paalt aan het jongere poortgebouw dat toegang verleende tot het voormalige textielbedrijf De Block. De conciërgerie in neotraditionele stijl is opgebouwd uit verspringende volumes met drie gevels met trapgeveltjes onder zadeldaken. De kenmerkende neotraditionele stijl uit zich in het gebruik van baksteen- en zandsteenbouw, trapgeveltjes, aflijnende baksteenfriesjes, kruisvensters en kloosterkozijnen in natuursteen, de plaatsing van sierankers en een rondboogvormige toegangsdeur. Twee gevels werden uitgewerkt, waarbij de straatgevel verfraaid werd met een pseudo-overstekende bovenverdieping.