Herenhuis met traditionele kern genaamd "Hagelsteen", dat opklimt tot de late 16de eeuw. Het werd in 1621 door de familie Van Eeden verkocht aan Cornelis II Lantschot (1572-1656). Oorspronkelijk slechts twee bouwlagen hoog, liet de handelaar Edouard Van de Vin in 1880 de derde bouwlaag toevoegen door de aannemer Jan Jozef Hartz. Verder werden de vensters van de eerste verdieping verhoogd en van onderdorpels voorzien (verwijderd), de plint en het hoofdgestel toegevoegd. Bij het cementeren van de gevel omstreeks 1925, werden de cordons, sluitstenen en hoekblokken van de vensters toegevoegd.
Rijhuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen). In neoclassicistische stijl aangepaste en later gecementeerde lijstgevel op een plint uit blauwe hardsteen. De eerste twee bouwlagen zijn mogelijk opgetrokken uit zandsteen, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. De opstand beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, horizontaal geleed door lichte cordons. De rechthoekige vensters met sluitsteen en lekdrempel, zijn op de begane grond beschermd door smeedijzeren tralies met speerpunten, en op de eerste verdieping verzwaard met hoekblokken. Hardstenen barokpoort uit de tweede helft van de 17de eeuw: geblokte rondboog met een geprofileerd beloop en een brede voluutsleutel, rustend op Ionische pilasters met een ingediepte schacht tussen het geprofileerde basement en de bewerkte voluut. Houten vleugeldeur omstreeks 1925 voorzien van nagelbeslag, onder een sierlijke waaier uit smeedwerk.
Rechthoekige binnenplaats aan twee zijden afgesloten met vleugels van twee bouwlagen onder een zadeldak uit het eerste kwart van de 17de eeuw, aangepast met een 19de-eeuwse houten kroonlijst op klossen. Noordvleugel van drie traveeën in traditionele bak- en zandsteenstijl waarin muurankers met gekrulde spie onder een leien bedaking. Sporen van de oorspronkelijk naar boven toe verkleinende registers van steekboogvensters met zandstenen negblokken, die later werden aangepast tot rechthoekige vensters met hardstenen latei en lekdrempel. De westvleugel wordt op de begane grond gemarkeerd door een hardstenen rondboogarcade van drie traveeën, die later is dichtgemetseld met uitsparingen voor venster- en deuropeningen. Deze bestaat uit geprofileerde archivolten met voluutsleutels, die rusten op Toscaanse zuilen. De zwikken zijn ingediept tot casementen met een rozet in de kern, en het geheel is afgewerkt met een geprofileerde waterlijst. De bovenverdieping met een zandstenen parement, wordt geopend door rechthoekige vensters met kwarthol geprofileerde neggen en een balustrade. De achtergevel van de hoofdvleugel aan de zuidzijde, draagt sporen van een gedicht kruiskozijn. Aan de oostzijde gemene muur van het belendende pand, met een beglaasde bovenbouw waarin gietijzeren steunelementen en traceerwerk uit de 19de eeuw.
Omstreeks 1979 werden rococoplafonds uit de tweede helft van de 18de eeuw geregistreerd, met een stucdecor van lijstwerk, vierpassen, schelpen, druiven trossen en rankwerk.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Hagelsteen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/311797 (geraadpleegd op ).
Herenhuis met traditionele kern genaamd "Hagelsteen", dat minstens opklimt tot de vroege 17de eeuw, en tot zijn huidige vorm werd aangepast tijdens de eerste helft van de 19de eeuw. Rijhuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel met de straat). Neoclassicistische lijstgevel met een later gecementeerd parement uit witte natuursteen, op een plint uit blauwe hardsteen. Muurankers met gekrulde spie, de barokke poortomlijsting en de vleugels rond de binnenplaats wijzen op de minstens vroeg-17de-eeuwse oorsprong. De opstand beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, licht horizontaal geleed door fijne kordons. De rechthoekige vensters met sleutel zijn op de begane grond beschermd door tralies met speerpunten, en op de tweede bouwlaag verzwaard met hoekblokken. Hardstenen barokpoort uit de tweede helft van de 17de eeuw: geblokte rondboog met geprofileerd beloop en brede voluutsleutel rustend op Ionische pilasters met verdiepte schacht en krul. Houten vleugeldeur met nagelbeslag en sierlijke waaier van smeedwerk.
Rechthoekige binnenplaats aan twee zijden afgesloten met vleugels van twee bouwlagen onder een zadeldak uit het eerste kwart van de 17de eeuw, aangepast met een 19de-eeuwse houten kroonlijst op klossen. Noordvleugel van drie traveeën in traditionele bak- en zandsteenstijl waarin muurankers met gekrulde spie onder leien bedaking. Sporen van de oorspronkelijk naar boven toe verkleinende registers van steekboogvensters met zandstenen negblokken, die later werden aangepast tot rechthoekige vensters met hardstenen latei en lekdrempel. Fraaie westvleugel op de begane grond gemarkeerd door een hardstenen rondboogarcade met geprofileerde archivolten en voluutsleutels, rustend op Toscaanse zuilen, de zwikken met uitgewerkt rozet, afgewerkt met een geprofileerde waterlijst; later dichtgemetseld met uitsparingen voor vensters en deur. Volledig natuurstenen parement op de bovenverdieping; rechthoekige vensters met kwarthol geprofileerde neggen en voorzien van een balustrade. De achtergevel van de hoofdvleugel (zuidzijde) draagt sporen van een gedicht kruiskozijn. Aan de oostzijde gemene muur van het belendende pand, met beglaasde bovenbouw waarin gietijzeren steunelementen en traceerwerk uit de 19de eeuw.
Interieur: bewaarde rococoplafonds uit de tweede helft van de 18de eeuw, met stucdecoratie van lijstwerk, vierpassen, schelpen, druiven trossen en rankwerk.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Hagelsteen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4898 (geraadpleegd op ).