Hoekhuis. Voormalig brouwershuis Dubois met ommuurde tuin met hekwerk, voormalig koetshuis en stallen.
De beeldbepalende hoekwoning werd circa 1880-1892 als brouwerswoning gebouwd door de familie Dubois op de plaats van een afgebroken pachthof. Volgens mondelinge overlevering werd het bouwmateriaal geleverd door een familielid dat onder meer handelde in bouwmaterialen. De brouwersfamilie Dubois baatte minstens vanaf de jaren 1840 een brouwerij in Oudegem uit, later gekend als "Brasserie Dubois frères & soeurs". De brouwerij veranderde verschillende malen van naam gelijktijdig met de nieuwe bedrijfsleiders en was achtereenvolgens gekend als "Brasserie Gustave Dubois", vanaf 1906 als "Brasserie Léon Dubois-Haems" en vervolgens als "Brasserie Hector Dubois-Mertens". In 1950 werd de onderneming omgevormd tot de "N.V. Brouwerij Du Bois-Mertens". Enkele jaren later werd de bierproductie gestaakt en evolueerde de brouwerij tot een depot van de brouwerij Alken. De N.V. werd in 1979 ontbonden.
De brouwerijgebouwen en het aanpalende eerste brouwershuis werden mogelijk circa 1840-1842 in de Mevrouw Courtmansstraat ter hoogte van nummer 30-32 en nummer 28 opgetrokken, in de nabijheid van de voormalige brouwerij D’Hollander. Circa 1880-1892 werd een nieuw brouwershuis gebouwd tegenover de Onze-Lieve-Vrouwekerk in opdracht van de broer en zussen Gustave, Catharina en Emerantia Dubois. De voormalige brouwerswoning werd toen ter beschikking gesteld voor de bedrijfsadministratie. De oorspronkelijke brouwerijgebouwen zijn inmiddels afgebroken en het eerste brouwershuis in de Mevrouw Courtmansstraat werd door een nieuwbouw met dezelfde volumewerking vervangen.
De voormalige brouwerswoning is een opvallend en beeldbepalend herenhuis op de hoek van Ouburg en Lambroeckstraat achter een door sierlijk gesmeed hekwerk afgesloten voortuintje. De bijhorende mooi aangelegde tuin is volledig ommuurd en deels met gesmeed hekwerk afgesloten en voorzien van de nodige aanhorigheden. Het voormalige koetshuis is gelegen links van het woonhuis en werd inmiddels verbouwd tot garage; een vrijstaand dienstgebouwtje achter de woning was eertijds bestemd als stal. De aanhorigheden zijn opgetrokken in dezelfde materialen als het woonhuis en maken inherent deel uit van het wooncomplex.
Achterliggende voormalige stalling aan een gekasseide koer wordt gemarkeerd door een benadrukte middentravee met laadluikje en nokbekroning, getypeerd door het gebruik van verspringende hoogtes onder platte daken én de ritmische plaatsing van getoogde muuropeningen.
De brouwerswoning Dubois is een fraaie herenwoning met kenmerkende dubbelhuisopstand en kleurrijk gevelparement in eclectische bak- en hardsteenstijl, bereikbaar via een gekasseid padje in de voortuin. De onderkelderde woning telt vijf traveeën en twee bouwlagen onder een schilddak met omlopende overstekende kroonlijst op klossen en tandlijst. De zeer evenwichtige gevelopbouw wordt centraal benadrukt door het middenrisaliet met bekronend driehoekig fronton en een balkon op consoles met sierlijk gesmeed ijzeren balustrade. Het strakke gevelontwerp wordt verlevendigd door het speelse metselverband met knipvoegen en het rijke materiaalgebruik van blauwe hardsteen in de plint, banden, geprofileerde venster- en deuromlijstingen met oren en siersluitsteen en hoofdgestel met trigliefen. Het oorspronkelijke schrijnwerk van de voordeur aan een bordes van vier treden bleef behouden.
De brouwerswoning had oorspronkelijk een rechthoekig grondplan, maar werd eind de jaren 1920 aan de achterzijde vergroot. De veranda uit die tijd werd in de jaren 1930 verbouwd tot living. Door deze aanpassingswerken wordt de achtergevel gekenmerkt door verspringende volumes. De noordzijgevel werd opengewerkt met een getoogd venster met decoratief glaswerk ter hoogte van de trap.
Interieur. Traditionele dubbelhuisindeling met verhoogde begane grond. De centrale T-vormige hal heeft een zwart en wit marmeren vloer in geometrisch patroon. De wanden worden geleed door middel van pilasters met kapitelen. Het bureau aan de straatzijde wordt bepaald door de marmeren schouw met geschilderde putti in het bovenlicht. In de doorlopende salons aan de zuidzijde treft men fraaie marmeren schouwen aan met, naar verluidt, gerecupereerde Delftse tegels in de haardmond.
STROOBANTS A. 1990: Tussen pot en pint. Herinneringen aan de Dendermondse brouwers, Dendermonde, 76-79.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)