Voormalige herenwoning van textielfabrikant Clément Ramlot, op de plaats van de vroegere woning "De Kop" en "De Gulden Kop".

Bouwgeschiedenis van deze site klimt minstens tot de 14de eeuw op. Volgens A. de Vlaminck maakte het domein in 1375 nog deel uit van de aanpalende afspanning en herberg "Het Gulden Hoofd", pas later werd het er van afgescheiden. In de 15de eeuw bevond zich op deze plaats de vroegere woning "De Kop" en "De Gulden Kop" (1476). Volgens kadastergegevens bevond zich hier in de eerste helft van de 19de eeuw samen met het aanpalende pand een privéschool voor meisjes, vervolgens de herenwoning van textielfabrikant Clément Ramlot, later als zetel van Intergem, heden privéwoning en gerestaureerd begin 21ste eeuw.

Beeldbepalend gebouw van vier traveeën en drie bouwlagen onder twee parallel geplaatste zadeldaken. Tussen beide daken bevindt zich een lanterneau die de trapkoker verlicht. Huidig voorkomen met bepleisterde empiregevel is stilistisch te dateren in de eerste helft van de 19de eeuw. Voormalige herenwoning gekenmerkt door een geritmeerde gevelopbouw met rondboogvensters gevat tussen brede pilasters aan een gevelbreed gesmeed ijzeren balkon op zware rolwerkconsoles op de eerste verdieping. Horizontale lijn voorts benadrukt door sierpleisterwerk in de fries en de met spiegels uitgewerkte attiek onder de houten kroonlijst op klossen. Vensters op de gelijkvloerse en de bovenste verdieping gevat in een geprofileerde rechthoekige omlijsting. Een gedeelte van het oorspronkelijke schrijnwerk bleef behouden. Ook de paneeldeur met bovenlicht in glas in lood van de voordeur aan een bordes van drie treden bleef bewaard; het tochtportaal werd gewijzigd.

Sobere bakstenen achtergevel voorzien van verspringende jongere volumes, nieuw schrijnwerk en aanpassingen voor de brandveiligheid.

Interieur

De herenwoning is aan de straatzijde onderkelderd met twee parallelle kelders met tongewelf en in de hoek een gedichte water- of beerput, die in 2007 archeologisch onderzocht werd. De gelijkvloerse verdieping werd grondig gewijzigd voor de vroegere kantoorinrichting. De interieurindeling en aankleding van de bovenverdiepingen die op stilistische basis in het tweede of derde kwart van de 19de eeuw met 20ste-eeuwse aanpassingen te dateren is, bleven behouden. De traphal met slingertrap met opvallende trappaal, arduinen bloktrede en golvende leuning wordt verlicht door de lichtkoepel tussen de twee zadeldaken. Op de bovenverdieping zijn de salons, waarvan de fraaiste aan de straatzijde zijn gelegen, rond de centrale traphal geschikt. De salon in neo-Vlaamserenaissance-stijl met grote houten schouw met marmeren wangen, hoge lambrisering met wortelmotief, balklaag met initialen en spreuk ‘Stella duce/ R.R.’ was naar verluidt het voormalige directeursbureel. In de aanpalende ruimten resten marmeren schouwmantels waarvan één met een metalen voorzetstuk met zweepslagmotief. Op de bovenste verdieping bleef een gelijkaardige maar sobere ruimte-indeling en schikking behouden evenals de balustrade aan de lanterneau met dezelfde golvende leuning.