Geheel van twee gekoppelde winkelhuizen in second-empirestijl op de hoek van Falconplein en Kaasbrug, dat in twee fasen tot stand kwam. De eerste fase betrof het hoekpand Kaasbrug 1, volgens de bouwaanvraag uit 1864 opgetrokken in opdracht van de heer Parasiers. Van dit project, waartoe ook de twee rechts aanpalende gekoppelde winkelhuizen Kaasbrug 3 (verbouwd) behoorden, vallen ontwerper noch aannemer uit het bouwdossier af te leiden. In 1885 liet de kleermaker Josephus Hubertus Van Koetsem-Blom (Boom, 1843-Antwerpen, 1923) het links aanpalende winkelhuis optrekken door de architect Adophus Van den Abeele, die de gevelordonnantie en detaillering van het ontwerp uit 1864 kopieerde. Van Koetsem was in 1872 te Antwerpen gehuwd met Catharina Antonia Blom (Antwerpen, 1853-1914), die zes zonen en zes dochters ter wereld bracht geboren te Antwerpen tussen 1873 en 1891, waarvan de helft binnen het eerste tot derde levensjaar overleed. Van Adophus Van den Abeele zijn een beperkt aantal bouwdossiers teruggevonden daterend uit de jaren 1871 tot 1887, zonder uitzondering rijhuizen in conventionele neoclassicistische stijl.

Hoekcomplex bestaande uit twee panden van elk drie traveeën, drie en een halve bouwlaag hoog onder zadeldaken. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels met second-empiredecor, de afgeronde hoektravee met het winkelportaal bekroond met een gebogen fronton. Achtereenvolgens rechthoekige en getoogde bovenvensters per travee gevat in verdiepte muurvlakken. Sierlijke vensteromlijstingen met fraaie sluitstenen, onder meer mascaronsleutels accentueren de eerste verdieping. De bekronende mezzanine is gevat tussen de gelede architraaf en de houten kroonlijst op modillons. Rondbogig winkelportaal in een brede omlijsting met rozetten en versierde sluitsteen geflankeerd door winkelramen tussen pilasters, met bewaard houten schrijnwerk, in het hoekpand uit 1864. Ook in het aanpalende pand uit 1885 is de klassieke houten winkelpui bewaard, bekroond door een twee traveeën breed balkon met consoles en fraaie ijzeren borstwering.