Teksten van Molenberg Natie

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4922

Molenberg Natie ()

Historiek en context

Complex gevormd door de pakhuizen van de Molenberg Natie, parallel ingeplant aan beide zijden van een oorspronkelijk afgesloten, gekasseide binnenplaats, die bereikbaar is via een gekasseide gang vanuit de Falconrui. Naar verluidt opgericht in 1802 en oorspronkelijk Meulenbergh Natie genoemd, zou de naam van deze waternatie zowel kunnen verwijzen naar de Molenberg bij de Kipdorppoort, als naar de stichter, in dat geval wellicht Gerardus of diens zoon J.F. Meulenberghs.

Het westelijke pakhuis met paardenstal en kantoor in eclectische stijl werd opgetrokken naar een ontwerp door de architect Jos. Bellens uit 1873. Een gevelsteen draagt het opschrift: "GEBOUW OPGERICHT DOOR DE / LEDEN DER MOLENBERG NATIE / J. VAN HOOGHTEN, VAN ROY & Cie / 1 SEPTEMBER 1873 / BOUWMEESTER / JOS. BELLENS". Het oostelijk pakhuis in modernistische stijl kwam tot stand naar een ontwerp door de architecten Antoine George en Harry van de Veerdonk uit 1937. Aanvankelijk was een gebouw van vijf bouwlagen gepland, maar het bleef uiteindelijk bij vier. Sinds 1993 zijn de gebouwen van de Molenberg Natie tot één complex verenigd met de aanpalende gebouwen van de Ruys Natie, de Handels Natie en de Zuid Natie. Alle vroegere scheidingsmuren werden vervolgens gesloopt en de gebouwen gerenoveerd tot een kantoor- en wooncomplex, in combinatie met nieuwbouw.

Jos. Bellens was in Antwerpen als bouwmeester actief tijdens de jaren 1861 tot 1876. Van de teruggevonden bouwprojecten is de Molenberg Natie veruit het belangrijkste.

Antoine George, van Franse afkomst, werd in Nederland geboren. Kort na de Eerste Wereldoorlog studeerde hij aan de Antwerpse Academie als medestudent van Léon Stynen, en liep vervolgens drie jaar stage in Duitsland. Naast architect was hij ook pianist, tekenaar, schilder en beeldhouwer. Terug in België behaalde George de derde prijs in de architectuurwedstrijd voor de bouw van het sportpaleis in Deurne, wat heel wat opdrachten opleverde. Om die reden associeerde hij zich in 1935 met zijn schoonbroer architect Harry van de Veerdonk. Samen realiseerden ze in 1940 een villa John Janssens te Ekeren. Eerder, in 1933-1934 had hij al de nieuwbouw van de aanpalende Ruys Natie tot stand gebracht. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vluchtte de familie George naar Normandië, waar de architect in zijn tweede loopbaan onder meer het gemeentehuis van Fécamp ontwierp. Uit het gematigde modernisme van Antoine George blijkt de invloed van de eigentijdse Nederlandse architectuur, meer bepaald het romantisch kubisme van Dudok.

Architectuur

Westelijk pakhuis

Met een gevelbreedte van oorspronkelijk dertien traveeën, omvat het langgerekte gebouw drie bouwlagen onder een zadeldak. De sobere constructie uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Volkomen symmetrisch van opzet, wordt de opstand gemarkeerd door twee zijrisalieten, elk twee traveeën breed, het rechter afgeschermd door een recente aanbouw. De tussenliggende traveeën zijn volgens een alternerend ritme in de middenas, de vierde en tiende travee geaccentueerd door poorttraveeën met laaddeuren en een overkapte hijsbalk uitgerust met een katrol. Verder is de opstand opgebouwd uit regelmatige registers van steekboogopeningen met arduinen lekdrempel, doorgetrokken tot een kordon op de eerste verdieping. Een gekorniste houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging.

Volgens de bouwplannen was de begane grond door twee inkom- en traphallen opgedeeld in een kantoor, een driebeukige opslagruimte van vier traveeën en een driebeukige paardenstal van zes traveeën. Oorspronkelijk bestond het interieur uit een houten moer- en kinderbalkenconstructie op hardstenen consoles, op de eerste twee bouwlagen ondersteund door twee houten standvinken met slof en schoren. Handkraan (windas) op zolder.

Oostelijk pakhuis

Het gebouw met een rastervormige skeletstructuur uit gewapend beton, die de plattegrond opdeelt in zeven beuken van vijf traveeën, omvat vier bouwlagen onder een plat dak. Het gevelfront heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk met betonnen lateien en kroonlijsten, dat zijn expressie ontleent aan de horizontale gelaagdheid met verticale accenten, en het plastische oppervlaktereliëf. Volkomen symmetrisch van opzet, wordt de opstand gekenmerkt door een sterk opengewerkte pui met een centrale doorrij, oorspronkelijk tussen afgeronde, gelede postamenten, en horizontale bandramen binnen uit rollagen gemetselde lijsten. Het geheel van bandramen is gevat in een omlopende, sterk geprononceerde profiellijst, die wordt onderbroken door de twee hoger opgetrokken laadtorens met laadluiken en lantaarn onder een breed overkragende kroonlijst. Tussen het oude en nieuwe gebouw achteraan op het perceel, was een zwevende, dubbelhoge droogloods met persiennes ingepast.

Volgens de bouwplannen was de door de doorrij opgedeelde begane grond, bestemd voor de opslag van conserven, en de bovenverdiepingen voor zakken koffie, graan, erwten en gedroogd fruit. In de laadtorens voorzag het ontwerp 2 motoren van 5PK, één van 10PK en 1 van 2,5 PK voor de zakophalers. Valluiken met bovenlicht en een trappenhuis achteraan ontsloten de verdiepingen.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1873#179, 18#7062 en 18#7480.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Molenberg Natie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/202933 (geraadpleegd op ).


Magazijnen van de Molenbergnatie ()

Magazijnen van de Molenbergnatie, met oud gedeelte links van gekasseide binnenkoer, gedateerd door jaarsteen: "Gebouw opgericht door de / leden der Molenberg Natie / J. Van Hooghten, Van Roy & Cie / 1 September 1873 / Bouwmeester / Jos. Bellens".

Bakstenen constructie van drie bouwlagen, negen traveeën, onder zadeldak (Vlaamse pannen). Getoogde openingen op hardstenen dorpels en doorlopende hardstenen druiplijst in tweede bouwlaag; poorten en laaddeuren onder overkapte hijsbalk in tweede, vijfde en achtste travee. Begane grond in het eerste kwart van de 20ste eeuw verbouwd tot rechthoekige poorten onder I-balk met rozetten als latei. Interieur met houten moer- en kinderbalken-constructie op hardstenen consoles, en ondersteund door twee houten standvinken met slof en schoren, in tweede bouwlaag; een houten kolom ter ondersteuning op zolderverdieping. Handkraan (windas) op zolder.


Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Molenberg Natie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4922 (geraadpleegd op ).