Het Godshuis Cornelis Lantschot werd in 1656 bij testament opgericht door de koopman en financier Cornelis II Lantschot (1572-1656). Na de aankoop in 1658 van het grondstuk met huizen waaronder het “Hoefijserken” aan de Falconrui, kwam het godshuis in 1658-1659 tot stand. Het omvatte twaalf huisjes voor oude mannen rond een binnenplaats, en een kapel met sacristie die omwille van de toen heersende pestepidemie toegewijd werd aan de Heilige Rosalia. Het beheer van het godshuis vertrouwde de stichter toe aan de Armenkamer, die de armenzorg binnen de stad Antwerpen organiseerde. In de Franse tijd werd het godshuis ingelijfd bij het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen, en huisvestte na 1862 vijftien echtparen. De kapel die aanvankelijk ter beschikking was gebleven voor de eredienst, werd vanaf 1833 verhuurd als kunstenaarsatelier of pakhuis, en huisvestte vanaf 1899 de kunstenaarsvereniging “De Kapel”, opgericht door François Franck. Vanaf 1929 diende de kapel als atelier voor de beeldhouwer Ernest Wijnants, die in 1941 werd opgevolgd door de beeldhouwer Willy Kreitz, tot diens overlijden in 1982.
De Commissie van Openbare Onderstand restaureerde de voorgevel in 1958-1959 onder leiding van de architect Fritz Van Averbeke. Het O.C.M.W. en de erfgoedvereniging “Cornelis Floris”, die de kapel sinds 1984 huurde, voerden in 1987-1988 samen de bouwkundige en interieurrestauratie uit van de kapel, onder leiding van de architecten Luc Vermoesen en Rutger Steenmeijer.
Het Godshuis Cornelis Lantschot bestaat uit een barok hoofdgebouw met monumentaal gevelfront aan de Falconrui, Dat de zuidzijde van het complex vormt. Daarvan neemt de kapel met sacristie de rechter flank in, aan de oostzijde van de centrale inkomhal met doorgang naar de rechthoekige binnenplaats. Deze strekt zich ten noorden van het hoofdgebouw uit, en wordt aan drie zijden omringd door in totaal twaalf huisjes in traditionele bak- en zandsteenbouw. Het betreft éénkamerwoningen van één bouwlaag met een zolderverdieping.
De langgerekte constructie omvat drie brede traveeën en één bouwlaag onder een schilddak (nok parallel aan de straat, leien). De lijstgevel in regionale barokstijl is opgetrokken in bak- en zandsteenbouw met een hoge sokkel, speklagen en een geprofileerde daklijst, Symmetrisch van opzet ligt de klemtoon op het hoger opgaande middenrisaliet, omlijst door zandstenen platte banden en bekroond door een driehoekig fronton. Het wordt gemarkeerd door het monumentale portaal uit blauwe hardsteen, waarboven een patroon van zandstenen platte banden in dubbele accoladevorm de blinde topgeleding in spaarvelden opdeelt. De rondboogpoort gevat in een geprofileerde omlijsting met voluten, imposten, een geprofileerde waterlijst, een voluutsleutel en een spiegelboogveld rond de archivolt, wordt bekroond door een grote rolwerkcartouche met het opschrift: "GODSHUYS GEFONDEERT / BY / CORNELIS LANTSCHOT / ANNO 1656". Het geheel wordt geflankeerd door zuilen met composietkapiteel vanaf een ingesnoerd basement, die het topstuk dragen. Dit laatste bestaat uit een gebroken klassiek entablement, onderling verbonden voluten en een geprofileerde gestrekte waterlijst. Houten poort met een gesculpteerde makelaar, accoladevormig bandwerk en spijkerbeslag. Beide zijtraveeën worden in de middenas geopend door een groot steekboogvenster, gevat in een geprofileerde zandstenen omlijsting met onderdorpel, neuten, voluten, rozetten en een gebogen waterlijst.
In de binnengang, rechts de spiegelboogvormige toegangsdeur van de kapel in een omlijsting uit blauwe hardsteen, met een rechte sleutel op neuten, onder een gekorniste waterlijst. De oorspronkelijke houten vleugeldeur met ajoursnijwerk en smeedijzeren hengsels is bewaard. De kapel zelf is een eenbeukige ruimte op een rechthoekige plattegrond, met een vernieuwde hardstenen vloer, wit bepleisterde wanden en een houten tongewelf. Het meubilair wordt gevormd door een barok portiekaltaar uit rood en zwart marmer met beeldhouwwerk (engelen) in stuc. Het droeg oorspronkelijk het altaarstuk De Apotheose van Cornelis Lantschot door Theodoor Boeyermans, bewaard in de collecties van het O.C.M.W. De ingangsdeur wordt bekroond door een barokke cartouche met schelp en putti uit stuc, bedoeld voor het borstbeeld van Cornelis Lantschot door Sebastiaan van den Eynde, vandaag op de binnenplaats van het Maagdenhuis. Rond de het altaar en de cartouche zijn schaduwschilderingen aangebracht.
Rechthoekig grasperk omgeven door vleugels van zeven en acht traveeën en één bouwlaag onder leien zadeldaken waarin afgesnuite dakkapellen. Traditionele lijstgevels in bak- en zandsteenbouw, met rechthoekige keldermonden in de sokkel, speklagen, holronde daklijsten en smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Elk huisje omvat twee traveeën met een inkomdeur en venster, gekoppeld volgens repeterend en spiegelbeeldschema. Aangepaste rechthoekige vensters met kleine roedeverdeling en lage rechthoekige deuren, laatstgenoemde soms bekroond met een rechthoekig bovenlicht onder een geprofileerde bovendorpel.
Aan de zuidzijde de achtergevel in bak- en zandsteenbouw van het hoofdgebouw, zes traveeën breed en twee bouwlagen hoog, met links de steekboogvensters van de kapel, waaronder een lage aanbouw onder een lessenaarsdakje. In de derde travee: vleugeldeur met waaiervormig bovenlicht in een zandstenen omlijsting met hardstenen diamantkopimposten.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Godshuis Cornelis Lantschot [online], https://id.erfgoed.net/teksten/312371 (geraadpleegd op ).
Voormalig Godshuis Cornelis Lantschot. Godshuis opgericht in 1656-1659 door Cornelis Lantschot; de kapel werd omwille van de toen heersende pestepidemie toegewijd aan de Heilige Rosalia. Godshuis bestaande uit een kapel (zuidzijde) en huisjes van één verdieping gesitueerd rond een rechthoekige binnentuin.
Aan de straatzijde (zuidvleugel): bak- en zandstenen lijstgevel op een hoge zandstenen sokkel, leien zadeldak en hoger opgaand middenrisaliet met een driehoekig fronton; regionale barokstijl met speklagen, zandstenen vensteromlijstingen, banden in reliëf en een monumentale hardstenen ingangsomlijsting. Oorspronkelijke poort met een gesculpteerde slaglijst omgeven door een geprofileerde rondboog met gekrulde sleutel en imposten, geflankeerd door zuilen met composietkapitelen waarop krulvoluten, boven de poort een met rolwerk omlijst paneel met het opschrift "Godshuys gefondeert / by / Cornelis Lantschot / anno 1656"; het geheel wordt bekroond door een zware gekorniste waterlijst. Links en rechts segmentboogvormige vensters omgeven door baroklijstwerk.
In de binnengang rechts een spiegelboogvormige toegangsdeur van de kapel in een zware arduinen barokomlijsting (17de eeuw) met een rechte sleutel op neuten, onder een gekorniste waterlijst. De kapel zelf is een kleine, tamelijk hoge rechthoekige ruimte met overblijfselen van een barokaltaarwand (?).
Rechthoekig grasperk omgeven door vleugels van zeven en acht traveeën en één bouwlaag onder leien zadeldaken waarin puntgevelige dakkapellen. Traditionele lijstgevels op een plint met rechthoekige keldermonden; speklagen, holronde daklijsten en ankers met gekrulde spie. Aangepaste rechthoekige vensters met kleine roedeverdeling en dito deuren, laatstgenoemde soms bekroond met een rechthoekig bovenlicht onder een geprofileerde bovendorpel.
Aan de zuidzijde (achtergevel van voorgebouw) vleugel van zes traveeën en twee bouwlagen met links de segmentboogvensters van de kapel waaronder een lage aanbouw onder een lessenaarsdakje. In de derde travee: vleugeldeur met waaiervormig bovenlicht in een zandstenen omlijsting met hardstenen diamantkopimposten.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Godshuis Cornelis Lantschot [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4926 (geraadpleegd op ).