Hessenhuis ()

Historiek

Het gebouw werd op aanvraag van een groep kooplieden in 1563-1564 opgericht door de stadsmagistraat, als "Coophuys" waar wagens konden gelost en geladen worden. Omstreeks 1570 kreeg het de naam "Hessenhuis" naar de zogenaamde Hessenwagens en omwille van het drukke handelsverkeer met Zuid-Duitsland. Het gebouw deed later onder meer dienst als protestantse bidplaats, kazerne, brandweerpost, stadsmagazijn (magazijnen van de stadsmusea), stadswerkplaats en vanaf 1975 als tentoonstellingszaal. Het Hessenhuis onderging in 1980-1982 een ingrijpende restauratie onder leiding van de architect Francken, uitgevoerd door Bouwonderneming Fr. Goedleven. Daarbij werd de gevelordonnantie, die als gevolg van 19de-eeuwse wijzigingen was verstoord, in de oorspronkelijke vorm hersteld, met reconstructie van de kruis-, bolkozijnen en waterlijsten.

Architectuur

Het imposante, vrijstaande complex in traditionele bak- en zandsteenbouw wordt begrensd door Falconrui, Hessenplein en Hessenstraatje. Opgetrokken op een rechthoekige plattegrond telt de constructie tien bij drieëntwintig traveeën en twee bouwlagen onder omlopende gebogen zadeldaken (leien) met een rij afgesnuite dakkapellen. De bakstenen lijstgevels verlevendigd met talrijke speklagen en verankerd door smeedijzeren muurankers, rusten op een hoge zandstenen sokkel met kwarthol geprofileerde afzaat. De gevelbeëindiging bestaat uit steigergaten en een holronde zandstenen daklijst, onder een gootlijst op houten klossen.

De verschillende gevelopstanden beantwoorden aan een symmetrisch compositieschema, opgebouwd uit registers van kruiskozijnen in de korte zuid- en noordgevel en bolkozijnen in de lange oost- en westgevel, alle met kwarthol geprofileerde negblokken en druiplijsten. In de vier middentraveeën van de zuid- en noordgevel lopen de kruiskozijnen van de bovenverdieping lager door, belijnd door een omlopende waterlijst. In de oost- en westvleugel onderscheidt het register van bolkozijnen op de bovenverdieping zich door een ontdubbeld ritme van slechts elf traveeën in de as van de dakkapellen, eveneens belijnd door een waterlijst. De vier gevels worden telkens geritmeerd door brede rondboogpoorten, gevat in een geblokte renaissance-omlijsting met neuten, imposten en een diamantkopsleutel. Deze zijn uitgevoerd in blauwe hardsteen, in de zuidgevel aangevuld met verweerd, roze marmer voor het geblokte beloop, en dragen de steenhouwersmerken van Anthoine Hanicq, Grégoire Boulle en Jacquemart Boulle. Zij beantwoorden aan het type in Cornelis Florisstijl, vergelijkbaar met het Stadhuis en de voormalige Engelse pakhuizen (Berg van Barmhartigheid). In de zuid- en noordgevel nemen de poorten de voorlaatste traveeën in, geflankeerd door zandstenen korfboogdeuren met een bolkozijn als bovenlicht in de uiterste traveeën. In de oost- en westgevel zijn de poorten telkens symmetrisch ingeplant in de achtste en de zestiende travee. De zuidgevel onderscheidt zich verder door keldermonden en een schuin geplaatst kelderluik in de sokkel, de oostgevel door hoge, smalle steekboogpoorten in de noordelijke traveeën.

Interieur. Driebeukige halle met bewaarde houten steun- en moerbalken, op de eerste en tweede bouwlaag in de tweede helft van de 19de eeuw verstevigd met geklonken I-balken, en dakkappen.

  • ADRIAENSSENS R. 1988: Over steenhouwersmerken en hun betekenis in het kader van het onderzoek van historische gebouwen, Bulletin van de Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek 1988.4, 30-31.
  • HAECK A. 1960: De Kerbinders van het Hessenhuis en de Hessenatie. Bijdrage tot de geschiedenis van een Antwerpse natie, Antwerpen.
  • HAECK A. 1977: Terugblik op het verleden. Antwerpen bouwt zijn Hessenhuis, Cornelis Floris 1.2, 4-16.
  • S.N. 1971: Antwerpen die scone 4.

Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. & Braeken J. 2019: Hessenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/312403 (geraadpleegd op ).


Hessenhuis ()

Op aanvraag van een groep kooplieden opgericht door de stadsmagistraat in 1563-1564 als "Coophuys", waar wagens konden gelost en geladen worden; kreeg vrij spoedig (circa 1570) de naam "Hessenhuis" naar de zogenaamde Hessenwagens en omwille van het drukke handelsverkeer met Zuid-Duitsland. Het gebouw deed later onder meer dienst als protestantse bidplaats, kazerne, brandweerpost, stadsmagazijn (magazijnen van de stadsmusea) en stadswerkplaats en tentoonstellingszaal.

Groot rechthoekig gebouw van tien bij negentien traveeën en twee bouwlagen onder omlopende gebogen zadeldaken (Vlaamse pannen) opgetrokken in traditionele stijl. Verankerde bakstenen lijstgevels op een hoge zandstenen sokkel verlevendigd met talrijke speklagen; steigergaten onder holronde natuurstenen daklijst onder een kroonlijst op houten klossen. Latere rechthoekige vensters in vlakke arduinen omlijstingen, rondboogvensters op de benedenverdieping van de voorgevel. Aan alle gevels rondboogpoorten in geblokte hardstenen omlijstingen met imposten en diamantkopsleutels in Cornelis Florisstijl (zie poortomlijstingen van het Stadhuis en van de voormalige Engelse pakhuizen Venusstraat 13-15). Hoektravee van oostgevel met kleine rondboogdeurtjes in zandstenen omlijsting (gedicht in eerste travee); soortgelijke deurtjes verdwenen aan de noordgevel (zie onderbreking in sokkel en sporen van omlijsting in rechter travee).

Interieur: centraal gedeelte: driebeukige halle onder afzonderlijke zadeldaken (nok loodrecht op hoofdgevel) met bewaarde oorspronkelijke steun- en moerbalken, op de eerste en tweede bouwlaag in de tweede helft van de 19de eeuw verstevigd met geklonken I-balken.

  • HAECK A. 1960: De Kerbinders van het Hessenhuis en de Hessenatie. Bijdrage tot de geschiedenis van een Antwerpse natie, Antwerpen.
  • HAECK A. 1977: Terugblik op het verleden. Antwerpen bouwt zijn Hessenhuis, Cornelis Floris 2, 4-16.
  • S.N. 1971: Antwerpen die scone 4.

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Hessenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4927 (geraadpleegd op ).