Deze neoclassicistische burgerwoning werd gebouwd rond 1873 voor Petrus Eeckhout-Hebbelynck, "commissionaris" wonende in de Vestingstraat 11. De links aansluitende woning werd gebouwd voor Philip Hebbelynck, vermoedelijk familie. Beide woningen kennen ongeveer dezelfde gevelopbouw en gelijkaardige detaillering. Een bouwmeester is in geen van de dossiers vermeld.

De neoclassicistische woning telt drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, en is daarmee een voorbeeld van de standaard burgerhuizen die in de tweede helft van de 19de eeuw werden gebouwd. Ook de afwerking van de lijstgevel, oorspronkelijk volledig bepleisterd en witgeschilderd, en voorzien van kordonlijsten, doorlopende onderdorpels rechthoekige muuropeningen en een houten kroonlijst op modillons, behoren tot het standaard palet aan gevelornamentiek. Op de eerste verdieping centraal een balkon met balustrade, de flankerende vensters kregen balusters in de borstweringen. De bovenvensters hebben een versierde sleutel. Houten rolluikkasten met lambrekijnversiering. De houten 19de-eeuwse ramen en deuren zijn deels bewaard. Oorspronkelijk had de woning een achterhuis uitkomende in de Kipdorpvest 11, een indeling die we aan de pare zijde van de Frankrijklei bijna overal tegenkomen. De kavels komen uit in de parallel lopende Tabak- en Kipdorpvest en kregen daar achterhuizen met paardenstallen, koetshuizen of burelen.