Geheel van twee gekoppelde neoclassicistische burgerhuizen en een pakhuis, volgens de bouwaanvraag uit 1831 voor eigen rekening opgetrokken door de aannemer Guillaume J. Hertogs.
Met een totale gevelbreedte van zeven traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak, in het linker pand (nummer 5) vervangen door een pseudo-mansarde. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel en plint, de begane grond belijnd door schijnvoegen die uitstralen boven de muuropeningen; in het rechter pand (nummer 7) is de witte natuurstenen plint gedecapeerd. Horizontaal geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op het middenrisaliet, dat boven de getoogde koetspoort wordt gemarkeerd door een rechthoekig spaarveld in kolossale orde. Op de hoofdverdieping, rondboogvensters met geprofileerde archivolten op doorgetrokken imposten. Hogerop rechthoekige vensters op lekdrempels met consoles en onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel met gedeeltelijk bewaarde houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging. Toegevoegde dakverdieping in het linker pand en het risaliet. Bewaarde houten poort, inkomdeuren met ijzeren waaier, vensterschrijnwerk en gietijzeren voetschrapers. Vestibule geritmeerd door omlijste rondboognissen met houten schrijnwerk.
Op het gekasseide binnenplein, parallel aan de voorbouw, bevindt zich een pakhuis van drie bouwlagen en vijf traveeën onder zadeldak uit dezelfde bouwperiode. Oorspronkelijk was de opstand opgebouwd uit een rondboogarcade met doorgetrokken imposten op de begane grond, en registers van rechthoekige vensters op de bovenverdiepingen. De gevelordonnantie werd in 1884 in opdracht van de heer Al. Smeyers door de aannemer Emmanuel Desonais aangepast tot steekboogopeningen, met laadluiken en een hijsbalk in de middenas. Bakstenen lijstgevel, de begane grond gecementeerd met schijnvoegen, voorzien van sierankers. Het interieur en de draagstructuur werden vermoedelijk in 1884 en zeker tijdens het interbellum verbouwd. Op de begane grond rusten bakstenen troggewelven tussen ijzeren I-balken op dubbele I-ligger, welke doorheen een betonnen kolom steken; laatstgenoemde loopt doorheen de gewelflaag, en ook de verdiepingen lijken een betonstructuur te bezitten.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1831#96 en 1884#1120.