Pakhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van de stad Antwerpen, naar een ontwerp door ingenieur Frans De Winter, hoofd van de Dienst Haveninrichtingen, uit 1904. De bouw werd op 8 september 1904 bij openbare aanbesteding voor een bedrag van 237.760 Belgische frank toegewezen aan de Antwerpse aannemer J.H. Bolsée, Em. Hargot & Cie. Aangevat op 10 oktober 1904, was het gebouw voltooid op 9 april 1905. De definitieve oplevering volgde op 27 februari 1908. Het complex onderging een renovatie tot hoofdzetel van het modehuis Dries Van Noten, naar een ontwerp door Driesen Meersman Thomaes architecten (uitvoerende architecten Giedo Driesen, Jan Thomaes, Laila Landtmeters, Jan Peeters en Jan Goderis) uit 1999, uitgevoerd in 2000, met toevoeging van een dakverdieping.
Het pakhuis met rechthoekige plattegrond en een gevelbreedte van acht traveeën, omvat vijf bouwlagen onder een plat dak. In de kern ontsloten door een kleine binnenplaats, is het gebouw opgetrokken met een betonskelet van het type Hennebique. Dit laatste deelt de constructie op in zeven beuken van vier traveeën. De robuuste lijstgevel onderscheidt zich door een merkwaardig parement uit breuksteen (type grès de la Gileppe) in combinatie met blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en axiaal-symmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het twee traveeën brede, hoger opgetrokken middenrisaliet. Dit laatste wordt gemarkeerd door een over de bovenverdiepingen oplopend, getoogd spaarveld met voluutsleutel, en heeft een gevelsteen met opschrift “GODFRIED” in rode letters, en een blinde attiek als bekroning. De zijflanken zijn opgebouwd uit regelmatige registers van rechthoekige laadluiken, verbonden door balkons met smeedijzeren borstwering. Een zware kroonlijst vormt de gevelbeëindiging.
Interieur opgetrokken in gewapend beton met wapening van zacht staal, omgeven door kiezelbeton. Vlakke betonvloeren op afgeschuurde betonnen moer- en kinderbalken, op afgeschuinde betonnen kolommen.
Op binnenplaats: ijzeren lier met drijfasen electromotor Moës-Luik, 2,5 pk, 750 t/m 220 V, 37 A.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. & Braeken J. 2017: Magazijn Godfried [online], https://id.erfgoed.net/teksten/202805 (geraadpleegd op ).
Magazijn Godfried, aanbesteed op 9.9.1904. Opgetrokken rond een kleine binnenkoer. Merkwaardige arduinen ("Petit granit") lijstgevel van acht traveeën en vijf bouwlagen onder plat dak, gemarkeerd door een centraal risaliet met getoogde omlijsting en gevelsteen, waarop "Godfried". Eenvoudige rechthoekige laadvensters in de zijvleugels verbonden door balkons met gietijzeren leuningen.
Interieur opgetrokken in gewapend beton met wapening van zacht staal, omgeven door kiezelbeton. Vlakke betonvloeren op afgeschuurde betonnen moer- en kinderbalken, op afgeschuinde betonnen kolommen.
Op binnenkoer: ijzeren lier met drijfasen electromotor Moës-Luik, 2,5 pk, 750 t/m 220 V, 37 A, z.d.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Magazijn Godfried [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4957 (geraadpleegd op ).