Pakhuis in Rundbogenstijl, volgens de bouwaanvraag uit 1868 gebouwd in opdracht van M. August Michiels (Antwerpen, 1822-Antwerpen, 1884). Het gebouw werd nog tijdens de bouw in 1869 verhoogde met een derde bouwlaag. Uit de bouwdossiers vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. De bouwheer was eigenaar van een stoomrijstpellerij, eerste voorzitter van de Antwerpse afdeling van het Vlaamsgezinde Willemsfonds van 1871 tot zijn overlijden, en gemeenteraadslid vanaf 1876. De naam Marnix verwijst wellicht naar de initiaal M uit de voornaam van Michiels.
Het gebouw met een gevelbreedte van vijf traveeën, omvat drie bouwlagen onder drie parallelle zadeldaken (pannen, nok loodrecht op de straat). De lijstgevel heeft een sober parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met spaarzaam gebruik van blauwe hardsteen voor de plint en lekdrempels. Axiaal-symmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het brede, door kolossale pilasters gemarkeerde middenrisaliet, met een tuitgevel tussen postamenten als bekroning. Gevat in een spaarveld met klimmende rondbogenfriezen, doorbreken rondbogige vierlichten en een ronde oculus de bovenverdiepingen en top; de oorspronkelijk gekoppelde steekboogpoorten werden vervangen door vier rechthoekige openingen. Natuurstenen gevelsteen met verguld opschrift MARNIX. De zijflanken worden geritmeerd door spaarvelden met een gestrekte bogenfries; registers van getoogde tweelichten met lekdrempel, en steekboogpoorten in de uiterste traveeën. Een tandfries en houten gootlijst vormen de gevelbeëindiging.
Het interieur werd oorspronkelijk gekenmerkt door een volledig van de muren vrijstaande houten vloerconstructie op moer- en kinderbalken, welke niet in de buitenmuren bevestigd zijn, en op houten standvinken (met slof en schoren) rusten. Kelder met bakstenen tongewelven. Achter de poort in de derde travee, een interne hijskoker over alle bouwlagen met op de zolder een metalen windas (via een drijfriem aangedreven door een elektromotor).
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1868#530, 1868#761 en 1869#181.
- FIERENS J. 1977: Antwerpse Stapelhuizen: een balans van 1850 tot 1910, onuitgegeven eindwerk, Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedebouw Antwerpen, 67.
- HIMLER A. 1976: Inventarisering industrieel-archeologische relicten... Gedeelte haven-archeologie, onuitgegeven werkdocument, Antwerpen, 6.