Burgerhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van de heer A.A. Reynen uit 1898, naar een ontwerp door de architect Alfried Defever uit 1898. Voor de bouw van het pand werden twee traditionele diephuisjes met trap- en puntgevel uit de 17de eeuw gesloopt.
Het gebouw is de allervroegst gekende realisatie van Alfried Defever, die van 1899 tot minstens 1912 een gezamenlijke praktijk zou voeren met August Cols. Dit bureau liet zich opmerken door een opvallende reeks burgerhuizen in Zurenborg, alle voor rekening van de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier, waarbij zowel de art-nouveau-, neo-Grec- als neorococostijl op uitbundige wijze werden toegepast. Beide partners ontwierpen ook het kantoorgebouw in de Grotehondstraat waar de bouwmaatschappij zich vanaf 1902 vestigde. Over het zelfstandige oeuvre uit het interbellum van Defever, die actief bleef tot zijn overlijden in 1929, is weinig bekend.
Met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op het twee traveeën brede middenrisaliet. Dit laatste wordt op de bovenverdiepingen gemarkeerd door geblokte, kolossale pilasters met diamantkop en console, een balustrade en een stucreliëf met adelaar. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging. Bewaarde houten inkomdeuren.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1898#1691.