Traditioneel breedhuis dat in kern minstens opklimt tot de periode 1562-1592, en in bezit kwam van het bakkersambacht in 1621. De barokke poortjes dateren van 1672.
Rijwoning van drie traveeën en twee bouwlagen onder een leien zadeldak (nok parallel aan de straat), waarin twee getrapte dakvensters. Lijstgevel in bak- en zandsteenbouw met speklagen en steigergaten, verankerd door smeedijzeren muurankers waaronder met gekrulde spie. Opmerkelijke pui uit blauwe hardsteen, de plint met holle afzaat en aangepaste rechthoekige keldermonden. Vier voormalige kruiskozijnen, waarin sponning bekroond door geprofileerde waterlijsten; bovenlichten uitgewerkt als insteekverdieping. Twee hardstenen barokpoortjes met waaiervormig bovenlicht in een geblokte, boogvormige omlijstingen met voluutsleutel op geprofileerde imposten. Spiegelboogvormige, druk geprofileerde en gekorniste bekroning met gestrekte waterlijst. Aangepaste rechthoekige bovenvensters, vroegere kruiskozijnen met kwarthol geprofileerde negblokken. Gevelbeëindiging door middel van een eenvoudige houten kroonlijst op een kwartholle daklijst. Beide dakvensters van drie treden met schouderstukken en een overhoeks topstuk, worden geopend door rechthoekig venster met kwartholle negblokken onder een luikgat. Het poortje in nummer 18 geeft toegang tot een achterhuis.
- SMEKENS P. 1951: Oude poortjes in Antwerpen, Antwerpen, plaat 28.