In oorsprong laatclassicistisch burgerhuis van twee bouwlagen, volgens de bouwaanvraag uit 1809 opgetrokken in opdracht van de heer Lacoste. Het pand werd in opdracht van de koopman Jos. Van Leckwijck met een derde bouwlaag verhoogd en in neoclassicistisch stijl aangepast, met toevoeging van waterlijsten, schijnvoegen, vensteromlijstingen en een klassiek hoofdgestel aan de gevel, naar een ontwerp door de architect Jean Le Roij uit 1878. Vervolgens liet zijn weduwe het hotel in 1886 uitbreiden met de twee rechter traveeën en de aanpalende lagere annex, door de aannemer C. Joseph Brusselairs.
Rijwoning van zeven traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op het portaalrisaliet, met de rechthoekige, vlak omlijste koetspoort uit 1809. Oorspronkelijk ingeplant in de rechter travee, vormde dit laatste sinds de uitbreiding van 1886 een gedesaxeerd middenrisaliet. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen. Bovenvensters in geriemde omlijsting met oren. De eerste verdieping wordt als bel-etage geaccentueerd door een tandlijst en entablementen op rozetconsoles. Een klassiek hoofdgestel met casementen in de fries en een vernieuwde kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Rechts aanpalende annex, twee traveeën breed en twee bouwlagen hoog, oorspronkelijk met een blind paneel in de door een attiek bekroonde bovenbouw. Gietijzeren voetschraper.
- Stadsarchief Antwerpen, 838#237, 1878#826 en 1886#758.