Pakhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van koopman en Antwerps schepen Felix Ceulemans (1832-1908), naar een ontwerp door Henri Hertogs uit 1895. In Antwerpen actief van 1874 tot zijn overlijden in 1899, legde deze ingenieur-architect zich zowel toe op het ontwerp van burgerhuizen in neoclassicistische stijl, als industriële constructies en pakhuizen in een eclectische, neotraditioneel getinte baksteenarchitectuur. Het pakhuis kwam later in het bezit van de Werf- en Vlasnatie, die vanaf 1921 verbouwingen liet uitvoeren, en eigenaar bleef tot 1970. Samen met het aanpalende Magazijn Julia werd het pakhuis in 2010-2012 gerenoveerd, als onderdeel van een grootschalig woon- en handelscomplex, dat ook nieuwbouw omvat.
Met een gevelbreedte van vijf traveeën, omvat het gebouw drie bouwlagen, oorspronkelijk onder parallelle (?) schilddaken (nok parallel met de straat), die in 1935 werden vervangen door een plat dak. Lijstgevel uit baksteenmetselwerk in kruisverband met smeedijzeren sierankers, verlevendigd door het kleurcontrast tussen de paarsrode klampsteen voor de structurele geveldelen, en oranjerode baksteen voor de verdiepte gevelvelden. Van witte natuursteen is gebruik gemaakt voor lateien, dorpels, vensterposten en sluitstenen, en oorspronkelijk van hardsteen voor de hoge plint. Horizontaal geleed door de puilijst en axiaal van opzet, wordt de middenpartij van de bovenbouw geritmeerd door drie kolossale korfbooglisenen met diamantkopsleutel. Verder beantwoordt de compositie een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige tweelichten met middenpijler, ontlastingsboog en sluitsteen, en in de middenas getoogde laaddeuren. Een rondbogenfries op kraagstenen, een gecanneleerde fries, een muizentandfries en een kroonlijst vormen de gevelbeëindiging. De pui, oorspronkelijk in de drie middentraveeën geopend door steekboogpoorten met sluitsteen en schamppalen, die volgens spiegelbeeldschema werden geflankeerd door deuren met zijlicht, is volledig verbouwd. Oorspronkelijk gelijkaardige achtergevel, en geheel of grotendeels blinde gemene muren.
Interieur: oorspronkelijk rechthoekige plattegrond opgedeeld door een structuur van bakstenen troggewelven tussen ijzeren I-balken, rustend op dubbele I-liggers (bouten met vierkante kop en zeskantige moer). Deze worden ondersteund door gekraagde gietijzeren kolommen, en gevat in een kolomhoofd; laatstgenoemde is door moerbouten doorheen de gewelflaag met een kolomvoet op de hogergelegen verdieping verbonden. Interne hijskoker achter de vierde travee.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1895#29 en 18#3481.
- FIERENS J. 1977: Antwerpse Stapelhuizen: een balans van 1850 tot 1910, onuitgegeven verhandeling Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedebouw Antwerpen, 75.