Voornaam burgerhuis in art-nouveaustijl gebouwd in opdracht van de heer J. Goemans, naar een ontwerp uit 1910 door de architect E. De Deken uit Kapellen, over wie verder niets bekend is. De aannemer Van Riel, Peeters & Co voerde de werken uit. Het hotel werd in opdracht van toenmalig eigenaar G. Dubois grondig verbouwd tot opbrengstpand, naar een ontwerp door de architect François Dens uit 1931. Op de begane kwamen twee winkelruimten, op de eerste, tweede en toegevoegde derde verdieping appartementen.
Met een gevelbreedte van vier traveeën, omvatte de rijwoning oorspronkelijk drie bouwlagen onder een zadeldak, sinds 1931 verhoogd tot vier bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel heeft een parement uit witte Silezische brikken in kruisverband, met gebruik van witte natuursteen voor speklagen, waterlijsten, deur- en vensteromlijstingen, en blauwe hardsteen voor de bewerkte plint. Hybride van karakter, vermengt het drukke geveldecor eigentijdse art-nouveau-kenmerken met reminiscenties aan de rococostijl. Horizontaal geleed door waterlijsten en asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het oorspronkelijk hoger opgetrokken, gedesaxeerde portaalrisaliet, dat werd bekroond door een ovale oculus en een koepelhelm met lantaarn en smeedijzeren topstuk. Gevat tussen pilasters met floraal kapiteel, wordt het steekboogportaal gemarkeerd door een entablement verrijkt met voluten, mascaron, een rolwerkcartouche, rankwerk en een gekorniste waterlijst. De brede linker travee onderscheidt zich op de eerste verdieping door een driezijdige erker met pilasters en cartouches op de borstwering, oorspronkelijk bekroond door een balkonborstwering. Verder registers van rechthoekige vensters met entablement, pseudo-fronton of boogveld – in het risaliet met mozaïekdecor, borstweringen met cartouches of uit art-nouveau-smeedwerk tussen bewerkte postamenten. Bij de verbouwing in 1931 werden de benedenvensters uitgebroken tot winkelpuien met behoud van de boogvelden, het venster en balkon boven de erker vervangen door een tweede erker, het hoofdgestel en de risalietbekroning door een versoberde derde verdieping met vernieuwde kroonlijst op consoles.
Volgens de bouwplannen was de plattegrond oorspronkelijk georganiseerd rond de centraal ingeplante traphal, die aansloot op de vestibule. De begane grond bood in de linkerflank ruimte aan de eetkamer annex keuken, en de diepere rechterflank aan de suite van salon en veranda met bovenlicht. De traphal was uitgerust met een lift, ten behoeve van de bouwheer, een jichtlijder. Bij de verbouwing van 1931 werden twee winkels ingericht op de begane grond, en drie appartementen op de bovenverdiepingen. Deze bestaan uit een suite van salon en eetkamer annex keuken, twee slaapkamers en een badkamer.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Burgerhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/202842 (geraadpleegd op ).
Dubbelhuis van vier traveeën en vier bouwlagen onder plat dak. Lijstgevel van witte geglazuurde gevelsteen, verrijkt met witte natuursteen en hardsteen in een eerder traditionele art nouveau met rococo-reminiscenties, daterend uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. In het middenrisaliet, licht getoogde deur met weelderige gevelsteen met voluten en maskerkop; hoger een rechthoekig venster met gebogen waterlijst, een schouderboogvenster onder getoogde bekroning, waarin mozaïekdecoratie en ten slotte een in hardsteen omlijst rechthoekig venster. Smalle linker travee; uitgewerkt als trapezoïdale erker met drielicht op elite verdieping. Twee rechter traveeën: op elke verdieping twee gekoppelde vensters op doorlopende dorpels, op de tweede bouwlaag rechthoekig met gestrekte waterlijst, op de derde bouwlaag schouderboogvensters met gesmede ijzeren hekken; op de hoogste verdieping rechthoekig. Storende verbouwing van de winkelpui, aanzet van de oorspronkelijke muuropeningen behouden.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Burgerhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5009 (geraadpleegd op ).