Burgerhuis in neoclassicistische stijl, naar een ontwerp door de architect Jules Bilmeyer uit 1902. Opdrachtgevers van dit vastgoedproject waren de erven Van Cuyck, vertegenwoordigd door de heer H. Van Cuyck. Deze had Bilmeyer - toen nog met zijn partner Joseph Van Riel - al in 1896 een eerste maal geëngageerd voor het winkelhuis “Het Wapen van Spanje” op de Meir, en liet hem later in 1902 en 1903 nog een ensemble van vijf burgerhuizen bouwen in de Lange Lozanastraat. Bilmeyer tekende in 1912 ook voor het aanpalende winkelhuis op de hoek van Hopland en Langegang, eveneens in opdracht van de familie Van Cuyck.
Het burgerhuis Van Cuyck maakt deel uit van het late oeuvre van Jules Bilmeyer, die actief was van 1877 tot zijn overlijden in 1920. Hij startte zijn loopbaan in associatie met Joseph Van Riel, een succesvol partnerschap dat meer dan twee decennia stand hield tot het overlijden van Van Riel in 1898. Tot hun gemeenschappelijk oeuvre behoren de Heilig Hartbasiliek uit 1875-1878 te Berchem, de jezuïetenkerk Onze-Lieve-Vrouw van Gratie uit 1877-1881 aan de Frankrijklei, en enkele beeldbepalende woningcomplexen in de wijk Zurenborg zoals "Carolus Magnus" uit 1897 aan de Cogels-Osylei. Uit zijn latere carrière, die Bilmeyer vanaf 1898 in eigen naam voortzette, dateren onder meer de Sint-Antonius van Paduakerk uit 1906-1910 op de Paardenmarkt, het Pensionnat du Sacré-Coeur uit 1905-1914 in de Lamorinièrestraat en het franciscanessenklooster uit 1910-1914 in de Lange Kongostraat. Het burgerhuis Van Cuyck behoort tot het veeleer beperkte aantal opdrachten voor privéwoningen uit de nadagen van zijn carrière, waarin hij een conventioneel neoclassicisme beoefende dat ook de architectenwoning kenmerkt, die hij in 1909 aan de Kardinaal Mercierlei te Berchem liet optrekken.
Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een hoge, geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op het portaalrisaliet in de rechter travee. Dit laatste wordt op de eerste verdieping geaccentueerd door een gebogen fronton en een balkon met doorgetrokken balustrade, beide op voluutconsoles, en hogerop door een entablement. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters in geriemde of vlakke omlijsting. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Bewaarde houten inkomdeur en smeedijzeren souterraintralies.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/202824 (geraadpleegd op ).
Enkelhuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, daterend uit het derde kwart van de 19de eeuw. Hardstenen plint, waarin omriemde, rechthoekige keldermonden. Horizontale geleding van de gevel door middel van doorlopende lekdrempels, kordons en een brede balustrade met postamenten op de tweede bouwlaag Ingangstravee. opgebouwd als een licht gemarkeerd zijrisaliet met eenvoudige rechthoekige vleugeldeur, erboven breed balkon op consoles en deurvenster bekroond door gebogen fronton op tandlijst en consoles. Eenvoudige rechthoekige benedenvensters, tussen geblokte penanten; gelijksoortige bovenvensters in geriemde omlijsting aansluitend bij de balustrade; platte bandlijsten op de lagere derde bouwlaag Gevelbeëindiging door middel van houten kroonlijst op klossen, tandlijst en geleed kordon.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5014 (geraadpleegd op ).