Burgerhuis in beaux-artsstijl, naar een ontwerp door de architecten Gebroeders Wauters uit 1912. Opdrachtgever was de heer Jos. A. Servais, die in 1899 een winkelpand in de Leysstraat had laten optrekken door de architect Emile Thielens.
Het architectenbureau van de broers Paul en Gust Wauters was actief van kort na de eeuwwisseling tot het einde van het interbellum. Zoals zij zich in hun vroege werk zowel van de neostijlen als de art nouveau bedienden, volgde hun productie tijdens het interbellum evenzeer de heersende trends beaux-arts en art deco.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). De lijstgevel onderscheidt zich door een verzorgd parement uit witte natuursteen, oorspronkelijk op een plint uit blauwe hardsteen. Het sobere decor van medaillons, guirlandes, eierlijst en geajoureerde borstweringen, en het patroon van het smeedwerk zijn ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl. Asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de brede linker travee, die wordt gemarkeerd door drielichten en een bow-window met smeedijzeren borstwering als bekroning. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters, gevat in vlakke, oplopende omlijstingen met geornamenteerde borstweringen. Een entablement en een Frans balkon met smeedijzeren borstwering, beide op consoles, accentueren op de eerste verdieping de rechter travee, oorspronkelijk met het in een entablement gevatte inkomportaal. Een klassiek hoofdgestel met kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging; twee natuurstenen dakkapellen met klauwstukken en gebogen fronton. De begane grond is volledig verbouwd tot winkelpui.
De plattegrond beantwoordt aan de typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan een kantoor, en een suite van salon en eetkamer geflankeerd door de traphal/veranda met bovenlicht, waarachter de keuken en diensttrap. De eerste verdieping omvat een privé-salon, twee slaapkamers en een badkamer, de tweede verdieping drie overige slaapkamers en een ‘cabinet de toilette’, en het dakniveau drie mansardekamers.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1912#696; foto FOTO-OF#5931.