Kantoorgebouw opgetrokken in opdracht van de Administratie van Registratie en Domeinen van het Ministerie van Financiën, directie Antwerpen, als ‘Hôtel de la direction et du Timbre’ (‘Burelen van het bestuur en van het Zegel). Architect J. Rampelbergh, verbonden aan de dienst Burgerlijke Gebouwen van het Ministerie van Openbare Werken, tekende in 1912 het ontwerp. Na het verkrijgen ven de bouwvergunning op 28 juni 1912, vatte aannemer Corneille Masson de werken aan, maar deze werden opgeschort bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, en pas hervat in 1917. Aannemer Charles Van Beirs uit Lier werkte het gebouw in 1924 af.
Architect J. Rampelbergh, die in 1906 ook tekende voor het kantoor met ambtswoning van de Hypotheekbewaring in Turnhout en in 1911 voor het Kantoor van de Hypotheekbewaring, Erfenisrechten en Burgerlijke Akten op de hoek van Justitiestraat en Jan Frans Willemstraat, ontwierp het ‘Zegelgebouw’ in een klassieke architectuurtaal, ontleend aan het laat-18de-eeuwse classicisme van het Paleis der Natie te Brussel. Deze stijl was tijdens het laatste kwart van de 19de en de vroege 20ste eeuw toonaangevend voor de ministerie- en administratiegebouwen van de dienst Burgerlijke Gebouwen, met name in de Brusselse regeringswijk.
Het terrein werd voordien ingenomen door de gotische Huidevetters- of Looierskapel, waarvan de fundering en buitenmuren tot op het niveau van de eerste verdieping in de nieuwe constructie werden geïntegreerd. Deze eenbeukige kapel van drie traveeën met driezijdige koorsluiting, was in 1443 opgetrokken samen met het huidevettersgodshuis. Verkocht in 1724, deed de kapel vanaf 1821 dienst als Anglicaanse kerk, tot de ingebruikname van de Saint Boniface Anglican Church in de Grétrystraat in 1910. De zandstenen puntgevel met korfboogportaal en spitsboogvenster waarin laat-gotisch maaswerk werd volledig gesloopt. Aan de achterzijde van het huidige gebouw zijn de koormuren met spitsboogvensters en steunberen uit bak- en zandsteen integraal bewaard.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat het gebouw een souterrain en drie bouwlagen onder een mansardedak. De lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen, met oorspronkelijk gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, waterlijsten, deur- en vensteromlijstingen en de fries. De pui, oorspronkelijk met enkelhuisopstand en getralied souterrain, werd in 1998 verbouwd tot de huidige winkelpui met pilasters. Horizontaal geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op de middenas, die op de eerste verdieping wordt gemarkeerd door een balkon met consoles en doorgetrokken balustrade. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, oorspronkelijk opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, in de bovenbouw gevat in oplopende, geriemde omlijstingen. Een klassiek hoofdgestel met architraaf, fries en een vernieuwde kroonlijst, oorspronkelijk op klossen, vormt de gevelbeëindiging; houten dakkapel met vleugelstukken driehoekig fronton op consoles.
Volgens de bouwplannen bood het souterrain oorspronkelijk ruimte aan de conciërgeloge, bergplaatsen en een keuken. Op de begane grond leidde de vestibule met trappenbordes naar de centrale lokettenzaal, geflankeerd door het ontvangstkantoor en het zegelkantoor. Ontsloten door de zijdelings ingeplante traphal namen het ‘cabinet du directeur’, de kantoren voor het personeel en archiefruimten de eerste en tweede verdieping in, en de conciërgewoning de mansarde.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Zegelgebouw (Hôtel du Timbre) [online], https://id.erfgoed.net/teksten/202960 (geraadpleegd op ).
Breedhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder pseudo-mansardedak. Witte natuurstenen lijstgevel, verlevendigd met hardsteen, daterend uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Arduinen plint, waarin twee hoge rechthoekige keldervensters, onder de verhoogde begane grond. Eenvoudige rechthoekige vensters, in hardstenen omlijsting, op de bovenverdieping verticaal met elkaar verbonden; verdiepte borstweringen in de zijtraveeën en uitspringend paneel en bekronend entablement voor het middenvenster van de lagere hoogste verdieping. Brede balustrade op de tweede bouwlaag met uitspringend balkon op consoles voor de middentravee. Vernieuwde kroonlijst op een met doppen opgehoogde fries en gelede architraaf. Een houten dakvenster met driehoekig fronton.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Zegelgebouw (Hôtel du Timbre) [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5022 (geraadpleegd op ).