Teksten van Caisse Hypothécaire Anversoise

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5023

Caisse Hypothécaire Anversoise ()

Bankgebouw in beaux-artsstijl opgetrokken door de Caisse Hypothécaire Anversoise, naar een ontwerp door de architect Frans Van Dijk uit 1907. Na het verkrijgen van de bouwvergunning begin 1908, voerde de aannemer G. Hargot & R. Somers de werken uit.

Historiek en context

De bank Caisse Hypothécaire Anversoise werd op 27 augustus 1881 opgericht door een vennootschap van 73 vooral adellijke families, met een startkapitaal van 5 miljoen Belgische frank. Aanvankelijk gevestigd op de hoek van Leopoldplaats en Mechelsesteenweg, en vervolgens aan de Oudaan, verwierf de bank uiteindelijk een uitgestrekt eigendom in de Huidevettersstraat. Tijdens de 19de eeuw was hier de Cercle La Philotaxe gevestigd, een in 1819 opgerichte ‘société d’agrément’, ontmoetingsplek van de Franstalige stedelijke elite. Deze liet in 1907 door de architect Henri Blomme een nieuw verenigingsgebouw optrekken in de Lange Gasthuisstraat. Op hetzelfde moment werden de oude gebouwen in de Huidevettersstraat gesloopt voor de bouw van de nieuwe hoofdzetel van de Caisse Hypothécaire Anversoise. Deze bestond uit een handelspand bestemd voor verhuur aan de straat, en een bankkantoor met lokettenzaal in het binnenblok van Huidevettersstraat, Meir en Jodenstraat, grenzend aan het Sint-Jan-Berchmanscollege. Ten tijde van de bouw werd de raad van beheer van de bank gevormd door de industrieel Eugène Meeus (voorzitter), baron René de Browne de Tiège (afgevaardigd beheerder), graaf Emile Le Grelle en baron Alphonse van de Put (beheerder). Het complex werd al kort na de voltooiing uitgebreid met een nieuwbouwvleugel in de Jodenstraat, en een extra verdieping op de bestaande kantoorvleugels, naar een ontwerp door de architect Max Winders uit 1913, uitgevoerd in 1914-1915. Deze bouwde in opdracht van de Caisse Hypothecaire Anversoise in 1929 ook het handels- en kantoorgebouw op een aanpalend perceel zijde Meir. De bank die tijdens het interbellum over een tweede maatschappelijke zetel beschikte in Brussel, een bijhuis in Luik en een kantorennetwerk over het gehele land, opereerde tijdens de naoorlogse periode onder de naan Anhyp (Antwerpse Hypotheekkas), werd in 1999 overgenomen door het Franse AXA, en versmolt in 2000 met de vroegere spaarkas Ippa tot AXA Bank Belgium. Het voormalige bankgebouw in Huidevettersstraat en Jodenstraat werd samen met de London County Westminster & Parr’s Bank Limited aan de Meir, omgevormd tot de winkelgalerij "Meir Square", een grootschalig herbestemmingsproject ontworpen in 1991. Daarbij bleven de monumentale lokettenzaal, traphal en raadzaal van de Caisse Hypothécaire Anversoise behouden, respectievelijk geïntegreerd in het parcours van de winkelgalerij, of als onderdeel van één van de winkels. Leegstand leidde tot de sluiting zijde Meir in 2001, en zijde Huidevettersstraat in 2012.

De Caisse Hypothécaire Anversoise behoort tot het rijpere werk van Frans Van Dijk, die zijn debuut maakte omstreeks 1875 en al vroeg in zijn loopbaan naam maakte als medeontwerper van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten aan de Leopold de Waelplaats. Omstreeks de eeuwwisseling deed hij zich verder opmerken met enkele van de meest opvallende huizengroepen in de wijk Zurenborg waaronder "Boudewijn met den IJzeren Arm" en "Scaldis" aan de Cogels-Osylei, en het imposante Grand Hôtel Métropole in de Leysstraat. Als een van de uitverkoren architecten van de Antwerpse elite, de financiële wereld en het bedrijfsleven, beoefende hij zijn carrière lang een monumentaal architectuuridioom van eclectische signatuur.

Architectuur

Met een gevelbreedte van vijf traveeën omvat het monumentale gebouw in de Huidevettersstraat vijf bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). De statige lijstgevel onderscheidt zich door een verzorgd parement uit witte natuursteen, op een pui uit blauwe hardsteen, met een aan de Lodewijk XVI-stijl ontleend decor. Nadrukkelijk horizontaal geleed door brede entablementen, beantwoordt de opstand aan een drieledig schema, opgebouwd uit de hoge, opengewerkte pui, de eveneens opengewerkte bovenbouw in kolossale orde, beide met pilastergeleding, en de als attiek uitgewerkte topgeleding en pseudo-mansarde. Volkomen symmetrisch van opzet, wordt de compositie gemarkeerd door twee hoekrisalieten, respectievelijk met het publieks- en kantoorportaal van de achterliggende banklokalen. Deze worden op de eerste en derde verdieping geaccentueerd door balkons met smeedijzeren borstwering op zware voluutconsoles. De pilasters en het entablement van de winkelpui, oorspronkelijk met zij-ingang, zijn bekleed met panelen uit rood graniet. Chutes, imposten, een sluitsteen en paneel met guttae, verrijken de flankerende bankportalen; van de oorspronkelijk smeedijzeren vleugeldeuren is enkel de waaier met initiaal CHA (Caisse Hypothécaire Anversoise) bewaard. De volledig beglaasde bovenbouw, wordt geritmeerd door ranke pilasters in de middenpartij, en vensternissen in kwartronde omlijsting met bewerkte tussendorpel en smeedijzeren borstwering in de risalieten, versierd met mascarons, guirlandemedaillons en chutes; het oorspronkelijke, metalen schrijnwerk met typische roeden in het bovenlicht is bewaard. Een klassieke, regelmatige vensterordonnantie met vlakke omlijstingen, casementen op de penanten en guirlandemedaillons in de risalieten, kenmerkt de topgeleding, die is afgewerkt door middel van een klassiek hoofdgestel met architraaf, fries en gekorniste houten kroonlijst op klossen. Drie ovale oeils-de-boeuf met sluitsteen, guirlande en gebogen waterlijst op gestrekte uiteinden vormen de bekroning, geïntegreerd in een blinde attiek met siervazen ter hoogte van de risalieten en schoorstenen op de aandaken.

Volgens de bouwplannen besloeg een handelsruimte de begane grond en bovenverdiepingen van de voorbouw, door een dubbele rij vermoedelijk gietijzeren kolommen opgedeeld in drie beuken van vijf traveeën, en verticaal ontsloten door een bordes- en spiltrap. Deze werd op de begane grond geflankeerd door de vestibules voor publiek en kantoren van de achterliggende banklokalen. Deze waren georganiseerd rond de lokettenhal met bovenlicht en kofferzaal in de ondergrond, aan drie zijden omringd door kantoorvleugels van oorspronkelijk twee en sinds 1914-1915 drie bouwlagen, met een monumentale traphal in de noord-westelijke hoek. De rechthoekige lokettenhal in beaux-artsstijl met marmeren mozaïekvloer werd omringd door pilasters, waarop een klassiek hoofdgestel, een kwartholle koof met oculi, en een glaskoepel uit gebrandschilderd glas gevat in een metalen structuur. De raadzaal in neo-Vlaamserenaissance-stijl, onderscheidde zich door parket, een lambrisering en balkenzoldering uit eikenhout, en een marmeren schouwmantel met eikenhouten boezem waarin een schilderij verwerkt was.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1908#119 en 1914#5000.
  • HUYBRECHS J. 1994: Frans Van Dijk Architect te Antwerpen 1853-1939, Antwerpen, 138-140.
  • VANDEPUTTE R. 1981: Geschiedenis van de Antwerpsche Hypotheekkas 1881-1981, Tielt.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Caisse Hypothécaire Anversoise [online], https://id.erfgoed.net/teksten/202967 (geraadpleegd op ).


Rijhuis ()

Statig rijhuis van vijf traveeën en vier bouwlagen onder pseudo-mansardedak. Witte natuurstenen lijstgevel met neo-Lodewijk XVI-inslag, daterend uit het eerste kwart van de 20ste eeuw met recenter aangepaste winkelpui die evenwel de oorspronkelijke penanten behoudt. Twee zijdelingse poortrisalieten met op de begane grond een brede rechthoekige getraliede vleugeldeur, waarboven een balkon op twee brede zware consoles; hierboven drie deurvensters met gietijzeren hekken, op de tweede en derde bouwlaag verticaal verbonden per travee; muur- en vensterdammen opgehoogd met guirlandes, medaillons en slingers. Tussen deze zijrisalieten, travee-indeling door middel van kolossale pilasters met druk versierde kapitelen (tweede en derde bouwlaag); hoge rechthoekige vensters met originele verdeling en medaillon in het bovenlicht. Bovenste verdieping afgesloten door een geprofileerd, gekornist kordon; rechthoekige vensters in platte bandomlijstingen en lekdrempels; kroonlijst op klossen en tandlijst. Bekronende attiek met drie oeil-de-boeufs, voorzien van waterlijstjes, slingers en siervazen.


Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Caisse Hypothécaire Anversoise [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5023 (geraadpleegd op ).