Teksten van Oorlogsmonument

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/50511

Oorlogsmonument ()

Het oorlogsgedenkteken aan de Francis de Meeuslaan refereert aan de laatste zogenaamde “charge” van de Belgische Cavalerie op 19 oktober 1918 in Burkel. Het werd op de plaats van de militaire gebeurtenissen opgericht in opdracht van de zoon van de gesneuvelde graaf Francis de Meeus en ingehuldigd in 1931.

Historiek

De cavalerie krijgt tijdens de Eerste Wereldoorlog vooral een passieve rol toebedeeld. In de loopgravenoorlog van 1914-1918 kan de ruiterij zich weinig nuttig maken. Tijdens de oorlog gaan er zelfs stemmen op om deze eenheid af te schaffen en volledig om te vormen naar een infanterie-eenheid, maar op aandringen van Koning Albert I blijft de cavaleriedivisie bestaan. Pas in de tweede fase van het Bevrijdingsoffensief in het najaar van 1918 wordt de cavaleriedivisie bij de gevechten ingezet.

De laatste “charge” van de Belgische Cavalerie - 19 oktober 1918

Op 28 september 1918 start het Geallieerde Bevrijdingsoffensief. Tegen 4 oktober  slaagt de Legergroep Vlaanderen, bestaande uit het Belgische leger, het Britse 2de Leger en enkele Franse legerkorpsen erin een terrein van 14 kilometer diep en 40 kilometer breed te veroveren, maar de Duitse verdediging is niet gebroken. Vanaf 14 oktober start de tweede fase van het Bevrijdingsoffensief, weliswaar met een beperktere inzet van Belgische eenheden. De nieuwe Aanvalsgroepering Noord trekt met drie infanteriedivisies en de cavaleriedivisie onder bevel van generaal Lemercier in de richting van Torhout en verder. De Duitsers trekken zich vanaf 16 oktober terug op de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie, terwijl de achterhoede vertragende gevechten voert. De Belgische troepen zetten de achtervolging in op de terugtrekkende vijand.

Op 19 oktober krijgt de cavaleriedivisie onder meer de opdracht om het kanaal Brugge-Gent over te steken en op te rukken in de richting van Eeklo. De cavaleriedivisie wordt opgesplitst in twee colonnes, die elk bestaan uit een gevechtsgroepering, een voorhoede en een hoofdcorps. De noordelijke colonne bestaat uit de eerste brigade onder bevel van generaal Buffin, met de 1ste en 2de Gidsen, een artilleriebatterij, het 2e bataljon wielrijders en een peloton genie. De gevechtsgroepering die de colonne voorafgaat, bestaat uit de eerste groep van de 1ste Gidsen onder bevel van kolonel Jooris. De voorhoede bestaat uit de tweede groep van de 1ste Gidsen onder bevel van majoor Victor Van Strydonck.

Nadat de gevechtsgroepering Oedelem (Beernem) heeft doorkruist, wordt ze ter hoogte van het kruispunt Kattine (Beernem) onder Duits mitrailleur- en geweervuur genomen. Verkenners te paard signaleren een verdedigingslijn ten westen en zuidwesten van het gehucht Burkel (Maldegem). Kolonel Jooris beveelt de manschappen van de twee eskadrons af te stijgen en te voet verder op te rukken, maar deze aanval loopt snel vast. Er vallen gewonden.

Tegen 16u arriveert de voorhoede en het gros van de brigade het kruispunt bij Kattine. Generaal Buffin laat de artilleriebatterij om 16u25 schieten op de Duitse mitrailleursnesten, maar die helpen de gevechtsgroepering van kolonel Jooris niet vooruit. Hierop beveelt generaal Buffin aan de tweede groep van de 1ste Gidsen onder leiding van majoor Van Strydonck, dat ze de vijandelijke verdedigingslijn in galop per vier langs de enige bruikbare weg moet overschrijden, voorafgegaan door twee automitrailleurs. Tegelijk zullen de mitrailleursnesten hevig beschoten worden. Van zodra deze groep van majoor Van Strydonck de lijn van mitrailleurs heeft voorbijgestoken, moet ze de vijand in de rug aanvallen.

De ruiters van de tweede groep rukken op met getrokken sabel, voorafgegaan door twee automitrailleurs. Vooraleer de aanval in te zetten ter hoogte van de hoeve Grote Burkel defileren ze vóór de standaard, terwijl “Vive le Roi” meermaals zou weerklinken. De eerste lijn wordt vrij gemakkelijk voorbijgestoken, zonder grote verliezen. Op 200 meter aan de westelijke rand van Burkel blijkt de vijand echter nog een tweede lijn met mitrailleurs te bezetten. De banden doorzeefd door kogels, blokkeert de voorste mitrailleurauto de weg. De ruiters en paarden die volgen, vallen eveneens onder de kogels en maken de versperring groter, waardoor de twee eskadrons niet verder kunnen. Op bevel van Van Strydonck wordt afgestegen om te voet verder op te rukken. Generaal Buffin rapporteert die avond aan generaal Lemercier dat de tweede groep jammer genoeg deze tweede Duitse verdedigingslijn niet kon overschrijden, ondanks versterkingen. De cavaleriedivisie heeft bij Burkel 7 doden, 15 gewonden en 1 vermiste te betreuren.

De gebeurtenissen op 19 oktober 1918 worden omschreven als de laatste “charge” van de Belgische cavalerie. Volgens professor Balace is er sprake van mythevorming, waarbij de cavalerie aan de hand van deze “heroïsche charge” haar blazoen wou oppoetsen.

Graaf Francis de Meeus, adjudant-majoor van de 1ste Gidsen, had zich wellicht na het volbrengen van zijn taak, met name het overbrengen van het bevel van generaal Buffin aan Van Strydonck, spontaan aangediend om deel te nemen aan de aanval. Zoals gesuggereerd in de historiek van het regiment 1ste Gidsen door William Parmentier wou hij waarschijnlijk tijdens de aanval de mitrailleurauto’s aanmanen om sneller te rijden, waardoor hij op kop van de ruiters raakte en er dodelijk getroffen werd door mitrailleurvuur.

Oprichting herdenkingsmonument

De oprichting van het gedenkteken is een initiatief genomen door de oudste zoon van de gesneuvelde graaf en kapitein-commandant de Meeus, monnik in de Sint-Andriesabdij. Op 18 oktober 1931 zal de pater het gedenkteken inzegenen onder massale belangstelling en in aanwezigheid van talrijke hoge Belgische officieren, de Maldegemse oud-strijdersbond en vele andere verenigingen. De inhuldiging vond echter plaats in een periode van politieke beroering in Vlaanderen. Ook te Maldegem heerste er een tijdsgeest van antimilitarisme. Deze gevoelens waren destijds te lezen in opschriften op verschillende woningen. De redevoeringen in het Frans van de Maldegemse burgemeester en van generaal van Strydonck tijdens de inhuldiging zorgden voor enig gemor in het publiek.

Beschrijving

Het herdenkingsmonument staat achteraan op een in deels gebroken steen aangelegd pleintje, omheind met paaltjes en met groenbeplanting. Het herdenkingsteken bestaat uit een 6 meter hoge obelisk, opgebouwd uit twee op elkaar geplaatste massieve arduinen blokken, versmallend naar boven en op vierkante voet van ongeveer één vierkante meter.

Hoog op de top van het vooraanzicht steekt een plastisch beeld uit van een bronzen hand, die een sabel recht in de lucht steekt. De sabel herinnert aan de charge van de Gidsen met het blanke wapen in de hand, al roepend "Leve de Koning". In de schaduw van de lengte van de sabel is een groot kruis uitgebeiteld in het arduin, opgevuld in goudkleur. De uitgebeitelde teksten in de drie zijden van de obelisk zijn in goudkleur.

Voorkant: tekst voorzijde, uitgebeiteld, in gouden letters, met de namen van de gesneuvelden: "Commandant/ Comte/ Francis/ de/ Meeus/ Adjudant/ Guy van der/ Cruycen/ Brigadier/ J. Wibail/ Cruysaert R C/ Timmers M F/ Van Belle A T/ Brigadier/ Hervé Geelhand/ de la Bistrate (daarnaast een (lichte) tekening van een gepantserd voertuig)".

Rechterzijkant: Embleem met cirkel met driehoek, waarin de naam 1ste Gidsen onder een koninklijk kroontje. Daaronder de Nederlandstalige tekst: "19-X-1918/ In/ zegevierenden/ stormren/ verpletterde/ hier het Eerste/ Regiment Gidsen/ den vijand".

Linkerzijkant: Embleem met cirkel met driehoek, waarin de naam 1er Guides onder een koninklijk kroontje. Daaronder de Franstalige tekst: "19-X-1918/ Le 1er Régiment des Guides/ chargera/ victorieusement/ l’ennemi".

  • Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/43010/101.1, Herdenkingsmonument Eerste Wereldoorlog van de Charge van Burkel voor het 1ste Regiment Gidsen (VAN BRANDEN G. 2013).
  • BALACE F. 2010: La “charge de Burkel” ou la naissance d’un mythe, in: Quand les canons se taisent. En toen zwegen de kanonnen. When the Guns fall Silent, Algemeen Rijksarchief. Studies over de Eerste Wereldoorlog, 18, Brussel, 53-67.
  • NOTTEBOOM W. 2003: Meetjeslandse oorlogsmonumenten, Appeltjes van het Meetjesland jaarboek 54, 255-261.
  • WEEMAES M. s.d.: Van de IJzer tot Brussel. Het bevrijdingsoffensief van het Belgisch leger. 28 september 1918, Marcinelle.
  • Informatie verkregen van Kolonel JP Warnauts (4 mei 2020).

Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Van Branden, Gudrun
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Oorlogsmonument [online], https://id.erfgoed.net/teksten/327293 (geraadpleegd op ).


Oorlogsmonument ()

Het oorlogsgedenkteken aan de Francis de Meeuslaan refereert aan de laatste overmoedige charge van de Belgische Cavalerie op 19 oktober 1918 in Burkel, waarbij de Duitse weerstand doorbroken werd. Het werd op de plaats van de veldslag opgericht in opdracht van de zoon van de gesneuvelde graaf Francis de Meeus en ingehuldigd in 1931.

Historiek

De laatste charge van de Belgische Cavalerie - 19 oktober 1918

Op 28 augustus 1918 start het Geallieerde Bevrijdingsoffensief. Het Duitse front wordt doorbroken op 14 en 15 september 1918. De Duitsers trekken zich terug op de Leie en het Schipdonkkanaal.

Op zaterdag 19 oktober 1918 bereiken de Belgen Oedelem. De Belgische cavaleriedivisie onder bevel van generaal Lemercier ondervindt een sterke weerstand ten zuiden van Oedelem. De 2de Belgische Divisie richt zijn aanvallen ten noorden van Oedelem, terwijl in het zuiden het 34ste Franse legerkorps opereert. De noordelijke colonne bestaat uit een gevechtsgroep cavalerie onder leiding van Kolonel Jooris, die tevens commandant is van het 1ste Regiment Gidsen; de voorhoede bestaat uit een tweede groep van de 1ste Gidsen onder bevel van majoor Victor Van Strydonck.

Op 19 oktober 1918 trekt de voorhoede Oedelem binnen onder vuur van de Duitsers. Zij trekken verder naar Maldegem, waar zij tot taak hebben de Duitse weerstand op het Vossenhol en op Burkel uit te schakelen. Het 3de en 4de eskadron van de 1ste Gidsen, voorafgegaan door twee mitrailleursvoertuigen en met vier ruiters naast elkaar, krijgen rond vijf uur het bevel van generaal Buffin, overgedragen door commandant Selliers de Moranville, om over de weg naar Maldegem aan te vallen en de Duitse stellingen stormenderhand in te nemen.

Op order van kapitein-commandant Francis de Meeus, en gesteund door majoor van Strydonck, wordt een Belgische charge uitgevoerd op de Duitse linie. De charge met getrokken sabel was overmoedig. Achttien cavaleristen sneuvelen, onder hen adjudant Guy van der Cruycen. Kapitein-commandant Francis de Meeus, aan het hoofd van de ruiterij, wordt getroffen. De chauffeur van een van de mitrailleursvoertuigen, wordt eveneens door een kogel dodelijk getroffen.

Onder het verdere bevel van majoor van Strydonk, die zich tijdens de charge heeft kunnen los wrikken vanonder zijn gevallen paard, vordert het 3de eskadron ten noorden van de weg, het 4de ten zuiden. De Duitse weerstand ter hoogte van Burkel wordt tenslotte doorbroken en wordt overwonnen. De Duitsers trekken zich terug op het Vossenhol dichter bij het centrum van Maldegem. Het Tweede Gidsen Regiment neemt de volgende dag het hoofd van de Brigade over van het 1ste Gidsen Regiment. Het regiment valt op een sterke weerstand van de vijand te Maldegem, die echter door een bliksemactie wordt gebroken.

Het Gentse 1ste Linieregiment zal ten slotte Maldegem bereiken op 20 oktober 1918 in de vroege morgen. Rond de brug aan de Speyestraat sneuvelen nog vijf Belgische soldaten. De terugtrekkende Duitsers blazen de brug over de Ede bij de Markt op. Diezelfde namiddag starten de bombardementen op Maldegem vanachter het Schipdonkkanaal te Balgerhoeke. De gevechten rond het kanaal zullen nog duren tot 2 november 1918. Te Maldegem sneuvelen 88 Belgische soldaten. Het merendeel ligt begraven op het Maldegemse soldatenkerkhof.

Oprichting herdenkingsmonument

De oprichting van het gedenkteken is een initiatief genomen door de oudste zoon van de gesneuvelde graaf en kapitein-commandant de Meeus, monnik in de Sint-Andriesabdij. Op 18 oktober 1931 zal de pater het gedenkteken inzegenen onder massale belangstelling en in aanwezigheid van talrijke hoge Belgische officieren, de Maldegemse oud-strijdersbond en vele andere verenigingen. De inhuldiging vond echter plaats in een periode van politieke beroering in Vlaanderen. Ook te Maldegem heerste er een tijdsgeest van antimilitarisme. Deze gevoelens waren destijds te lezen in opschriften aan de huizen van verschillende woningen. De redevoeringen in het Frans van de Maldegemse burgemeester en van generaal van Strydonk tijdens de inhuldiging zorgden voor enig gemor in het publiek.

Beschrijving

Het herdenkingsmonument staat achteraan op een in deels gebroken steen aangelegd pleintje, omheind met paaltjes en met groenbeplanting. Het herdenkingsteken bestaat uit een 6 meter hoge obelisk, opgebouwd uit twee op elkaar geplaatste massieve arduinen blokken, versmallend naar boven en op vierkante voet van ongeveer één vierkante meter.

Hoog op de top van het vooraanzicht steekt een plastisch beeld uit van een bronzen hand, die een sabel recht in de lucht steekt. De sabel herinnert aan de charge van de Gidsen met het blanke wapen in de hand, al roepend "Leve de Koning". In de schaduw van de lengte van de sabel is een groot kruis uitgebeiteld in het arduin, opgevuld in goudkleur. De uitgebeitelde teksten in de drie zijden van de obelisk zijn in goudkleur.

Voorkant: tekst voorzijde, uitgebeiteld, in gouden letters, met de namen van de gesneuvelden: "Commandant/ Comte/ Francis/ de/ Meeus/ Adjudant/ Guy van der/ Cruycen/ Brigadier/ J. Wibail/ Cruysaert R C/ Van Belle A T/ Brigardier/ Hervé Ceelhand/ de la Bistre (daarnaast een (lichte) tekening van een gepantserd voertuig)".

Rechterzijkant: Embleem met cirkel met driehoek, waarin de naam 1ste Gidsen onder een koninklijk kroontje. Daaronder de Nederlandstalige tekst: "19-X-1918/ In/ zegevierenden/ stormren/ verpletterde/ hier het Eerste/ Regiment Gidsen/ den vijand".

Linkerzijkant: Embleem met cirkel met driehoek, waarin de naam 1er Guides onder een koninklijk kroontje. Daaronder de Franstalige tekst: "19-X-1918/ Le 1er Régiment des Guides/ chargera/ victorieusement/ l’ennemi".

  • Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/43010/101.1, Herdenkingsmonument Eerste Wereldoorlog van de Charge van Burkel voor het 1ste Regiment Gidsen (VAN BRANDEN G., 2013).

Auteurs:  Van Branden, Gudrun
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Oorlogsmonument [online], https://id.erfgoed.net/teksten/173740 (geraadpleegd op ).


Oorlogsmonument ()

Monument opgericht door de zoon van de hier gesneuvelde graaf F. de Meeus, monnik in de abdij van Zevenkerke, ter ere van zijn vader. Door de monnik ingezegend op 18 oktober 1931. Gedenkteken bestaande uit twee op elkaar geplaatste arduinen blokken in de vorm van een obelisk. Voorzijde versierd met een bronzen hand dat een zwaard vast houdt, daaronder staan de namen van de gesneuvelden, in de rechter zijde in een cirkel het embleem van de 1ste Gidsen en daaronder de gebeitelde tekst "19-X-1918 In zegevierenden stormren verpletterde hier het eerste Regiment Gidsen den vijand", in de linkerzijde, de Franse tekst.

  • NOTTEBOOM W. 2003: Meetjeslandse Oorlogsmonumenten, Maldegem, Burkel, Appeltjes van het Meetjesland, jaarboek nummer 54, 255-261.

Bron: BOGAERT C. & LANCLUS K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Assenede, Eeklo, Kaprijke, Maldegem en Sint-Laureins, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 21n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Oorlogsmonument [online], https://id.erfgoed.net/teksten/50511 (geraadpleegd op ).