Enkelhuis uit het eerste kwart van de 20ste eeuw; twee bouwlagen hoog met drie traveeën brede voorgevel, afgedekt met een steil zadeldak (leien).
Rode baksteen met decoratieve verwerking van witte baksteen voor muurbanden, boogstenen en borstwering; arduin voor sokkels, dorpels, sluitstenen en druiplijsten. Rechthoekige vensters met bovendorpel onder steekboog. Overkragende en brede uitspringende rechtertravee op de bovenverdieping uitlopend in tuitgevel met driehoekig fronton; tweeledig zoldervenster onder overspannende korfboog: uitgewerkte sierankers. Flankerende houten dakkapel met windborden en gesmeed ijzeren spits.
Bron: EEMAN M., KENNES H. & MONDELAERS L. 1984: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Mechelen, Binnenstad, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 9n, Brussel - Gent. Auteurs: Eeman, Michèle; Mondelaers, Lydie; Kennes, Hilde Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)