De site van de dekenij is ingeplant ten noorden van de kerk en paalt aan het kerkhof.
De priesterage of woning van de pastoor van Sint-Barbara op deze locatie klimt zeker op tot de 17de eeuw. Kerkrekeningen vermelden de aankoop van afbraakmateriaal van het hospitaal aan de Ede in 1637-39 onder meer voor de bouw van de kerktoren en de pastorie. De Ferrariskaart (1771-78) toont een rechthoekig gebouw met ommuurde voortuin palend aan het kerkhof met een brede toegangsdreef vanaf het noorden in de Edestraat. Zijn huidige omvang en neoclassicistisch voorkomen kreeg de pastorie vermoedelijk tussen 1816 (zie kadastrale atlas waarop een kleiner volume afgebeeld is) en circa 1860 (zie Poppkaart met voorstelling van het huidige volume) met de uitbreiding aan de linkerzijde, verhoging met een halve verdieping en nieuw zadeldak. Rekeningen in het kerkarchief verwijzen naar talrijke werken tussen 1875 en 1885. In 1890 andermaal uitgebreid onder meer links achteraan met inkom aan de Deken de Fonteynestraat. In 1969 werd Maldegem een decanaat en de pastorie omgedoopt tot dekenij. Bij de grondige restauratie en renovatiewerken van 1980-81 werd het gebouw in zijn 19de-eeuwse toestand hersteld. Pas dan ook werd de brede toegang met ijzeren hek aan de voorzijde gemaakt.
Grondige restauratie en renovatiewerken in 1980 onder leiding van ingenieur-architect H. Debbaut brachten een aantal sporen aan het licht waardoor een poging tot bouwhistoriek kan opgemaakt worden. Een tudorboogvormige deuropening met afgeschuinde dagkanten links in de gang laat een kleiner gebouw vermoeden van slechts drie traveeën met de voorkamer en opkamer boven de twee parallelle tongewelfde kelders achteraan, opklimmend tot de 17de eeuw. Vermoedelijk in de loop van de 18de eeuw uitgebreid tot een typisch dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen door toevoeging van twee linkertraveeën met smallere penanten. Midden 19de eeuw kreeg het gebouw dan zijn huidige volume en voorkomen.
Statig herenhuis met neoclassicistisch voorkomen dat in zijn interieur nog talrijke sporen van zijn oude bouwgeschiedenis toont. Gebouw van heden zes traveeën waarbij de toegevoegde linkertravee iets terugwijkt, en twee en een halve bouwlagen onder pannen zadeldak. Gepleisterde en geschilderde voorgevel gemarkeerd door rechthoekige vensters op arduinen dorpels, op de bovenverdieping doorgetrokken tot een sterk horizontaliserend cordon. Benedenvensters met nieuwe persiennes. Omlijste bovenvensters voorzien van rolluiken. Overal nieuw schrijnwerk naar het vroegere model. Rechthoekige voordeur, gevat in een geprofileerde witgeschilderde omlijsting met 19de-eeuwse bruingeschilderde paneeldeur met bovenlicht en waaier. Een fraai uitgewerkt klassiek hoofdgestel met geprofileerde architraaf, fries met spiegels en opengewerkte venstertjes en een overstekende houten kroonlijst op uitgewerkte voluutconsoles, lijnt de gevel af. De voorheen beraapte zij- en achtergevels zijn heden ook bepleisterd en laten duidelijk de oude en toegevoegde muurankers zien. Twee hogergeplaatste opkamervensters in de noordoostelijke hoek boven de bewaarde gewelfde kelders. Twee getraliede keldervenstertjes in de zijgevel met behouden zandstenen lateien onder bakstenen ontlastingsboogjes en afgeschuinde dagkanten verwijzen duidelijk naar de oude kern.
Inwendig bleef de indeling en structuur behouden. In de kamers links en rechts vooraan zijn gepleisterde plafonds met omlopende lijsten met behouden beklede zware moerbalken. Het rechter salon kreeg de rijkste aankleding met een schouw met heden vergulde neorococo-ornamenten op de boezem en een lambrisering met ingelijste panelen, voorheen voorzien van muurschilderingen met romantische landschappen die bij de renovatie van 1980 verborgen werden onder bebloemd behangpapier. In de opkamer en op de bovenverdieping bleven de zware moerbalken met versierd uiteinde zichtbaar.
- Gemeentearchief Maldegem, restauratiedossier dekenij.
- MARTENS M. 2001: Het kerkplein, Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem, Jaarboek, 75-81.