Teksten van Architectenwoning Eugène Dieltiëns

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5076

Architectenwoning Eugène Dieltiëns ()

Burgerhuis met dubbelhuisopstand in neoclassicistische stijl, als eigen woning opgetrokken door de architect Eugène Dieltiëns, naar een ontwerp uit 1905. Dieltiëns was al sinds 1886 gevestigd in het pand dat zich voorheen op dit perceel bevond, en hij vanaf 1891 liet verbouwen en uitbreiden. De eerste ingreep betrof de aanpassing in neoclassicistische stijl van de voorbouw, een minstens tot de 18de eeuw opklimmende constructie met een hardstenen koetspoort in rococostijl. Daarvan werden de twee rechter traveeën met een tweede verdieping verhoogd. In 1897 volgde de bouw van een pakhuis van twee bouwlagen en drie traveeën op de binnenplaats, dat in 1901 met een derde bouwlaag werd verhoogd. In 1905 maakte de bestaande voorbouw ten slotte plaats voor de volledig nieuw gebouwde architectenwoning, ingepast in de bestaande bijgebouwen. Eugène Dieltiëns bouwde in 1909 voor eigen rekening nog een burgerhuis in de Tolstraat, waarvan niet duidelijk is of het een investering in vastgoed dan wel een privé-woning voor persoonlijk gebruik betrof. Zijn architectenbureau bleef alleszins gevestigd in de Jodenstraat, en werd vanaf 1924 voortgezet door zijn zonen Grégoire en Jules, die vanuit dit pand opereerden tot 1937. Zij verbouwden in 1927 het pakhuis met gebruik van een gewapend-betonstructuur.

De eigen woning behoort tot het rijpe oeuvre van Eugène Dieltiëns, wiens carrière begin jaren 1880 van start ging, en die als architect actief was tot 1923. Tijdens de laatste twee decennia van de 19de eeuw bracht hij een conventionele productie van voornamelijk burgerhuizen in neoclassicistische stijl tot stand. Vanaf de vroege jaren 1900 ontwierp hij zowel in een eclectische stijl van klassieke of neo-Vlaamserenaissance-inspiratie, als in beaux-artsstijl met een decor ontleend aan régence en rococo.

Met een gevelbreedte van vier ongelijke traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een plat dak. De gecementeerde lijstgevel met een imitatie-natuursteenparement (vandaag witgeschilderd), rust op een geblokte plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door het entablement met metopenfries van de bel-etage, legt de compositie de klemtoon op het gedesaxeerde middenrisaliet. Dit laatste wordt gemarkeerd door een opvallend portaal in neo-Grec-stijl, drieledig met zijlichten gevat tussen pilasters, de buitenste gecanneleerd, waarop een breed entablement met gelede architraaf, metopenfries, tand- en kroonlijst met acroteria. Een driehoekig fronton op voluutconsoles accentueert het aansluitende venster van de eerste verdieping. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters, met geaccentueerde lateien en lekdrempels op de eerste twee bouwlagen. Een klassiek hoofdgestel met gelede architraaf, fries en gekorniste houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van het portaal met bewerkte tussendorpel en de bovenvensters is bewaard.

Volgens de bouwplannen is de rechthoekige plattegrond georganiseerd rond de centraal ingeplante traphal met bovenlicht, die haaks aansluit op de vestibule, en wordt ontdubbeld door een diensttrap. Begane grond en bovenverdiepingen omvatten telkens vier tot vijf vertrekken, de belangrijkste zoals de gelijkvloerse suite van salon en eetkamer in de linker flank.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1905#21, 1891#511, 1897#1905 en 1901#1474.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Architectenwoning Eugène Dieltiëns [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203059 (geraadpleegd op ).


Rijhuis ()

Neoclassicistisch geïnspireerd rijhuis met dubbelhuisopstand van vier traveeën en drie bouwlagen met gecementeerde lijstgevel belijnd met schijnvoegen, daterend van de tweede helft van de 19de eeuw, gemarkeerd door een centraal risaliet (ingangstravee); op de begane grond een entablement steunend op composiete pijlers en pilasters, en op de tweede bouwlaag een deurvenster onder driehoekig fronton op consoles. Voorts eenvoudige, rechthoekige vensters, op de tweede bouwlaag met driehoekige frontons en op de lagere bovenste verdieping voorzien van doorlopende lekdrempels uitgewerkt als geprofileerd waterlijstje.


Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Architectenwoning Eugène Dieltiëns [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5076 (geraadpleegd op ).