Traditioneel diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen waaronder een insteekverdieping, oorspronkelijk onder zadeldak, dat mogelijk dateert uit de tweede helft van de 16de eeuw. Het pand werd in september 1946 aangekocht door de architect Viktor Maeremans, en vervolgens ingrijpend gerestaureerd tot architectenkantoor en -woning, naar een ontwerp uit datzelfde jaar, aangepast in 1947. Deze werken hielden de volledige wederopbouw in van begane grond en insteekverdieping met vloeren uit gewapend beton, en de vervanging van het zadeldak door een plat dak ter hoogte van de eerste topgeleding. Van de trapgevel bleef enkel de bovenbouw bewaard, die een grondige restauratie onderging met herstel of vernieuwing van het bak- en zandsteenparement, reconstructie van de kruis- en kloosterkozijnen, waterlijsten, dekstenen en het topstuk. Het interieur kreeg een volledig nieuwe indeling en traphal met lift.
Viktor Maeremans, winnaar van de Prijs van Rome en de Godecharleprijs, vestigde zich begin jaren 1930 als architect, en realiseerde vóór de Tweede Wereldoorlog nieuwbouwprojecten in gematigd modernistische stijl. Tot zijn eerste belangrijke naoorlogse opdrachten behoort het kantoorgebouw Géomines uit 1947-1949 op de hoek van Ankerrui en Hessenplein. Tussen 1950 en 1958 realiseerde hij samen met de architecten Renaat Braem en Hendrik Maes de wooneenheid Kiel. Uit 1954-1963 dateert de Heilig Hartkerk te Schoten.
Trapgevel (negen treden) met overhoeks topstuk, opgetrokken in bak- en zandsteenbouw met speklagen en kwartholle negblokken. De ordonnantie vertoont een sterke overeenkomst met het aanpalende diephuis, vermoedelijk betrof het in oorsprong een geheel van twee identieke, gekoppelde panden. Daarvan benadert het later gerestaureerde nummer 16 het dichtst de oorspronkelijke toestand, en vormt het nummer 18 grotendeels een reconstructie met wijziging van de ordonnantie. Gereconstrueerde pui en insteekverdieping uit witte natuursteen met hardstenen plint, waarin een rondboogportaal met houten deur en bovenlicht. Gereconstrueerde kruiskozijnen op de tweede verdieping, drielicht van kloosterkozijnen met omlopende waterlijst en twee gesuperposeerde luiken in de top, met stalen vensterschrijnwerk.
Volgens de bouwplannen uit 1946-1947, beslaat een winkel de begane grond, de living met eetkamer en keuken de eerste verdieping, slaapkamers en badkamer de tweede verdieping en het architectenbureau vermoedelijk de derde verdieping ter hoogte van de geveltop, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal met lift.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 18#21783 en 18#22867.