Ruim burgerhuis met grote ingesloten tuin, in kern opklimmend tot begin 19de eeuw. Volgens het kadasterarchief werd in 1849 het bestaande huis met leerlooierij omgebouwd tot leerlooierij door Ch. Verdick, in 1865 wordt opnieuw een woning ingericht en een ververij gebouwd in een haakse vleugel. In 1883 gekocht door fabrikant E. Vande Putte-De Beir die het huis opnieuw vergroot en op de plaats van de vroegere ververij een nieuwe wol- en katoenhandweverij opricht. Vermoedelijk dateert de aanleg van de landschapstuin met vijver uit dezelfde periode. In 1896 wordt de nog bestaande druivenserre tegen de tuinmuur gebouwd.
Woonhuis van acht traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak met sobere, gepleisterde en witgeschilderde voorgevel op een grijsgeschilderde plint, horizontaal gemarkeerd door een fijne geprofileerde pui- en daklijst, een arduinen kordonlijst en de overstekende houten kroonlijst. Rechthoekige benedenvensters met persiennes, op arduinen dorpels en met bewaard schrijnwerk. Rechthoekige poorten in de vijfde en achtste travee en rechthoekige deur in vlakke arduinen omlijsting; nieuwe paneeldeur. Licht getoogde bovenvensters met bewaard schrijnwerk. Behouden interieur met onder meer stucplafonds en mooie houten art-nouveauschouw.
Voormalig handweverij van 1883 ingeplant in de tuin, haaks op de straat. Bakstenen gebouw van acht traveeën en één hoge bouwlaag onder zadeldak. Voorgevel geritmeerd door bakstenen lisenen en spaarvelden afgewerkt met een baksteenfries. Getoogde poort en brede vensters met ijzeren roedeverdeling; erboven blinde oculi in bakstenen omlijsting.
Druivenserre van 1896, in ijzer en glas met typische gebogen vorm, aanleunend tegen de tuinmuur. Ingesloten grote stadstuin in landschapsstijl met vijver en ijzeren boogbrug.