Voormalige notariswoning. Imposant herenhuis, gebouwd in 1880-81 door notaris Emiel Dauwe (1848-1930), van 1902 tot 1920 tevens burgemeester van Eeklo. Nadien bleef het huis in het bezit van de familie en had één van de zonen, dokter Urbain Dauwe er zijn praktijk. Thans is het gebouw de zetel van de "Meetjeslandse Bouwmaatschappij voor Volkswoningen". Beschermd als monument bij MB van 30.04.2004.
Notariswoning gebouwd als rijwoning met koetsdoorrit naar de achterliggende grote tuin en vroegere paardenstallen. Opvallend rijkelijk gedecoreerde gepleisterde en witgeschilderde voorgevel in neoclassicistische stijl naar plannen van architect P. Van Hoecke (Gent). Een gesigneerde plattegrond van de gelijkvloerse verdieping is nog bewaard ter plaatse. Woning van vijf traveeën en twee bouwlagen onder pseudo-mansardedak met vijf dakvensters. De vier linkertraveeën zijn voorzien van een hoge arduinen plint met getoogde keldergaten, beveiligd door fraaie gesmeed ijzeren hekken, en getoogde benedenvensters. Penanten afgewerkt met schijnvoegen. Rechter travee gemarkeerd door de hoge steekboogvormige koetspoort gevat in een geprofileerde arduinen omlijsting met diamantkop als sluitsteen. Originele houten vleugeldeur met panelen, voorzien van twee deurkloppers met leeuwenkoppen; tussendorpel uitgewerkt als een klassieke kroon- en tandlijst op klossen. Plastische uitgewerkte bovenverdieping in de vorm van een rondboogarcade met dito vensters onder een zware gedecoreerde booglijst op verdiepte pilasters met gesculpteerde imposten en sluitsteen. Deze rust op een arduinen puilijst op versierde voluutconsoles; borstweringen voorzien van balusters. Een prachtig uitgewerkt hoofdgestel met gelede architraaf, fries met spiegels en sculpturale vulling en een houten kroon- en tandlijst op uitgelengde versierde modillons lijnt de gevel af. Ook de houten dakvensters zijn rijkelijk uitgewerkt met voluutstukken en gebogen kroonlijsten met sluitsteen. Achtergevel met oorspronkelijke beraping en vlak omlijste getoogde vensters.
Grondplan kenmerkend voor een enkelhuis met rechts de koetsdoorrit en in het midden links de doorgang naar de hoger gelegen vestibule met het trappenhuis. In de achterbouw waren respectievelijk een veranda met aanpalende eetkamer, de keuken en het washuis ondergebracht. Brede koetsdoorrit met behouden, deels geplaveide en gekasseide vloer, volledig uitgevoerd in neoclassicistische stijl met ritmerende pilasters, imitatievoegen en stucplafonds met omlopende palmetfriezen en tandlijsten. De vestibule, thans afgesloten door een glazen tochtdeur, wordt gemarkeerd door de gekoppelde salondeuren die gevat zijn in een bruingeschilderde omlijsting met hoofdgestel en spiegel tussen de deuren. De originele wit- en zwartmarmeren vloer en de trap met achtzijdige trappaal bleven behouden. Mooiste salon achteraan met nog het beschilderde en vergulde stucplafond, de beschilderde deuren en een witmarmeren schouwmantel met ingewerkt kacheltje. Een vierdelige beglaasde deur met geëtst glas gaf voorheen toegang tot de veranda, thans verbouwd tot burelen. Het voorsalon bezit een sobere houten lambrisering en zwartmarmeren schouw met uitspringend kachelkastje.
- BAILLIEUL B.- LEEMAN K., Klooster Zusters van Liefde J.M. te Gent, Gent, 1991.
- DE KEYSER R. - VAN HOECKE R., Dokters uit de tijd van toen (7), Drs. Gaston & Urbain Dauwe, in De Eklose Dobbelgebakkene, X, 2001, 2, p.88-98.