Ten opzichte van de rooilijn inspringend burgerhuis met cottage-allures, naar verluidt van 1922, ter vervanging van een laag arbeidershuis (zie Duitse pentekening van circa 1915). Dubbelhuis van twee traveeën + bredere rechter travee als risaliet en twee bouwlagen onder pannen zadeldak (nok parallel aan de straat). Gele baksteenbouw, verlevendigd door middel van lijsten en hoekbanden van witte sierbaksteen; gebruik van arduin voor plint en sierelementen. De cottage-achtige allure vloeit voort uit de gearticuleerde opbouw en de afwerking. Combinatie van lijst- en afgewolfde topgevel onder overstekende dakrand op modillons, in de topgevel voorzien van windborden en schoren. Typische smalle getoogde muuropeningen met aanzetstenen, onder meer gekoppeld, en deur op kwartrond bordes, onder deurvenster met balkon voorzien van gietijzeren leuning. Behouden houtwerk met kleine roedeverdeling in de bovenlichten; deels beglaasde art-nouveaugetinte paneeldeur met smeedwerk.