Lagere jongensschool in eclectische stijl, gebouwd door de stad Antwerpen naar een ontwerp door stadsbouwmeester Pieter Dens uit 1863, en verhoogd met een extra verdieping door stadsbouwmeester Gustave Royers in 1893. Sinds de renovatie in 1999-2000, huisvest het complex een vrije basisschool.
De lagere Jongensschool 8, die oorspronkelijk acht klassen en een onderwijzerswoning op de binnenplaats omvatte, behoorde tot de nieuwe lagere scholen die tijdens de ambtsperiode van burgemeester Jozef Cornelis Van Put (1863-1872) werden opgericht. Het ontwerp door stadsbouwmeester Pieter Dens dateert uit december 1863, de bouw werd in september 1864 voor een bedrag van 64.000 Belgische frank toegewezen aan de aannemer Auguste Van Ek, gevestigd aan de Oude Beurs. Geopend in 1866, was de Jongensschool 8 de eerste stedelijke lagere school die werd uitgerust met de nieuwe individuele lessenaar van het type 'bancs américains'. Dit standaardtype lessenaar of schoolbank met twee zitplaatsen en rugleuning uit eik en gietijzer was in 1865 door Pieter Dens zelf ontworpen, ter vervanging van de tot dan gebruikelijke lange banken voor 8 tot 12 leerlingen. Stadsbouwmeester Gustave Royers tekende in januari 1893 het ontwerp voor de uitbreiding met een extra verdieping. Deze werken die de sloop van de onderwijzerswoning inhielden voor vergroting van de speelplaats, werden bij openbare aanbesteding in mei van dat jaar voor een bedrag van 32.840 Belgische frank toegewezen aan de aannemer Adolphe Laurent Van Peeterssen.
De Jongensschool 8 behoort tot de vroegste gebouwen die Pieter Dens als stadsbouwmeester, In functie sinds 1 juli 1863, realiseerde. Tijdens zijn ambtsperiode die in 1884 een einde nam, verrezen in Antwerpen van zijn hand onder meer de verdwenen Vlaamse Schouwburg aan de Kipdorpbrug en het oude Slachthuis aan de Lange Lobroekstraat, negen politiecommissariaten en een twaalftal scholen met als belangrijkste het Koninklijke Atheneum aan de Franklin Rooseveltplaats en de Middelbare Meisjesschool in de Lange Leemstraat. De Jongensschool 8 kwam tot stand onmiddellijk na de Jongensschool 7 en Meisjesschool 5 aan de Markgravelei, die qua type en opstand sterk verwant zijn. Later in de jaren 1860 volgden de lagere scholen in de Sint-Elisabethstraat en de Boerhavestraat-Schoolstraat. In het gevelontwerp van de Jongensschool 8 lijkt Dens nog terug te grijpen naar de midden 19de-eeuwse Rundbogenstil. Kenmerkend is de sobere, robuuste baksteenarchitectuur met een sobere, in het metselwerk geïntegreerde versiering. Later evolueert zijn stijl naar een meer decoratief, door de neorenaissance beïnvloed eclecticisme. Gustave Royers bouwde voor toegevoegde verdieping voort op de bestaande compositie, en kopieerde getrouw de gevelbekroning.
Met een gevelbreedte van elf traveeën, omvat het langgerekte schoolgebouw drie bouwlagen onder een zadeldak. De constructie is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met spaarzaam gebruik van witte natuursteen voor de plint, waterlijsten, lekdrempels, vensterposten, gevel-, kraag- en dekstenen. Dens paste voor de roosteringen in het interieur ijzeren I-balken toe, en een houten spant voor de dakstructuur; Royers verving deze laatste door een ijzeren spant. Symmetrisch van opzet, met een nadrukkelijk verticaal ritme, legt de compositie van het gevelfront de klemtoon op het hoger opgetrokken middenrisaliet. Geaccentueerd door een gevelsteen met opschrift: “GEMEENTESCHOOL”, wordt dit laatste bekroond door een tuitgevel met getrapt spaarveld tussen postamenten op kraagstenen. Het wapen van de stad Antwerpen bekroont het omlijste rondboogvenster in de topgeleding, en een klokkentorentje met driehoekig pseudo-fronton vormt het topstuk. Ingediepte pilasters bekroond door een tandlijst en deksteen, met een gietijzeren luchtrooster in de basis, ritmeren per bouwlaag de traveeën. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van getoogde deur- en vensteropeningen onder doorgetrokken waterlijsten op de begane grond, en steekboogtweelichten op de bovenverdiepingen, voorzien van lekdrempels met schuine afzaat, en een casement op de borstwering. Een dubbele tandlijst met dropmotief gevat tussen keperfriezen, in reliëf gemetseld onder de houten kroonlijst, vormt de gevelbeëindiging. In de vlak behandelde achtergevel, gemarkeerd door een eenvoudig middenrisaliet, tekenen beide traphallen zich af. Vernieuwd schrijnwerk.
Volgens de oorspronkelijke bouwplannen door Pieter Dens uit 1863, werd de gelijkvloerse verdieping van het langgerekte schoolgebouw in de middenas opgedeeld door de vestibule van de onderwijzerswoning. Centraal ingeplant achteraan op de speelplaats, was deze met het schoolgebouw verbonden door een overdekte galerij. Beide flanken van het schoolgebouw links en rechts, omvatten elk twee klassen gescheiden door een centrale inkom- en traphal. De bovenverdieping volgde hetzelfde schema. Tegen de begane grond zijde speelplaats, leunde over de volledige breedte een overdekte L-vormige galerij uit gietijzer aan, die ook het sanitair beschermde. De onderwijzerswoning vormde een eenvoudige neoclassicistische constructie in baksteenbouw op een rechthoekige plattegrond, drie bij twee traveeën breed en twee bouwlagen hoog onder schilddak, gemarkeerd door een middenrisaliet met driehoekig pseudo-fronton. Georganiseerd rond de centraal ingeplante inkom- en traphal, bood de begane grond ruimte aan het salon, de eetkamer en de keuken, met drie slaapkamers op de bovenverdieping. Bij de aanpassingen door Gustave Royers in 1893, werden de centrale vestibule en de twee middelste klassen op de begane grond van het schoolgebouw verbouwd tot turnzaal, portiersloge en kantoor van de hoofdonderwijzer. Op de eerste verdieping kwam een extra klas in de middenzone, een indeling die werd herhaald op de toegevoegde tweede verdieping./p>
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Lagere Jongensschool 8 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203168 (geraadpleegd op ).
Schoolgebouw zie opschrift "Gemeenteschool" gebouwd in 1864. Lijstgevel van elf traveeën en drie bouwlagen; baksteenmetselwerk met gebruik van natuursteen. Verticaal geritmeerd door middel van bewerkte lisenen en puntig verhoogd middenrisaliet waarin stucdecoratie met wapen van Antwerpen. Een fraaie baksteenfries beëindigt de gevel. Begane grond met segmentboogvensters en -deuren afgelijnd door een deels omlopend kordon. Gekoppelde steekboogvensters op de verdieping.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Lagere Jongensschool 8 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5112 (geraadpleegd op ).