Oorspronkelijk gelegen langs de Poelkapellestraat, op het kruispunt met de Hyndrickxbosstraat, ter hoogte van kilometerpaal 12, op circa één kilometer ten zuidwesten van het centrum van Westrozebeke, ten westen van de Zeugeberg en op circa 500m ten noorden van de Lekkerboterbeek.
Julien of Juul De Winde werd op 13 mei 1893 geboren in Merchtem (Brabant). In 1913 werd hij opgeroepen voor militaire dienst. In hetzelfde jaar werd hij ingelijfd bij het 1ste Regiment Karabiniers. Algauw stond hij aan de leiding van een muziekkorps, een toneelgroep en een zangkoor. In april 1914 werd hij tot korporaal benoemd. Na de Duitse inval hielp hij met het 1ste Regiment Karabiniers onder meer aan de verdediging van de Antwerpse forten en de Uitvallen uit Antwerpen. Vervolgens werd zijn regiment ingezet aan het IJzerfront. Na een opleiding in het 'Centre d'Instruction pour Sous-Lieutenants Auxiliaires' in Gaillon (Frankrijk) werd hij op 15 november 1915 tot adjudant bevorderd. In december 1916 ging hij – inmiddels tot onderluitenant gepromoveerd – over naar het pas opgerichte 3de Regiment Karabiniers.
Tijdens de oorlogsjaren kwam hij in contact met aalmoezenier Jan Bernaerts en priester-dichter Cyriel Verschaeve, die hem aanraadden zijn dichtwerk uit te geven. Onder de schuilnaam 'Juul Liseron' liet hij bij Alexis De Carne in Stavele zijn "Granaatscherven. Wilde Rhythmen. Yser 14-15-16-17" drukken.
Ondanks zijn uitgesproken Vlaamsgezinde sympathieën en zijn contacten met mannen van de Frontbeweging werd hij in november 1917 tot luitenant bevorderd. Op 1 februari 1918 werd De Winde aangeduid als stafofficier bij het Hoofdkwartier van de 6de Infanteriedivisie. Volgens sommigen was dit een poging om hem te scheiden van zijn Vlaamsgezinde kameraden. In deze periode ontving hij tevens het Kruis van Ridder in de Leopoldsorde en het Oorlogskruis voor moed en zelfopoffering.
Het leven in de staf was in ieder geval niet aan De Winde besteed: hij vroeg zijn overplaatsing naar het 3de Karabiniers, wat hij op 28 juni 1918 verkreeg. Hij bleef ondertussen actief als dichter en schrijver. Tevens werd hij betrokken bij de voorbereiding van het Geallieerde Bevrijdingsoffensief.
Op 28 september 1918 om 5u30 vertrok dit offensief met luitenant De Winde bij de voorste pelotons van het 3de Karabiniers. Deze karabiniers geraakten over de Steenbeek, over de opeenvolgende Duitse stellingen in Langemark en Poelkapelle en trokken op tot in Westrozebeke of Passendale. In de vroege avond strandde het offensief aan de voet van de Vlaamse heuvelkam (hier de heuvelrug van Westrozebeke naar Passendale) die door de Duitsers zwaar versterkt was. Elke poging om vooruit te geraken, werd door Duits mitrailleurvuur gesmoord. Luitenant De Winde werd door een mitrailleurskogel in het voorhoofd getroffen: hij stierf die avond, omstreeks 18u, aan de Lekkerboterbeek.
Over de exacte plaats van zijn overlijden zijn de bronnen het niet eens. De Winde zou in ieder geval niet gestorven zijn op de plaats waar in 1938 het huidige gedenkteken werd opgetrokken, maar vermoedelijk wel zo'n 600 à 800 meter ten zuiden van dit gedenkteken, misschien wel op grondgebied Passendale. Op het gedenkteken zelf duikt de 'Goudberg' op als plaats van overlijden. De 'Goudberg' ligt op circa 1200 m ten zuiden van het gedenkteken, voorbij de vallei van de Lekkerboterbeek, op grondgebied Passendale.
Twee broers van Juul De Winde vonden eind december 1918 zijn graf terug. Midden januari 1919 haalden ze zonder toestemming het lijk op en brachten het over naar Merchtem. De Winde werd er op 21 januari 1919 begraven aan de ingang van het kerkhof tijdens een plechtige lijkdienst.
Nadat al acht Vlaamsgezinde doden tot IJzersymbool werden verheven en in 1932 werden bijgezet in de crypte van de IJzertoren, werd De Winde tijdens de 18de IJzerbedevaart (22 augustus 1937) in de crypte bijgezet. Hij werd ongetwijfeld tot IJzersymbool verheven omwille van zijn graad als luitenant, wellicht als symbool voor de luitenant-dichter.
In Westrozebeke werd in 1938 een hulde georganiseerd, vooral door tussenkomst van Oskar Versteele (1892 – 1968), oorlogsbrancardier en toen kapelaan in Westrozebeke. Versteele, die Juul De Winde goed gekend had, was de grote bezieler voor de oprichting van een gedenkteken voor De Winde. De eigenaar van het stukje grond, Dr. Prof. Sebrechts uit Brugge, deed afstand van zijn eigendom ten voordele van E. H. Versteele. Versteele schonk op zijn beurt de grond aan het 'Juul De Winde-Komiteit', maar dit werd niet bij notariële akte geregeld. Het gedenkteken werd opgetrokken met financiële steun van de gemeenten Merchtem en Westrozebeke, het Davidsfonds, de Vlaamse Oud-Strijders (V.O.S.) en dankzij particuliere giften (onder meer het betalen van 'bouwstenen' à 5 frank per stuk). Op 8 mei 1938 werd na een misviering een herdenkingsplaat aan het gemeentehuis onthuld (het Gemeenteplein heet voortaan 'J. De Windeplaats'), gevolgd door de plechtige onthulling van het gedenkteken langs de toenmalige 'Iepersesteenweg' (nu Poelkapellestraat).
In september 1940 werd in het krijgsgevangenkamp voor Belgische officieren in Tibor de studiekring 'Luitenant De Windekring' opgericht door jonge Vlaamse officieren, die in hem een symbool zagen als oorlogsheld, fiere Vlaming, sociaal voelende officier en kunstenaar. Binnen deze kring zou zich evenwel een geheime kern ontwikkelen die naar de fascistische strekking overhelde.
In 1977, naar aanleiding van zijn 40-jarige bijzetting in de crypte van de IJzertoren, werd in Merchtem een "Juul De Winde gedenkboek" uitgegeven.
Het gedenkteken langs de Poelkapellestraat is van de hand van Karel Aubroeck, een expressionistische beeldhouwer en schilder uit Temse.
Het gedenkteken voor Luitenant De Winde is opgetrokken uit Nieuwpoortse gele baksteen, die speciaal voor het gedenkteken werd gebakken door de firma Florizoone uit Nieuwpoort. Aannemer was Jerôme Boutelgier uit Westrozebeke. Aubroeck realiseerde een halfverheven beeldhouwwerk, die hij 'Jeugdig Vlaanderen dat zijn groten met bloemen en lauweren eert' noemde. Het stelt een buigende vrouwenfiguur voor met bloemenkransen, die de hulde aan De Winde symboliseren. Op de achtergrond worden de 'Goudberg' en de 'IJzertoren' voorgesteld.
Binnen een geelbakstenen omheining met ijzeren buizen staat een zware steen in geel metselwerk met een sokkel die trapsgewijs versmalt en asymmetrisch opgebouwd is. In de gedenksteen is een rechthoekige nis met reliëfvoorstelling uitgespaard. Voorstelling van een buste van een jonge vrouw, die het hoofd op haar horizontaal gestrekte arm heeft gelegd, versierd met rozen en 'Goudberg', op de achtergrond een landschap met de IJzertoren.
Op de steen: op de linkerkant het wapenschild van Merchtem; op de achterkant "VLIEGT DE BLAUWVOET". Op de sokkel: "AAN LT. DE WINDE", "VLAANDEREN" in reliëf en wit beschilderd.
Uitvoering: Karel Aubroeck (ontwerp)
Hoogte 300 x breedte 421,5 x diepte 154,5 centimeter
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002451, Oorlogsgedenktekens te Staden (DECOODT H., 2010)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2010: Oorlogsgedenkteken voor Luitenant De Winde [online], https://id.erfgoed.net/teksten/130252 (geraadpleegd op ).
Het monument was gelegen langs de vrij drukke Poelkapellestraat, op het kruispunt met de Hyndrickxbosstraat, aan KM 12, op circa 1100 meter ten zuidwesten van het centrum van Westrozebeke, ten westen van de zogenaamde Zeugeberg. Vandaag gelegen in de Hyndrickxbosstraat.
Op 8 mei 1938 werden het gedenkteken van de luitenant aan het gemeentehuis en dit aan de Poelkapellestraat onthuld na een plechtige herdenkingsmis in Westrozebeke. Deze hulde was vooral het initiatief van de kapelaan en oud-brancardier Oskar Versteele.
Julien of Juul De Winde werd op 13 mei 1893 geboren in Merchtem (Brabant). In 1913 werd hij opgeroepen voor militaire dienst. In hetzelfde jaar werd hij ingelijfd bij het 1ste Regiment Karabiniers. Algauw stond hij aan de leiding van een muziekcorps, een toneelgroep en een zangkoor. In april 1914 werd hij tot korporaal benoemd.
In december 1916 ging hij - reeds tot onderluitenant gepromoveerd - over naar het 3de Regiment Karabiniers. Tijdens de oorlogsjaren kwam hij in contact met aalmoezenier Jan Bernaerts en priester-dichter Cyriel Verschaeve, die hem aanraadden zijn dichtwerk uit te geven. Onder de schuilnaam 'Juul Liseron' liet hij bij Alexis De Carne in Stavele zijn "Granaatscherven. Wilde Rhythmen. Yser 14-15-16-17" drukken.
Ondanks zijn uitgesproken Vlaamsgezinde sympathieën en zijn contacten met mannen van de Frontbeweging werd hij in november 1917 tot luitenant bevorderd.
Op 1 februari 1918 werd Lt. De Winde aangeduid als stafofficier bij het Hoofdkwartier van de 6de Infanteriedivisie. Volgens sommigen omdat hij nu van zijn Vlaamsgezinde kameraden gescheiden zou worden. In deze periode ontving hij tevens het Kruis van Ridder in de Leopoldsorde en het Oorlogskruis voor moed en zelfopoffering.
Het leven in de staf was in ieder geval niet aan hem besteed: hij vroeg zijn overplaatsing naar het 3de Karabiniers terug, wat hij op 28 juni 1918 verkreeg. Hij bleef ondertussen bijzonder actief als dichter en schrijver. Tevens werd hij betrokken bij de voorbereiding van het Eindoffensief.
Op 28 september 1918 om 5u30 vertrok dit offensief met Lt. De Winde bij de voorste pelotons van het Derde Karabiniers. In de vroege avond strandde het offensief aan de voet van de Vlaamse heuvelkam, die door de Duitsers versterkt was. Lt. De Winde stierf die avond, omstreeks 18u, aan de Lekkerboterbeek. Over de exacte plaats van zijn overlijden zijn de bronnen het niet eens. De Winde zou in ieder geval niet gestorven zijn op de plaats waar in 1938 het huidige monument werd opgetrokken, maar vermoedelijk wel langs de Lekkerboterbeek op grondgebied Passendale.
De Winde werd in 1919 herbegraven in Merchtem. In 1937 werd hij, tijdens de 18de IJzerbedevaart, bijgezet in de crypte van de IJzertoren.
In 1977, naar aanleiding van zijn 40-jarige bijzetting in de crypte van de IJzertoren, werd een "gedenkboek" voor De Winde uitgegeven.
Binnen een geelbakstenen omheining met ijzeren buizen staat een zware steen in geel metselwerk met een sokkel die trapsgewijs versmalt en asymmetrisch opgebouwd is. In de gedenksteen is een rechthoekige nis met reliëfvoorstelling uitgespaard. Voorstelling van een buste van een jonge vrouw, die het hoofd op haar horizontaal gestrekte arm heeft gelegd, versierd met rozen en 'Goudberg', op de achtergrond een landschap met de IJzertoren.
Op de steen: op de linkerkant het wapenschild van Merchtem; op de achterkant '"Vliegt de blauwvoet"'. Op de sokkel: 'Aan Lt De Winde', '"Vlaanderen"' in reliëf en wit beschilderd.
Uitvoering: Karel Aubroeck (ontwerp)
H. 300 cm x Br. 421,5 cm x D. 154,5 cm
Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Bogaert, Nele; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert N. & Lanclus K. 2006: Oorlogsgedenkteken voor Luitenant De Winde [online], https://id.erfgoed.net/teksten/196219 (geraadpleegd op ).
Monument voor de te Merchtem geboren Vlaamsgezinde luitenant en dichter J. Dewinde, in 1918 gesneuveld bij de bevrijding van Westrozebeke; van 1938 naar ontwerp van K. Aubroeck (Temse). Geelbakstenen monument, omheind d.m.v. haag en laag bakstenen muurtje met buisleuningen. Rechthoekige nis met terracotta bas-reliëf zogenaamd "Jeugdig Vlaanderen dat zijn groten met bloemen en lauweren eert" met voorstelling van onder meer de zogenaamde 'Goudberg' en de IJzertoren. In de linkse zijkant, wapenschild van Merchtem. Inscripties: "Aan Lt. Dewinde "Vlaanderen" " (voorzijde) en "Vliegt den Blauwvoet" (achterzijde).
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C. & VANNESTE P. met medewerking van TANSENS A. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons Hooglede - Izegem - Lichtervelde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Gunsch A. & Metdepenninghen C. & Vanneste P. 2001: Oorlogsgedenkteken voor Luitenant De Winde [online], https://id.erfgoed.net/teksten/51152 (geraadpleegd op ).