Het herenhuis genaamd "de Fonteyne", later "Hotel Agie", is ontstaan uit een samenstel van drie huisjes op de hoek van Keizerstraat en Ambtmanstraat, die tijden het eerste kwart van de 16de eeuw werden verbouwd tot een patriciërswoning. Begin 19de eeuw kwam dit hotel in het bezit van G. Agie die het verder uitbreidde in de Ambtmanstraat. Uit 1881 dateert een bouwaanvraag door mevrouw Agie, voor de aanpassing van de getrapte zijgevel tot tuitgevel en de verwijdering van een getrapte dakkapel ernaast, werken die werden uitgevoerd door de aannemer Corneille Joseph Kennes.

Herenhuis met traditionele kern die opklimt tot de 16de eeuw, en in laatclassicistische stijl werd aangepast op het einde van de 18de of in het begin van de 19de eeuw. Hoofdvolume van zeven traveeën en twee bouwlagen onder een leien zadeldak (nok parallel aan de Keizerstraat) waarin drie dakkapellen. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel vermoedelijk uit bak- en zandsteenbouw, verankerd door muurankers met gekrulde spie. Registers van rechthoekige vensters met kwarthol geprofileerde dagkanten op afzonderlijke lekdrempels. Hardstenen poortje in Lodewijk XVI-stijl in de vijfde travee, met ingediepte pilasters, een entrelacsfries verrijkt met rozetten boven de latei, en een gestrekt entablement en tandlijst op stafwerkconsoles en chutes; rechthoekige deur in vlakke hardstenen omlijsting in de derde travee. Een kwartholle daklijst en houten kroonlijst vormen de gevelbeëindiging. Houten inkomdeur en vensters met typische roeden in het bovenlicht uit begin 20ste eeuw op de begane grond.

Zijgevel en Ambtmanstraat nummer 15: samenstel van een verankerde bepleisterde en beschilderde lijstgevel met ongelijke kroonlijst en tuitgevel, in totaal zeven traveeën breed en twee bouwlagen hoog onder leien zadeldaken (nok parallel aan de Ambtmanstraat). Rechthoekige vensters met kwartholle dagkanten.

Op de hoek Onze-Lieve-Vrouwebeeld uit de 18de eeuw, toegeschreven aan de beeldhouwer Jacob Jan Van der Neer, gerestaureerd in 2012 door Luc Rossen. Witgeschilderd Mariabeeld op een sokkel in de vorm van een wereldbol met slang en engelenhoofdjes uit natuursteen, in een houten omlijsting met wolkendek en putto, bekroond door een ingesnoerd, metalen baldakijn met sterren en kwastjes, en voorzien van een smeedijzeren lichtarm met lataarn. Staande Madonna, het Kind met rijksappel op de linkerarm, beide gekroond; de putto draagt de scepter. De stralenbundel met zinnebeeldige duif is verdwenen.