Rij arbeiderswoningen van 1925 (jaarsteen in de geveltop van nummer 51), gebouwd in opdracht van de sociale huisvestingsmaatschappij De Mandelbeek, waarschijnlijk naar ontwerp van architect Léon Verthé-Boucquet.
Typisch huisvestingsproject voor de periode 1925-1940, bestaande uit een rij arbeidershuizen aan de rand van de bebouwde kom. Drie blokken van twee maal zeven en in het midden negen huizen; laatst genoemde een tweetal meter daar achter gebouwd. Smalle enkelhuizen van twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen). Rode verankerde baksteenbouw, soms op gecementeerde plint. Regionalistische inslag beperkt tot het inbrengen van verankerde tuitgevels voor de hoekpanden van de uiterste, symmetrisch opgevatte blokken en de middentravee van de centrale huizenrij. Rechthoekige muuropeningen onder beschilderde lateien van simili-steen en op de begane grond getoogde ontlastingsbogen. Beeldtransformatie ten gevolge van vernieuwd houtwerk. Nummer 29 is verbouwd met nieuwe topgevel, parement en gevelopeningen, nummer 43 en 61 hebben een vernieuwd parement.
Evaluatie
Architecturale waarde als een representatief voorbeeld van de sociale huisvesting uit de periode 1925-1940 (rijen arbeiderswoningen). Belangrijke erfgoedelementen zijn de architecturale volumes (met puntgevels) en de materialiteit van de zichtbare gevels en daken (respectievelijk baksteen en rode dakpannen)
Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Tansens, Annick; Vanneste, Pol; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Gunsch A. & Metdepenninghen C. & Tansens A. & Vanneste P. & Vandeweghe E. 2016: Eenheidsbebouwing van sociale woonhuizen van 1925 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/184324 (geraadpleegd op ).
Sociale woningbouw van 1925 - zie jaarsteen in de geveltop van nummer 51. Gebouwd in opdracht van de Coöperatieve Vennootschap "De Mandelbeek". Tuinwijkconcept herleid tot aanleg van voortuintjes met sporadisch behouden buisvormige afsluiting. Drie blokken van twee maal zeven en in het midden negen huizen; laatst genoemde dieperin. Smalle enkelhuizen van twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen). Rode verankerde baksteenbouw, soms op gecementeerde plint. Regionalistische inslag beperkt tot het inbrengen van verankerde tuitgevels voor de hoekpanden van de uiterste, symmetrisch opgevatte blokken en de middentravee van de centrale huizenrij. Rechthoekige muuropeningen onder beschilderde lateien van simili-steen en op de begane grond getoogde ontlastingsbogen. Beeldtransformatie ten gevolge van vernieuwd houtwerk.
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C. & VANNESTE P. met medewerking van TANSENS A. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons Hooglede - Izegem - Lichtervelde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Tansens, Annick; Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Gunsch A. & Metdepenninghen C. & Tansens A. & Vanneste P. 2001: Eenheidsbebouwing van sociale woonhuizen van 1925 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/51230 (geraadpleegd op ).