Sociale woningbouw, vijf blokken in twee fasen in 1925 en 1929 gebouwd in opdracht van de Coöperatieve Vennootschap "De Mandelbeek". Tuinwijkconcept herleid tot aanleg van voortuintjes met sporadisch behouden buisvormige afsluiting. Vijf blokken van vijf à zes huizen, met wisselende rooilijn. Smalle enkelhuizen van twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen). Rode verankerde baksteenbouw, soms op gecementeerde plint. Gestileerde art-deco-inslag beperkt tot het inbrengen van (verankerde,) uitkragende puntgevels voor de hoekpanden dan wel middentraveeën. Rechthoekige muuropeningen onder beschilderde lateien van simili-steen en op de begane grond getoogde ontlastingsbogen. Beeldtransformatie ten gevolge van vernieuwd houtwerk.