Voormalig woonhuis van architect Jules Vercoutere (Izegem). Imposant herenhuis in neogotische stijl van 1898, zie gevelsteen; uitgebreid in 1930 met één travee rechts in aansluitende bouwstijl, volgens bouwplan garage en bibliotheek, naar ontwerp van Carlos Beyaert (Izegem). Oorspronkelijk aan de straat afgezet door smeedijzeren hek (zie prentbriefkaart en L'Emulation); verdwenen in de jaren 1960. Breedhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldaken. Verankerde (sierankers) baksteenbouw getypeerd door het rijke materiaalgebruik zoals de glas-in-loodpanelen voor onder meer de boogvelden en faiencetegels voor borstwering en fries. Inspringende middentravee tussen twee haaks geplaatste hoekvleugels die oplopen in trapgevel met overhoeks topstuk, windvaan en hoekfialen. Linker hoekvleugel gemarkeerd door polygonaal erkertje rustend op arduinen console met jaarsteen en architectensymbolen; borstwering van glas-in-loodpanelen met centraal het wapenschild van Izegem. Middentravee met twee balkonvensters onder ijzeren I-balk; smeedijzeren balkon. R.hoekvleugel geaccentueerd door veelzijdig hoektorentje uitkragend op klossen; spitse toren. Afwisselend rechthoekige en rondboogvensters al dan niet met gekleurd glas of glas in lood; kleine roedeverdeling. Twee rondboogpoorten onder druiplijst.

Eclectisch interieur. Zeer rijk gedecoreerd, diende vermoedelijk als staalkaart van het vakmanschap van de architect. Koetsdoorgang met mozaïekvloer omzoomd door florale motieven; houten lambrisering; leidt links naar een centrale traphal verlicht door lantaarn met florale glas-in-loodmotieven. Trappenhuis met cementtegelvloer; marmeren lambrisering; rondboognis. Eenvoudige houten bordestrap met marmeren bloktrede; neogotische lambrisering in stucwerk. Enfilade van salons: eerste salon in neorenaissancestijl, zie rijk uitgewerkte marmeren schouw, beschilderd cassettenplafond, imitatiegoudleer boven de houten lambrisering; tweede salon in neoclassicistische stijl met typerend stucwerkplafond met beschilderd ovaal middenveld, marmeren schouw, supraporta en vernieuwde zijden wandbespanning; derde salon in de jaren 1950 aangepast naar ontwerp van O. Vandewalle (Izegem); verlaagd plafond met behouden zenitale verlichting van glas in lood. Aan de straat, klein bureau met art-nouveau-elementen, zie sierlijk uitgewerkte spiegel met zweepslagmotief en fries met gestileerd bloemmotief. Bovenverdieping: slaapkamers met eenvoudig stucwerk; badkamer met ingewerkte houten kasten met centraal art-decobloemmotief, eenvoudige witte wandbetegeling en gietijzeren bad met gestileerde leeuwenpoten.