Eclectisch enkelhuis van 1912. Rijhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak (nok parallel aan de straat, leien en mechanische pannen). Gele, bakstenen lijstgevel afgelijnd door de houten kroonlijst met tandlijst en uitgelengde consoles, onderbroken door het dakvenster; dakkapel. Gebruik van arduin voor onderdorpels, druiplijsten, muurbanden, sluitstenen en plint. Gevel gemarkeerd door driezijdige stenen erker bekroond door ijzeren balustrade. Rondbogige muuropeningen op doorgetrokken onderdorpels. Verdiept portaal; uitgewerkte houten deur, deels beglaasd en getralied.
Neoclassicistisch aangekleed interieur met bepleisterde wanden en plafonds getypeerd door een typische vormentaal: onder meerguirlandes, medaillons, strikmotief en laurierkrans. Enfilade van drie salons met fraaie houten vleugeldeuren, met twee portretten in profiel (mogelijk opdrachtgevers) gevat in medaillon. Panelen met stoffen wandbespanning. Marmeren schouw. Centraal salon naar verluidt aangepast in 1960 door Cannepeel. Laatste salon verlicht door glas-in-loodbovenlicht; witmarmeren schouw.
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C. & VANNESTE P. met medewerking van TANSENS A. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons Hooglede - Izegem - Lichtervelde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n2, Brussel - Turnhout. Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)