Voormalige woonhuis uit de tweede helft van de 19de eeuw (nummer 16), van borstelfabrikant O. Werbrouck, volgens bouwplan uitgebreid in 1909 (nummer 18), en als dusdanig niet voorzien van een voordeur. Deels vrijstaande woning; rechts, steegje dat leidt naar de achtergelegen monumentale tuin. Twee tuinpaviljoenen uit de tweede helft van de 19de eeuw; enkele monumentale bomen, onder meer taxus en moerbeiboom.

Nummer 16. Onderkelderd dubbelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen). Gecementeerde lijstgevel op arduinen sokkel; horizontale gevelbelijning door schijnvoegen, druiplijsten, kordon en doorgetrokken onderdorpels. Getoogde venster: op de begane grond met persiennes; bovenvensters in geprofileerde omlijsting met sluitsteen; vensterleuning. Links afgeronde hoek. Traditionele dubbelhuisplattegrond: centrale gang met cementtegelvloer; rechts, ontvangstruimte met drieledige deur met gezandstraald glas. Op de bovenverdieping bewaarde parketvloer met beschildering van imitatietapijt.

Nummer 18. Heden enkelhuis in neo-Vlaamse-renaissancestijl van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak. In- en uitzwenkende bakstenen topgevel met sierankers; rijkelijk gebruik van simili-natuursteen voor onder meer voluten, muurbanden, en hoekblokken. Onder het overhoekse topstuk, Palladiaans geïnspireerd venster met fraai uitgewerkt vrouwenhoofd in het boogveld.