Ensemble van drie traditionele diephuizen met trapgevels, die uit de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw dateren. Het nummer 32 draagt van oudsher de naam "Soeten Naem Jesus", het nummer 36 de naam "de Rosenhoedt", van nummer 34 is de huisnaam niet gekend. Vermoedelijk werden deze laatste twee panden van bij oorsprong als één geheel opgetrokken. Nummer 32, waarvan de bovenvensters in 1855 door de heer A. Geudens waren aangepast en voorzien van hardstenen lekdrempels, werd een eerste maal hersteld tijdens het interbellum. Het pand onderging een tweede restauratie in opdracht van de heer W. Bresseleers, naar een ontwerp door de architect Ferre Verbaenen uit 1979, uitgevoerd in 1980 e.v. Daarbij werd het pand met herstel van de gevel geïncorporeerd in een nieuwbouwproject op het aanpalende hoekperceel (Keizerstraat 30, Paternosterstraat 1), dat een eengezinswoning en twee studio's omvat. De samengevoegde nummers 34 en 36 werden naar een ontwerp door het architectenbureau Stramien uit 2006 gerestaureerd tot eengezinswoning, met herstel van de gevels, reconstructie van de pui en toevoeging van een trappenhuis. Uitvoerend architect van dit project was Peter Leroy, opdrachtgever professor Filip Reyntjens.

Diephuizen van drie (nummers 32 en 34) en twee traveeën (nummer 36), twee bouwlagen hoog onder zadeldaken. Trapgevels van zeven treden met een overhoeks topstuk (nummers 32 en 36) in verankerde bak- en zandsteenbouw, nummers 34-36 wit gekaleid. Aangepaste rechthoekige deur- en vensteropeningen, met deels bewaarde kwartholle negblokken, in nummer 32 met druiplijst en sporen van een wigvormig ontlastingssysteem, in nummer 34-36 met hardstenen lateien en lekdrempels. In de geveltoppen, een drielichtskozijn en hogerop een rechthoekig luik, in nummer 32 met bewaarde omlopende waterlijst en druiplijsten. In nummer 34-36 bewaarde achtergevels: verankerde bepleisterde en beschilderde puntgevels met muurvlechtingen en rechthoekige muuropeningen.