Burgerhuis in neoclassicistische stijl, voor eigen rekening gebouwd door de aannemer Entreprises Générales de Travaux Publics Vanderstraeten Frères, naar een ontwerp uit 1898. In de nieuwbouwwoning werd de 18de-eeuwse koetspoort geïntegreerd van het herenhuis dat eertijds de percelen Keizerstraat 60 en 62 besloeg, en in 1846 was opgesplitst. Daarvan vormt het aanpalende burgerhuis de bewaarde rechter helft. Het aannemersbedrijf werd vermoedelijk midden jaren 1860 opgericht door Antoine Vanderstraeten, en vanaf 1884 voortgezet door zijn weduwe Isabella Boets. Zonen Jean Baptiste en Leopold Vanderstraeten traden in 1890 toe tot het bedrijf, dat vanaf 1896 opereerde onder de naam Vanderstraeten Frères. Zij werden in 1908 opgevolgd door Jean Vanderstraeten. Het aannemersbedrijf was mogelijk van bij de start en uiterlijk sinds 1877 op dit adres gevestigd, en dat vier generaties lang tot na de Tweede Wereldoorlog. In 1935 werd het pand voor de helft verhoogd met een derde verdieping.

Met een gevelbreedte van vier traveeën omvatte de rijwoning oorspronkelijk drie bouwlagen onder een zadeldak, in 1935 voor de helft verhoogd met een vierde bouwlaag. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de drie linker traveeën. Uitgewerkt als risaliet worden deze laatste in de middenas van de eerste verdieping gemarkeerd door een geriemde vensteromlijsting met entablement en een balkon met consoles en fraaie smeedijzeren leuning. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de bovenverdieping met geprofileerde dagkanten, een spiegel of paneel op de borstwering. Van het oorspronkelijke, klassieke hoofdgestel resten het kordon en de hoger geplaatste, gekorniste houten kroonlijst op klossen en tandlijst. Spiegelbogige koetspoort in regencestijl uit het midden van de 18de eeuw in de rechter travee. Hardstenen omlijsting met geprofileerd, kwarthol beloop voorzien van neuten, imposten en sluitsteen, gevat tussen pilasters en afgewerkt met een gestrekte, gekorniste waterlijst op voluutconsoles met acanthusblad. Bewaard houten schrijnwerk van de inkomdeur, de koetspoort met schelpornament en de vensters, smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschraper.

Achter de overbouwde doorgang op de binnenplaats bevindt zich het bedrijfsgebouw van de aannemers Vanderstraeten, dat oorspronkelijk kantoren, werk- en opslagplaatsen omvatte. Het gebouw op een L-vormige plattegrond gaat vermoedelijk terug op een laat-19de-eeuwse kern, die begin 20ste eeuw en/of tijdens het interbellum tot zijn huidige vorm werd verbouwd en uitgebreid. Complex van drie en een halve bouwlaag, drie traveeën in de noordgevel en twee traveeën in de westgevel, onder een plat dak. Gewapend betonnen skeletbouw (betonnen moer- en kinderbalken op betonnen kolommen), oorspronkelijk volledig opengewerkt op begane grond, met grote rechthoekige muuropeningen. De gevels zijn op de eerste twee bouwlagen gecementeerd met schijnvoegen. Boven de tweede travee van de noordgevel (laadtravee), een overkapte hijsbalk, volledig in beton uitgevoerd.