Neoclassicistisch getint enkelhuis uit het vierde kwart van de 19de eeuw, uitgebreid in het eerste kwart van de 20ste eeuw; vijf traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel op arduinen plint met verluchtingsroosters. Getoogde vensters in geprofileerde en geriemde omlijsting. Bovenvensters op doorgetrokken arduinen onderdorpels en borstwering, die hiermee, samen met geprofileerde kroonlijst op consoles, de gevel geleden. Licht vooruitspringende poorttravee met brede koetsdoorgang leidend naar voormalige schoenfabriek De Clerck, van 1953 tot 1998 kleermakersatelier (mannenpantalons).

Neoclassicistisch aangekleed interieur: twee salons aan straatzijde met aankleding uit het vierde kwart van de 19de eeuw, zie plastisch uitgewerkt stucwerk middenin de plafonds, marmeren schouwen en vleugeldeuren onder meer met behouden kleurstelling (groentinten).