Burgerhuis met traditionele kern opklimmend tot de 16de eeuw, in neoclassicistische stijl aangepast en verhoogd met een tweede verdieping naar een ontwerp door de architect Louis Baeckelmans uit 1866. Opdrachtgever van deze werken was de makelaar en wisselagent Jean-Baptiste Van de Put (Antwerpen, 1824-Antwerpen, 1867), echtgenoot van Marie Catherine Heirman (Antwerpen 1826-Antwerpen, 1916). Voor deze laatste bracht de architect François Baeckelmans in 1890 een nieuwe plint aan. Zoon Louis van de Put (Antwerpen, 1858-Antwerpen, 1933) liet in 1924 het interieur verbouwen en een nieuwe achterbouw optrekken door de architect Frans Van Dijk. De huidige pseudo-mansarde werd in 1936 toegevoegd door de architecten Vincent Cols en Jules De Roeck, in opdracht van kleinzoon Auguste van de Put (1888-1959).
De verbouwing van “Den Kleinen Valk” behoort tot de weinige gekende privéopdrachten van Louis Baeckelmans, die vermoedelijk in 1863 zijn debuut maakte en in 1871 op 36-jarige leeftijd overleed. Als zijn belangrijkste ontwerpen gelden de neogotische Sint-Amanduskerk uit 1869-1874 in de Van Kerckhovenstraat, en het eclectische Gerechtshof uit 1871-1874 aan de Britselei, die door oudere broer François Baeckelmans werden voltooid.
Rijwoning met dubbelhuisopstand van vijf traveeën en drie bouwlagen oorspronkelijk (1866) onder een zadeldak, sinds 1936 een leien pseudo-mansarde. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op de in 1890 vernieuwde plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema. Registers van rechthoekige vensters met geprofileerde dagkanten, en op de bovenverdiepingen ijzeren borstweringen of parapetten en metalen jaloeziekapjes. In de derde travee, rechthoekig portaal gevat in een hardstenen omlijsting met pilasters, imposten en een entablement op voluutconsoles. Een klassiek hoofdgestel met gelede architraaf en houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de vleugeldeur en de vensters is bewaard, evenals de gietijzeren voetschraper.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Den Kleinen Valk [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203302 (geraadpleegd op ).
Huis in kern opklimmend tot de 16de eeuw, zogenaamd "Den Kleinen Valk", verbouwd en met een verdieping verhoogd in 1866. Dubbelhuis van vijf traveeën en drie bouwlagen onder leien zadeldak. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel op een arduinen sokkel. Horizontaal gemarkeerd door een brede puilijst, kordons en doorlopende lekdrempels op bovenverdieping. Imitatiebanden op gelijkvloerse verdieping. Rechthoekige vensters met uitgeholde dagkanten, sierlijke leuningen en rolluikkasten. Vleugeldeur met rechthoekig bovenlicht geflankeerd door pilasters met imposten, hogerop lange consoles die de ten opzichte van de puilijst uitspringende balkonplaat van de tweede bouwlaag schragen.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Den Kleinen Valk [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5166 (geraadpleegd op ).