erfgoedobject

Hotel Paul Donnet

bouwkundig element
ID
5174
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5174

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Hotel Paul Donnet
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hotel Paul Donnet
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Historiek en context

Burgerhuis in neo-François I-stijl gebouwd naar een ontwerp door de architect Jos. Bascourt uit 1908 (gevelinscriptie). Opdrachtgever was jonkheer Paul Gustave François Jude Marie Donnet (Antwerpen, 1882-Oxford, 1918), ‘chef de service’ bij de automobielfabriek Minerva. Hij huwde op 1 mei 1907 met Antoinette Berré (Antwerpen, 1883-Deurne, 1960), en kreeg vier kinderen geboren tussen 1908 en 1916. Donnet vluchtte aan het begin van de Eerste Wereldoorlog met zijn gezin naar Engeland, waar hij meerdere missies uitvoerde in opdracht van de Belgische regering, tot zijn overlijden aan de Spaanse griep op 35-jarige leeftijd. Zijn vader, de historicus en oudheidkundige Fernand Donnet (Antwerpen, 1856-Berchem 1927), redigeerde tussen 1902 en 1926 de Inventaris der kunstvoorwerpen bewaard in de openbare gestichten der Provincie Antwerpen. Dit negendelige naslagwerk uitgegeven door de Provinciale Commissie voor Monumenten en Landschappen, geldt als de allereerste systematische inventaris van het roerend en bouwkundig erfgoed in België. Bascourt tekende in 1909 ook de plannen voor de inrichting van de binnenplaats, met een fontein geplaatst tegen een decoratieve schermgevel met blinde rondboogarcade, en een bijgebouw dat de garage, een werkplaats, labo, doka en duiventil herbergde. Deze werden in 1910 met een jaar vertraging uitgevoerd, maar zijn vandaag verdwenen.

Het hotel Paul Donnet behoort tot het rijpe oeuvre van Jos. Bascourt, die in 1887 zijn debuut had gemaakt als architect. Tijdens de vroege jaren 1900 bediende Bascourt zich simultaan van de art-nouveaustijl die hij eind jaren 1890 in Antwerpen mee op de kaart had gezet, en een meer behoudende, klassiek geïnspireerde eclectische stijl. In deze periode kwam zijn verdwenen architectenwoning in de Sint-Vincentiusstraat tot stand. Omstreeks 1910 zou Bascourt de art nouveau volledig achter zich laten om terug te grijpen naar de uitgezuiverde, klassieke vormentaal, die het kantoorgebouw Comptoir Commercial Anversois in de Keizerstraat en het hotel Lieven Gevaert aan de Belgiëlei kenmerkt. Het hotel Paul Donnet is het enige ontwerp in neo-François I-stijl van Bascourt, een stijlkeuze die naar alle waarschijnlijkheid volledig is toe te schrijven aan de bouwheer. De gevelarchitectuur vertoont een frappante verwantschap met het aan Albert Arnou toegeschreven hotel Perrignon uit 1900 in de Sint-Jozefstraat. Op het moment van de bouw van zijn nieuwe woning, woonde de pas gehuwde Paul Donnet even verderop in deze straat. Wellicht werd de keuze voor de neo-Franserenaissance ook ingegeven door de herkomst van de familie Donnet, een koopmansgelacht uit de Savoie. Andere representatieve voorbeelden van de in Antwerpen veeleer zeldzame neo-François I-stijl zijn het kantoorgebouw van de Imperial Continental Gas Association door Emile Thielens uit 1898 aan de Meir, en het kantoorgebouw van de Naamlooze Maatschappij voor het bouwen van burgershuizen in het Oostkwartier door August Cols en Alfried Defever uit 1902 in de Grotehondstraat.

Architectuur

Met een gevelbreedte van twee traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansardedak (leien) met sierschouwen. De lijstgevel heeft een verzorgd, rijk geornamenteerd parement uit witte natuursteen, de plint met geprofileerde afzaat en basis uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, en axiaal symmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de bel-etage. Deze onderscheidt zich door gekoppelde, rechthoekige kozijnen met bovenlicht en bewerkte tussendorpel, omlijst door composiete pilasters die rusten op kraagstenen met schild of mascaron, en een klassiek entablement met diamantkoppen en gekorniste kroon- en tandlijst. Verder registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen met afgeronde bovenhoeken en geprofileerde dagkanten op de begane grond en tweede verdieping. De licht gedesaxeerde middenas wordt geaccentueerd door een rond medaillon met leguaan, en hogerop door een beeldje van een jongeling in renaissancekostuum, geplaatst op een polygonale kolom en beschermd door een baldakijn. Dit laatste verbeeldt vermoedelijk een schildknaap, en verwijst zo naar de Franstalige adelstitel écuyer van Paul Donnet. Een klassiek hoofdgestel met architraaf, een rankwerkfries gevat tussen rolwerkcartouches, een geblokte daklijst en houten kroonlijst, vormt de gevelbeëindiging. De twee monumentale dakvensters met tweelicht tussen pilasters, entablement, halsvormig topstuk met medaillon, driehoekig fronton en siervazen, zijn gevat in de attiekbalustrade; zinken oeils-de-boeuf doorbreken in tweede register het dakvlak. De fraai bewerkte, gevernist houten deur met balusters en het houten vensterschrijnwerk zijn bewaard, inclusief de glas-in-loodramen met gebrandschilderde medaillons; sierlijke smeedijzeren venstertralies op de begane grond.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, die is georganiseerd rond de centraal ingeplante traphal met bovenlicht, ontdubbeld door de diensttrap. Volgens de bouwplannen biedt de lage begane grond ruimte aan de vestibule met doorrij over de volledige diepte van de woning, het kantoor en de keuken met ‘monte plats’. De bel-etage bestaat uit een suite van ontvangstsalon en eetkamer met overdekt terras in de linker flank, verder uit een ‘familiesalon’ en de ontbijtkamer met office in de rechter flank. Op de tweede verdieping bevinden zich het privé-salon en twee slaapkamers, waarvan de grootste met 'en suite' badkamer. Enkel bereikbaar via de diensttrap herbergt het dakniveau vier slaaapkamers, met daarboven drie mansardes en een zolder.

Het verdwenen dienstgebouw op de binnenplaats, met duiventil in het arkeltorentje op de hoek, bestond uit een garage met smeerput op de begane grond, een werkplaats met smidse en ‘gasmoteur’op de eerste verdieping, een slaapkamer, laboratorium en donkere kamer op de tweede verdieping, ontsloten door een gietijzeren spiltrap.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1908#1436, 1909#458 en 1910#1329.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hotel Paul Donnet [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5174 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.