is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Jan de Doper
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Jan de Doper
Deze vaststelling was geldig van tot
Georiënteerd bedehuis te midden van omringend plantsoen aan de straat afgezet door laag bakstenen muurtje; leilinden aan de straatzijde. Ommegang van zeven statiën; betonnen kapelletjes met vergulde bas-reliëfs (epoxyhars) met taferelen uit het leven van Johannes-de-Doper, van 1991 en uitgevoerd door P. Opsomer (Schoten). Ten westen, tegenover de ingang, Johannes-de-Doperbeeld van 1989, gesigneerd A. Tandt, in neobaroknis van simili-natuursteen op breukstenen sokkel; ten noordoosten, arduinen Heilig Hartbeeld. Calvarie onder afdakje tegen de voorgevel. Zuidelijke zijbeuk met gedenksteen voor Eerwaarde Heer A. Rosseeuw (1758-1837). Ten zuiden, begraafplaats op rechthoekig perceel.
In oorsprong houten kapel, waarvan de oudste vermelding teruggaat tot 1116. Gotisch kerkgebouw dat in de loop der tijden verscheidene malen verbouwd en vergroot is.
Van de 14de tot de 19de eeuw vermelding als een tweebeukige hallenkerk. Circa 1830: uitbreiding met een derde, zuidelijke zijbeuk.
1834: vernieling van de sacristie door brand en van de kruisingstoren ten gevolge van blikseminslag.
1837-1838: bouw van een nieuwe toren, die nu naar het westen wordt verplaatst, verlengen van de middenbeuk naar het oosten; verbouwing van sacristie.
1894: grote verbouwingswerken waarbij de kerk haar huidig neogotisch uitzicht krijgt.
1913: bouwen van een nieuw koor. 1960: ontmanteling van de toren en aanbrengen van nieuw parement, de rondbogige galmgaten worden spitsbogig; tevens bouw van nieuwe zuidelijke sacristie.
1961: het neogotisch interieur krijgt een nieuwe aankleding naar ontwerp van Cyriel Maertens (Sint-Andries); onder meer witten van de muurpartijen en plaatsen van nieuwe lambrisering.
Driebeukige hallenkerk met vierkante westtoren, schip van vijf traveeën met rechte sluiting van de zijbeuken; hoofdkoor van één rechte travee met driezijdige sluiting. Zuidelijke sacristie op L-vormige plattegrond en zogenaamd "kleine sacristie" ten noorden. Omlopend bakstenen druippad.
Rode baksteenbouw in verschillende schakeringen naargelang van de bouwperiode en gebruik van witte baksteen voor de oudste delen van de kerk, zie noordelijke zijbeuk; natuurstenen bossage plint. Leien zadeldaken.
Vooruitspringende vierkante westtoren van drie geledingen onder ingesnoerde leien naaldspits; voorgevel gemarkeerd door haaks op elkaar gestelde, versneden steunberen. Gekoppelde spitsbogige galmgaten waarboven torenuurwerk. Spitsboogportaal; geometrisch glas-in-loodbovenlicht. Aanleunende zijgevels getypeerd door vlechtingen. Noordelijke beuk wordt gekenmerkt door de behouden gotische muurfragmenten, zie speklagen van de eerste drie traveeën. Eerste travee tevens gemarkeerd door neogotische doopkapel met overhoekse steunberen; muizentandfries. Drie ingewerkte, ruitvormige 17de-eeuwse grafstenen. De oostelijke gevel van de noordbeuk werd vermoedelijk verhoogd tijdens de aanpassingen van 1894, zie bouwnaden.
Gevelritmering door spitsboogvensters op afzaten met drielichten voorzien van arduinen tracering.
Interieur: Vlak overzolderd portaal met afgesloten mangat. Bepleisterd en beschilderd schip, geritmeerd door rondbogige scheibogen op simili-natuurstenen zuilen met achtzijdige arduinen sokkel en eenvoudig kapiteel. Houten spitstongewelven met ijzeren trekankers.
Mobilair. Schilderijen uit de tweede helft van de 19de eeuw van E. A. Wallays (Brugge): Besnijdenis van de Heilige Johannes, Opdracht van Maria in de tempel. Beelden uit de tweede helft van de 19de eeuw van het Heilig Hart van Jezus en het Heilig Hart van Maria door A. Clarysse (Izegem). 17de-eeuwse houten kop van de Heilige Johannes in 1963 gerestaureerd door G. Delafontaine (Menen), relikwie van Sint-Jan ingewerkt in een 18de-eeuwse zilveren relikwiehouder. Houten lambrisering van 1963-1964 met ingewerkte biechtstoelen. Glas-in-loodvensters met geometrisch motief in het schip; figuratieve glasramen in het koor van circa 1961. Orgel van 1892 van Ph. Forrest (Roeselare) in 1970 gerestaureerd door J. Loncke (Esen-Diksmuide).
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C. & VANNESTE P. met medewerking van TANSENS A. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons Hooglede - Izegem - Lichtervelde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De bouwer van het oorspronkelijk orgel is Jacobus-Philippus Forrest (Roeselare), het bouwjaar is 1887 of 1892. Onderhoud en herstellingen werden uitgevoerd door Jules Anneessens (Menen), van 1918 tot 1935. Een totale ombouw had plaats in 1971, door firma Jos. Loncke en Zonen (Esen).
Is deel van
Kachtem
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Jan de Doper [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/51771 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.